| |
Algemene vragen
Vraag 1: Gelooft U in een onbaatzuchtig mecenaat? (financiële instellingen, industrie, particulieren...). Is het wenselijk? Is het corruptie? Of zijn én kunst én kapitaal ermee gebaat?
Jos De Maegd, kunstschilder
Degenen die zich alleen omwille van de intrinsieke waarde aan de kunst interesseren, zullen wel witte raven zijn. Mecenaat uit sociale bekommernis om het lot van de kunstenaar komt voor. Of dit motief het reële motief is, is een andere kwestie. In het algemeen zal men kunst of kunstenaar steunen om zeer pertinente redenen van eigenbelang. Dit moet niet noodzakelijk rechtstreeks geldelijk voordeel zijn. Het kan ook gaan om prestige, propaganda.
In een maatschappij waar, ondanks alle mooie verklaringen, de mens beoordeeld wordt naar de waarde van geld en macht, kan het niet anders dat zowel de mecenen als de kunstenaar zoveel mogelijk baat trachten te halen uit de kunst.
Het kunstwerk is herleid tot een object, zij het een vereringsobject, dat zijn geldwaarde verkrijgt door de publicitaire middelen die men er voor aanwendt. De door de manager opgepepte kunstenaar geraakt bekend. Hoe groot zijn produktie ook is, ze blijft ten overstaan van andere consumptiegoederen beperkt. Die beperktheid van de produktie, samen met de veelheid van de vraag, doet de prijzen de hoogte ingaan. Meteen stijgt ook de waarde van de producent: de kunstenaar. De financiële instelling, industrie, zelfs de particulier die deze verwekte faam weet uit te baten door als mecenas bv. kunstwerken van de kunstenaars te propageren (als reproducties, multiples, litho's enz.) dient én zijn zaak én die van de kunstenaar. Door het kunstwerk te promoveren verschaffen industriëlen of particulieren zich, dankzij de vooropgezette spirituele waarde van de kunst, op een goedkope wijze én een aureool van onbaatzuchtigheid én een van culturele standing. Indien bepaalde vormen van mecenaat niet direct renderend zijn, worden de gedane kosten veelvoudig gecompenseerd door de promotie die de firma of de personen hierdoor bij een bepaald publiek bereikt.
Daarenboven is het voordeliger voor zichzelf de image van mecenas toe te kennen dan aan de staat. De gelden aan kunst besteed kunnen afgehouden worden van de belastingen... en zijn, indien men het goed aan boord legt, op de hoop toe een goede investering. Kunst en kapitaal zijn hier allebei bij gebaat, maar dan op een analoge wijze als de prostitutie gebaat is bij het bestaan van pooiers. De wijze waarop kunst nu gesteund en verkocht wordt, vertoont enige gelijkenis met de wijze waarop in de 16de eeuw de religie gesteund en verkocht werd...
| |
Gaston J. Baert, letterkundige
Onbaatzuchtig mecenaat bestaat niet. Ik heb in mijn leven teveel kunstwerken zien staan en hangen bij politici, staatslieden en beheerders van ‘Vrienden van het Museum’. Het waren geschenken om verder in de gunst te komen.
| |
Raf Belmans, musicus
Onbaatzuchtig mecenaat bestaat; is wenselijk; kunst en kapitaal zijn er mee gebaat.
| |
Cor Ria Leeman, letterkundige
Ik geloof niet in een onbaatzuchtig mecenaat van industrie e.d. Ik zal eerst het tegendeel moeten ondervinden. Wenselijk is het nochtans wel, vooral voor beeldende en grafische kunstenaars. Ik denk dat die het soms hard hebben om hun kunst te beleven. Corruptie? Het kan. Laat onze industrie het tegendeel bewijzen, anders geloof ik niet in oprechtheid. Maar in geval van eerlijkheid zo meen ik, zouden kunst én kapitaal ermee gebaat zijn. We zouden misschien de geschiedenis kunnen ingaan als een nieuwe Gouden Eeuw.
| |
Piet Vlieghe, letterkundige
Mecenaat is altijd gekenmerkt door een zekere baatzucht. Men wil steeds zijn naam gepubliceerd zien, en dit liefst vooraan.
| |
Maria De Graeve, kunstschilder
In enkele opzichten geloof ik in onbaatzuchtig mecenaat, maar over het algemeen overheerst bij het helpen wel het eigen voordeel. Particulieren lopen gewoonlijk rond met het doel vrienden en verwanten te overbluffen door hun ‘standing’. Bij aankoop wordt dikwijls eerst naar de mooie kader en dan naar het onderwerp gekeken. Financiële instellingen zijn enkel uit op het gebruik van het kunstwerk voor hun reclame.
| |
Geert Grub, letterkundige
Zowel de kunst als het kapitaal kunnen baat vinden bij het mecenaat. Maar het zullen wel niet de kunstenaars zijn die er ‘beter’ van worden. Doorgaans krijgen hun werken maar waarde als ze al lang dood zijn.
De kunstenaar.
| |
| |
| |
Willy Verschelde, tekenfilm-animator
De kunst kan alleen met het kapitaal gebaat zijn indien de financiers eindelijk gaan beseffen dat het in wezen om het kunstwerk en diegene die het maakt gaat, doch niet om het prestige van de mecenas of het mecenaat met hun vetbetaalde criticasters die de grootste procenten opstrijken. Vele kunstenaars lopen er gewild of ongewild (meestal vanuit sociale noodzaak) in, en zijn noodgedwongen bereid te werken in ‘dienstverband’ voor staats- of privé-instellingen. Corruptie, manipulatie en politieke trucs zijn virussen die het fundament van het gezonde kunstenaarschap aantasten en ondermijnen, en dit meestal gecamoufleerd onder een links-sociaal of rechts-liberaal prestigemasker. Een gewetensvol mecenaat kan desondanks vruchten afwerpen indien het bereid is de talentrijke kunstenaar aan het woord te laten, te luisteren naar zijn noden. Niet als een dynast achter de schermen, maar als een echte hulpverlener zonder opgedirkte publiciteit.
| |
Mia Deprez, kunstschilder
In sommige gevallen kan de kunst met het kapitaal gebaat zijn, maar de kunstenaar moet volledig vrij blijven. Het kapitaal is altijd met iets gebaat, is het niet met de kunst, dan is het met aardappelen of benzine.
| |
Labor omnia vincit improbus
Onbaatzuchtig mecenaat bestaat vermoedelijk wel, doch is uiterst raar. Liever zeg ik dat het mecenaat altijd uitgeoefend wordt met ergens een belegginsgrond, m.a.w. ruikt naar profitariaat op lange termijn. Corruptie in deze zaken is misschien een te grof woord, doch in
De kunsthandelaar.
vele gevallen is er wel vriendjespolitiek.
De kunst is in ieder geval met het kapitaal gebaat; of het kapitaal met de kunst gebaat is, zou ik durven te betwijfelen als je het op zuiver artistiek gebied beziet. Anders bekeken is het niet enkel het kapitaal, maar gans de mensheid die met de kunst gediend is.
| |
X
- | Ik geloof niet in een onbaatzuchtig mecenaat. Het is wel een aanmoediging voor de kunstenaar - dus is de kunst er wel mee gemoeid - maar er is teveel speculatie. |
- | Het antwoord op deze en volgende vragen kan ik niet geven, want volgens mij moet een kunstenaar op de eerste plaats zuivere kunst scheppen en niet kijken wat er rondom hem gebeurt. |
| |
Francis De Koninck, kunstschilder
Onbaatzuchtig mecenaat is er wel, al is het zeldzaam. Meestal is het een soort investering. Alles kan corrupt worden als de bedoelingen bijgedachten krijgen. Een kunstwerk is niet gemaakt om verborgen te worden in een donkere ruimte. Kunst en kapitaal zijn dagelijkse kost op veilingen, maar kunst heeft een andere bestemming, die haar geldwaarde te boven gaat. De artistieke en universele waarheid is een andere waarde, een andere vrijheid.
| |
2. Heeft een kunstenaar recht op staatssteun? Onder welke vorm? Staatswedde? Hoe vermijden dat dit ten goede zou komen aan onbekwamen, politieke vriendjes, protégés van financieel belanghebbenden, kunstenaars die het niet vandoen hebben? Wie zal de keuze doen? Wat dan met de vrijheid van de kunstenaar?
Jos De Maegd
Waarom zou een kunstenaar meer recht op staatssteun moeten hebben dan bv. een haarkapper, een kruidenier, een dokter of advocaat? Hij heeft toch in vrijheid zijn beroep gekozen en kan een vergoeding vragen voor zijn werk. Tenzij men van oordeel is dat de kunstenaar zich in dezelfde situatie bevindt als de geestelijke, of de wetenschappelijke vorser die slechts in vrijheid de gemeenschap kunnen dienen, indien de staat voor hun bestaanszekerheid zorgt.
Maar wie zal bepalen dat het werk van degene, die zichzelf kunstenaar noemt, de gemeenschap dient? Wie zal bepalen wie bekwaam of onbekwaam is? Bekwaam of onbekwaam in wat? In het naar de mond praten en in de kaarten spelen van wie het voor het zeggen heeft? Of authentiek zijn, en dus onbekwaam zich aan de daaraan niet beantwoordende normen te onderwerpen?
Staat de kunstenaar in dienst van de gemeenschap, dan is er geen bezwaar tegen een staatswedde. De staatswedde belet toch de leerkrachten, de rechter, de ambtenaren allerlei niet hun taak naar best vermogen te vervullen. Dat er gevaar bestaat dat sommigen zich zullen laten verleiden tot gemakzucht of corruptie is zeker. Wat doet dat er toe?
Het zouden waarschijnlijk dezelfden zijn als diegenen, die zich nu door de geldmachten laten ‘maken’ of corrumperen.
De authentieke kunstenaar zal, ongeacht de voordelen of verdiensten, werken omdat hij in de kunst als dusdanig gelooft. (Dit geldt zowel in Oost als in West, onder socialistischbureaucratisch als meer liberaal beheer). De vraag kan ook gesteld worden of de zo gehuldigde vrijheid van de kunstenaar wel een volstrekt goed is. De kunstenaar als de ongenaakbare, de uitzonderlijke, de hoogverhevene... de god in het diepst van zijn gedachten. Men moet hem sparen, hem niet teveel storen... hij moet vrij zijn van materiële zorgen enz. Zich als een Titaan of Prometeus gedragen en tegelijk verwachten door de goden beschermd en geëerd te worden is wat veel gevraagd...
| |
Mia Deprez
Het probleem is veel te ingewikkeld om zomaar zonder diepgaand onderzoek op deze specifieke vragen te antwoorden.
| |
Geert Grub
Gezien de creatieve, zich vernieuwende kunstenaar voor morgen werkt, heeft het heden de morele plicht hem bij leven tegemoet te komen. De ‘toekomenden’ die de oogst zullen binnenhalen, zullen er het ‘verleden’ erkentelijk om zijn. Dit wat het beginsel betreft. Hoe dit haalbaar te maken is, moge uit de suggesties naar voren komen.
| |
Roger Van Belleghem, kunstschilder
Ik ben reeds een twintigtal jaren kunstenaar en heb nog nooit iemand van het Ministerie gezien... nog veel minder steun- of studiebeurs of wat dan ook.
| |
Francis De Koninck
De vrijheid van de kunstenaar loopt langs zelfdiscipline en bekwaamheid naar een verafgelegen meesterschap, met of zonder succes. Steun kan nuttig en rechtvaardig zijn. Meestal komt deze te laat, soms ook te vroeg o.a. prijzen en onderscheidingen kunnen misleidend werken op een jonge kunstenaar. Een discrete aankoop is verstandiger.
| |
| |
| |
Raf Belmans
Ja, onder de vorm van prijzen.
| |
Gaston J. Baert
De kunstenaar heeft geen recht op staatssteun. Er bestaat al staatsinmenging genoeg. Een ware kunstenaar ontpopt zich uit eigen talent.
| |
Madeleine Jorissen, kunstschilder
In de eerste plaats heeft de plastische kunstenaar een statuut nodig. Alles wordt bemoeilijkt door het feit dat er zo weinig mensen zijn die tegelijkertijd iets kennen van kunst en ook nog iets te zeggen hebben.
| |
Labor Omnia vincit improbus
De kunstenaar zou staatssteun moeten genieten zoals de cultuur- en sportinstellingen. Misschien niet onmiddellijk geldelijke steun, maar wel de mogelijkheid tot werken (groepsateliers etc.), in één woord: faciliteiten.
Staatssteun in de vorm van geld zet weer teveel deurtjes open voor het reeds vermelde profitariaat, maar dit dan door een bepaalde groep kunstenaars zelf: de politiek uitverkorenen. Een middel om te vermijden dat dit ten goede zou komen aan onbekwamen is uiterst moeilijk te vinden, want dat zou een bekwaamheidsbeoordeling inhouden en die norm is dik onder het stof der eeuwen bedolven. Een goede stelregel zou zijn dat de kunstenaar eerst en vooral een bekwaam vakman zou zijn. Een kunstenaar die boordevol gedachten zit, doch zich niet kan uiten bij gebrek aan vakmanschap (‘techniek’), mist in feite de essentie tot uitvoering van zijn geesteskinderen. Dit is op de huidige dag maar al te veel het geval: ze kunnen het wel mooi uitleggen, doch uitvoeren is wat anders. Een stelregel in het algemeen voor de kunstenaar zou moeten zijn: ‘de schoonheid van het leven te openbaren aan de blinden’, blinden die de mensen over het algemeen zijn. Een vinger steken in een rottend potje kan een voddenraper ook, en dikwijls nog beter als diegenen die zich kunstenaar achten. In elk geval zou de keuze afhankelijk gemaakt worden van de uitvoering van een aantal klassieke gegevens, die automatisch de kunstenaar met vakmanschap van de bedrieger zou onderscheiden (artisan = vakman: oorsprong van het woord artiest).
| |
Piet Vlieghe
Er zou een verdeelsleutel gevonden moeten worden: zij die bv. een netto-inkomen hebben van zoveel... worden ervan uitgesloten. Een dergelijk systeem moet mogelijk zijn. Velen doen aan literatuur en komen door gebrek aan middelen nooit verder dan hun voordeur. Commerciële flair is nog niet hetzelfde als literair talent.
| |
Pauwel Kennes, kunstschilder
Als staatssteun aan kunstenaar ben ik voorstander van steun in de vorm van sociale voorzieningen (pensioen, ziekteverzekering...): gewoon dat de staat de sociale verzekeringslasten zou betalen in plaats van alle kunstenaars die bv. een BTW-nummer hebben. Ook ben ik voorstander van de afschaffing van de persoonlijke belastingen voor levende kunstenaars, terwijl men wel de BTW tot bv. 10% mag verhogen. Het BTW-kwijtschrift zou met bewijs van oorsprong op de achterkant van het schilderij moeten bevestigd worden. Dit zou veel administratie en boekhouding besparen voor de kunstenaar zelf, en zou tevens het opdrijven van prijzen door galerijen verhinderen.
| |
X
- | Laten we niet over staatssteun spreken; laten we de kunstenaar vrij. |
- | De kunstenaar heeft recht op staatssteun, maar er mag geen vriendjespolitiek mee gemoeid zijn. |
- | Volgens welke criteria zal men bepalen wie echt kunstenaar is? |
| |
Willy Verschelde
Men mag vooral niet vergeten dat de aankoop van kunstwerken een ‘handel’ geworden is, samen met het tewerkstellen van kunstenaars. Vanuit dergelijke mistoestanden is het staatsmecenaat gegroeid om die misbruiken te voorkomen via controle-commissies e.d. Doch juist dan herhalen zich dezelfde problemen in machtsmeervoud, vooral in politiek opzicht, en wordt meestal de achterban niet aan het woord gelaten. Kortom, eeuwigdurende minderheden worden weggestemd als er een corrupt probleem aan de kaak gesteld wordt. In dergelijke situaties is er een behoefte aan neutrale scheidsrechters, maar waar zijn die ‘helden’ te vinden? Hieromtrent stelt zich andermaal de vraag, wie heeft het monopolie? Dat de kunstenaar in de eerste plaats een individu is, mag men niet zomaar wegwuiven, is het niet zijn smaak en voorkeur die vooraan staan? ...Wat in een groeps- en staatsbestel bijna utopisch is. Terwijl in een privémecenaat de kunstenaar het gemakkelijker heeft zijn steun te kiezen.
| |
Cor Ria Leeman
Een kunstenaar wordt eerst erkend als hij oud is, of dood. Wat heeft hij dan nog aan steun? Maar we kunnen het ook anders
| |
| |
bekijken. Wanneer een kunstenaar in zijn ‘vrije tijd’ een volwaardig produkt heeft afgeleverd, zou hem de nodige steun moeten gegeven worden om aan een volgend werk te beginnen. Volwaardig? Het mag ook een belofte zijn.
Staatssteun om meer vrije tijd te hebben? Makkelijk gezegd. Ik schreef altijd 's nachts, omdat ik anders geen vrije tijd had. Ik moest nu eenmaal schrijven. En ik meen dat de meeste kunstenaars ook werken uit noodgedwongen-zijn. Nou, een boek schrijven is op dat punt nog gemakkelijk. Ik zou weer eens zeggen: geef de grafische en beeldende kunstenaars meer kansen. Vormen van staatssteun? Ik heb het weer over de plastische kunstenaars: eerst tonen dat ze iets kunnen, dan betaalde vrije tijd; een opdracht gehonoreerd door de staat of een museum. Nog niet eens een staatswedde (want die loopt door), wel een toelage om binnen een aanvaardbare tijd ‘iets’ tot stand te brengen. Voor schrijvers vind ik dat niet zo nodig. Na 33 jaar in het onderwijs heb ik eindelijk de knoop doorgehakt om me helemaal aan het schrijven te kunnen wijden. Met een beperkt pensioen! Dat raakt me niet zozeer, maar dat ik dan nog belastingen dien te betalen, nu mijn literaire produkten hoge verkoopcijfers halen! Ik werk voor de staat, reken maar! Wie zal uiteindelijk kiezen wie wat nodig heeft? Vinger in de wonde. Wat gebeurt er nu met de staatsgelden die voor kunstenaars bestemd zijn? Hoe worden die nu verdeeld? Wie profiteert er nu van? En wat zou er gebeuren wanneer de staat nog meer geld moest gaan verdelen voor de ‘vrije tijd’ van de kunstenaars?
Stel je voor dat iedere kunstenaar door de staat bezoldigd werd. Welke kunstenaars zouden dat dan zijn? En zij die een andere mening hebben? Ik vrees dat we allemaal staatskunstenaars zouden dienen te worden. (Naar Russisch model?) Liever de vrijheid!
| |
Jef De Leeuw, kunstschilder
Als een kunstenaar staatssteun zou trekken, dan kan deze steun alleen maar officieel toegekend worden aan beroepskunstenaars. Deze steun kan ook bestaan door o.a. het wegvallen van de belastingen (BTW). Op alle andere kunstenaars kan geen controle uitgeoefend worden. Zo ook niet op de maatstaven, die gebruikt worden om te bepalen wie kunstenaar is of wie niet.
| |
3. Is een succesrijk en populair artiest onvermijdelijk (o.a. artistiek) corrupt?
Piet Vlieghe
Van zodra het om geld en talent gaat, verwart men beide lichtelijk. Hij die van zijn produktie
wil leven en zich daarvoor laat betalen, wordt in de ogen van een ander gemakkelijk corrupt. Er is geen wereld waar er meer afgunst bestaat, dan in de wereld van de artiest. Ten andere, zij die talent hebben, kunnen de moed opbrengen de roddelaars aan hun laars te lappen.
| |
Raf Belmans, Mia Deprez, Pauwel Kennes
Neen!
| |
Labor Omnia vincit improbus
Een succesrijk artiest is niet a priori corrupt. Het kan best zijn dat zijn werk een zodanige impact heeft, dat de omgeving er gewoon stil bij staat. Dit wordt echter maar bereikt na hard en lang werken, in feite na een leven van labeur. Het werk van een kunstenaar moet het menselijk leven verrijken (geestelijk) en een gevoel van diep geluk nalaten.
| |
Gaston J. Baert
In de meeste gevallen is hij corrupt. Er bestaan weinig kunstenaars-ploerten en veel ploerten-kunstenaars.
| |
Jos De Maegd
Gezien de wijze waarop het succes van een kunstenaar ‘gemaakt’ wordt en ook in stand wordt gehouden, kan het haast niet anders... tenzij hij managers aantreft, die zo slim zijn in te zien dat hun belangen best gediend zijn door de kunstenaar een zo groot mogelijke vrijheid te laten. Hoe dan ook, meer dan de nar van de koning zal hij nooit kunnen zijn.
| |
4. Wat te denken over de steun vanwege openbare besturen d.m.v. prijskampen, aankopen, werk- of studiebeurzen, opdrachten? Nuttig? Rechtvaardig?
Noël Biebauw
Asjeblieft, laat staat, politiek, prijskampen, studiebeurzen en al die dingen maar buiten wat we kunst noemen. Kunstwerk is geen koopwaar, die met geslepen of dwaze publiciteit aan de man moet gebracht worden. Noch werk noch koper is gediend met deze larie en apekool.
| |
Piet Vlieghe
Van de prijskampen, verlos ons Heer! Wie een vriendje in de jury heeft, weet wel beter. Als de stimulans, goed bedoeld natuurlijk en
| |
| |
eerlijk verdeeld, er is, zijn studiebeurzen en opdrachten welkom.
| |
Gaston J. Baert
Nuttig? Ja, maar zonder onrechtvaardige begunstiging.
| |
Jos De Maegd
Er zou niets tegen in te brengen zijn, gezien wij leven in een competitieve maatschappij, waar openbare besturen in principe ‘correctief’ kunnen optreden; ze kunnen de minder ‘gehaaide’ kunstenaars beschermen. In de praktijk is het vaak wel zo, dat de haaien ook daar opnieuw hun gading vinden. Het water gaat immers altijd naar de zee. Openbare besturen en kunstmecenaat werken vaak goed samen...
| |
X
Wat steun van openbare besturen betreft i.v.m. prijskampen, aankopen en zo, daartegenover sta ik zeer sceptisch. Ik betwijfel sterk de rechtvaardigheid in dergelijke zaken.
| |
Mia Deprez
Zeker nodig en nuttig (ook voor sommige artiesten die daarin de prikkel vinden tot verdere vervolmaking en onderzoek van het onbekende), maar spijtig genoeg slechts zelden rechtvaardig (zoals de aankopen en opdrachten).
| |
Labor Omnia vincit improbus
In veel gevallen is het geld van de werkende gemeenschap, dat maar vergooid wordt aan enkelingen. Prijskampen ruiken sterk naar corruptie door de subjectiviteit van de jury, die altijd wel door het een of ander beïnvloed wordt. Nuttig is het volgens mij niet: er dient geen competitiegeest geschapen te worden onder mensen die gelijkgeaard zijn. Of het rechtvaardig zou kunnen zijn is niet te zeggen, gezien een jury nooit objectief oordelen kan. Een jury zou in feite moeten bestaan uit gewone mensen en niet uit kunstcritici, dit om een betere keuze te waarborgen.
| |
Pauwel Kennes
Steun is onvermijdelijk onrechtvaardig; iedere kunstenaar ziet in zijn werken meer dan een ander. Nochtans zijn prijskampen, aankopen en beurzen niet alleen nuttig als aansporing maar tevens een vorming op voorwaarde dat de jury ruim en zo verscheiden mogelijk samengesteld is.
| |
Raf Belmans
Het is nuttig en rechtvaardig.
| |
Cor Ria Leeman
Wie beoordeelt? Kan vriendjespolitiek helemaal uitgesloten worden? Hoe meer ik over al deze vragen denk, hoe meer ik overtuigd word dat ik een Augias-stal moet uitmesten. Laten we nochtans die prijzen maar niet afschaffen.
Aankopen: wat; waar plaatsen; wie komt kijken; waar ligt volksopvoeding? Ik denk voor de beeldende kunstenaars aan Middelheim. Ja, wanneer het nu eens overal zo kon! Maar ik denk eveneens aan Strombeek-Bever (tentoonstelling van boeken voor de jeugd): overwegend Noordnederlandse boeken! Onze Vlaamse auteurs zijn even goed. Ik denk terloops aan de aankopen vanwege de scholen: prijsboeken; nu afgeschaft. Er dienden destijds voor 75% Vlaamse en 25% Noordnederlandse boeken gekocht. Wie heeft die cijfers ooit gecontroleerd? Het tegenovergestelde gebeurde omdat het Noordnederlandse boek groter, dikker en goedkoper was. Wie zal in de Normaalscholen onze toekomstige leraars opleiden m.b.t. de lectuur voor de jeugd? Wie heeft een goede voorlichting over het boek? Werk- of studiebeurzen voor beeldende kunstenaars bv., waarom niet? Die kunnen dat gebruiken, maar schrijvers kunnen mijns inziens zonder wanneer ze talent hebben.
Reisbeurzen: wie kent wat toe aan wie? Men moet al ‘gevorderd’ zijn om iets te bekomen. Opnieuw: voor plastische kunstenaars; een schrijver dient zijn beelden in zich te hebben. Nuttig en rechtvaardig? Allemaal open vragen.
| |
5. Worden door het kunstonderwijs niet te veel diploma's uitgereikt? Meer dan de maatschappij kan gebruiken? Te veel onbekwamen? Om de school te doen bloeien of leraarsbaantjes te kunnen uitdelen aan politieke gunstelingen?
Jef De Leeuw
Indien men in het onderwijs de eisen werkelijk zou stellen, die dienen gesteld te worden, dan kunnen vele instellingen hun deuren sluiten. Men mag het keren en draaien zoals men wil, maar van het ogenblik af, dat teveel uitgereikte diploma's alleen maar moeten dienen om plaatsjes te veroveren, dan schaadt het uiteindelijk niet veel de vrije kunstenaar als dusdanig, want twee heren kan men tegelijk niet dienen.
| |
Roger Van Belleghem
Men wordt geen kunstenaar, men is er mee geboren. Het is geen vak zoals een ander, het is een gave. Men kan natuurlijk altijd wel iets leren; elke pianist is ook geen virtuoos.
| |
Francis De Koninck
Het kunstonderwijs reikt wel veel diploma's uit, teveel zelfs. Ze zijn niet altijd wenselijk en voorzeker geen garantie voor de artistieke loopbaan.
| |
Mia Deprez
Misschien. Doch wat is een diploma voor een kunstenaar die iedere dag voor de rest van zijn leven in de stilte van zijn atelier of werkkamer zich geconfronteerd voelt met zichzelf, wetende wat hij kan en soms proberende wat hij niet kan?
| |
Jos De Maegd
Vanzelfsprekend. Maar al bij al niet zo veel meer dan in andere vakken. Diploma's betekenen toch helemaal niets op het gebied waar het om gaat: het creatief of kunstzinnig uitdrukkingsvermogen. Het heeft hoogstens een institutionele betekenis in functie van een gebureaucratiseerde maatschappij, een bepaald wedde-niveau of een bepaalde functie.
Kunstonderwijs zou een totaal andere optie kunnen nemen dan thans het geval is, veel meer menselijke ontplooiing op het oog kunnen hebben dan louter onderwijs. Het is onzinnig jaarlijks enkele honderden afgestudeerde gediplomeerde kunstenaars af te leveren. Maar het zou wenselijk zijn zoveel mogelijk mensen kunstzinnig te vormen. Dit is echter een probleem apart.
| |
| |
| |
Raf Belmans
Neen, onbekwamen zullen er steeds blijven en gunstelingen zullen er altijd zijn.
| |
Gaston J. Baert
Gewis, velen worden geroepen en weinig uitverkoren.
| |
X
Het is een feit dat leraarsbaantjes aan politieke gunstelingen worden uitgedeeld.
| |
Pauwel Kennes
Dat het kunstonderwijs zo druk gevolgd wordt, is zeker een verheugend feit: de mens gaat zijn vrije tijd beter gebruiken (avonden
Jhan Paulussen: ‘Voor 't geld danst den beer’, ets, 48,5 × 40 cm
weekendlessen). Het is wel zo, dat te veel onbekwamen de richting kunstonderwijs volgen en de maatschappij geen enkele dienst bewijzen, daarom is ook een staatswedde niet wenselijk.
| |
Piet Vlieghe
Het gaat in het kunstonderwijs zoals in alle onderwijs: velen zijn niet echt gemotiveerd.
| |
Labor Omnia vincit improbus
In elk geval wordt er in de academies veel geknoeid met het geld van de brave belastingbetaler en worden er veel knoeiers uitgeroepen tot talentvolle artiesten. Er is een oversaturatie van jongeren, die denken dat ze kunstenaars van het grootste allooi zijn, maar die vallen vanzelf wel weg als ze het niet in hart en nieren zitten hebben. Er zijn natuurlijk onbekwamen die ettelijke jaren hun broek versleten hebben op academies, maar die zouden er niet zijn moest dit onderwijs op ernstige wijze gegeven worden. De scholen stromen gewoonweg over van politieke gunstelingen, en niet enkel de scholen, gans ons staatsbestel is daar aan onderhevig. Maar ja, ieder vecht voor zijn bestaan en hoe men het bereikt is van minder tel. De partijkaart is soms van meer tel dan de kennis die men verondersteld wordt over te brengen op de leerlingen. Het is trouwens daaruit dat alles voortvloeit.
Men oogst wat men zaait.
|
|