teel onrechtvaardig is.
De machthebbers van diverse pluimage bewaren of verstevigen ook graag de macht die ze bezitten. Daarom het toepassen van de oude, toch nog zeer toepasbare spreuk: ‘Verdeel en heers, houd ze (geestelijk) arm en (geestelijk) dom...’ Daarom worden kunst en kunstenaar gemuilband of anders zoveel mogelijk ingekapseld en onschadelijk gemaakt, terwijl de illusie van vrijheid gehandhaafd blijft. Kunst wordt daarom op grote schaal vervalst doorgegeven. Terwijl een kleine minderheid, die het tóch niet kan laten, kunst in haar wezenlijke gestalte kan beleven. Men heeft er blijkbaar belang bij alle kunst eenzijdig tot versiering, verstrooiing of verfraaiing te herleiden. Dus maar lekkere boeken snoepen, sentimenteel dwepen met een film, pronken met beeld of schilderwerk. Kunst los van het leven, drijvend droomeiland, maar dan zonder achter de coulissen te kijken. Want dan zie je de lepe zakenjongens, de corruptie, de lakeien. De kunstverspreiding is in handen van diverse handelaars in roerend goed. Doch, ondanks de ontzaglijke belemmering van een praktisch onbestaande opvoeding tot kunstbegrip en de grote mercantiele omweg, bereikt de juiste boodschap toch soms op de verkeerde manier de juiste mens.
Nu zou solidariteit onder de kunstenaars de eerste voorwaarde zijn om het creëren en verspreiden van kunst gunstiger te doen verlopen. Maar zoals elders bestaat ook hier het verdeel-en-heers-systeem. Naijver, broodnijd, fanatisme, afgunst en geslotenheid voor andere kunststromingen dan de eigene, zijn enkele van de vervelende houdingen die tussen overgevoelige superindividualisten voorkomen. Er wordt wel erg vlug op elkanders tenen getrapt. Die minder positieve karaktereigenschappen zijn echter ook de schaduwzijden van pure authenticiteit, uitgesproken persoonlijk gedrag, en zelfs een wezenlijk engagement. Gelukkig hebben de meeste artiesten nog veel van hun kinderlijk vermogen tot verwondering bewaard. Eigenlijk zijn het dikwijls revolutionairen via de exploitatie van het innerlijk leven. Voorboden van een totale mentaliteitsverandering, die tevens op duidelijk karikaturale wijze, in hun persoonlijke mankementen, de rotte plekken van ons systeem uitstallen.
Toch is het de hoogste tijd dat er ernstig aan solidariteit gedacht wordt, ondanks de berg vooroordelen en moeilijkheden die we moeten overwinnen. Zich alleen beperken tot een christelijk Vlaams kunstenaarsclubje is onzinnig. Het is te hopen dat ‘Vlaanderen’ niet alleen de bedoeling heeft eens een knap nummer uit te geven met als thema ‘Kunst en Centen’, maar dat de informatie, die zal binnenstromen, daadwerkelijk gevolgen zal hebben. En ik vind ook dat er tevens dient gestreefd te worden naar solidariteit met alle andere groeperingen en individuen, die werkelijk hun best doen voor een rechtvaardige en bewuste wereld. Kunst is slechts één van de middelen daartoe.
Daarmee is ook het antwoord gegeven of men van kunst kan leven. Het is in vele situaties praktisch onmogelijk. Daarbij is het ook na enkele jaren een ernstig probleem om nog creatief te kunnen zijn. Er zijn mensen die op artistiek vlak belangrijke dingen te zeggen hebben. Maar óf geldgebrek, óf tijdgebrek werken bij hen enorm frustrerend. De doem van uitzichtloos isolement en gebrek aan mogelijkheden tot ontplooiing, geven aanleiding tot vooroordelen en paranoia. Ik ben niet van mening dat de pap in de mond moet gelepeld worden. Kampen en afrekenen met moeilijkheden zijn leerzaam. Maar als men té lang gedwongen wordt veel tijd te spenderen aan een broodwinning, als men bezeten is om zich als kunstena(a)r(es) te uiten, wordt het dramatisch.
Dat is uiteraard een probleem dat zeker niet alleen de kunstena(a)r(es) treft. En voor vele van onze medemensen zijn er te weinig mogelijkheden om zich adequaat te ontplooien. Alleen met rijke ouders en vele relaties in de branche, een buitenhuiswerkende echtgeno(o)t(e) of als part-time kostwinner of als full-time stempelaar, zijn er eventuele mogelijkheden om zich als kunstena(a)r(es) min of meer te handhaven.