24
In memoriam
Georges Dheedene
Voor zijn vrienden en kennissen is het overlijden van Georges Dheedene een pijnlijke verrassing geweest. De dood komt altijd te vroeg, maar voor hem in het bijzonder omdat hij, gerijpt als mens en kunstenaar tot de volle ontplooiing van zijn talent gekomen, het hoogtepunt van zijn scheppend vermogen bereikt had. Die 27e oktober 1973 verloor zijn gezin een beminde echtgenoot en vader, de gemeenschap een voorbeeldige burger en de Leiestreek een van haar begaafdste schilders. Hij was te Zulte geboren op 28 november 1909, hij heeft er zijn hele leven gewoond, de laatste jaren in het huis dat hij buiten de drukte met vrij uitzicht op de rivier gebouwd had en daar heeft hij ook voorgoed het hoofd neergelegd.
Dheedene had van jongsaf het schilderen in het bloed. Zeven jaar lang volgde hij te Gent de cursussen aan het Hoger Sint-Lucasinstituut, waar hij een eerste prijs behaalde. Nooit is hij een nieuwlichter geweest, wel een ernstige zoeker die steeds hardnekkig en bescheiden naar het maken van mooi, waardevol werk heeft gestreefd. Bij hem nooit dat belachelijke hengelen naar succes door vreemddoenerij, nooit de opzettelijkheid van de berekenaar die meer op zijn commerciële handigheid dan op zijn kunst moet vertrouwen. Wat bovendien opvalt bij hem is dat hij nooit alleen maar artiest is geweest.
Zoals de grootsten uit ons volk heeft hij altijd met dat volk meegeleefd in goede en kwade dagen. Hij was in 1928 amper negentien jaar oud, toen hij met de latere professor Gerard Van der Schueren het Zultse Davidsfonds stichtte, waarvan hij ondervoorzitter werd en in dezelfde tijd was hij actief als toneelspeler, naast zijn beroemde dorpsgenoot en vriend Gaston Martens. Later, in 1938 was dat, heeft Georges Dheedene geholpen bij de oprichting van de Waregemse kunstkring ‘De Vierschaar’, hij is trouw lid gebleven en heeft er zelfs op een bepaald ogenblik een leergang voor gevorderde liefhebbers van schilderkunst op zich genomen. Ook werkte hij geregeld mede bij de organisatie van de fiertelstoet die ieder jaar te Zulte een gebeurtenis van belang is. Hij was een pratikerende katholiek, zoals de meeste gelovigen van zijn parochie.
Waarschijnlijk weet niemand juist te zeggen hoeveel schilderijen Dheedene nagelaten heeft. Hij haastte zich niet, maar hij was altijd bezig. In de eerste plaats heeft hij veel portretten geschilderd, ten dele op bestelling tot stand gekomen, ten dele uit innerlijke aandrang. Zo van Streuvels en Martens, van talrijke vooraanstaanden, maar ook van gewone mensen waar zijn kunstenaarsoog door geboeid werd. Naast het portret heeft de natuur en het landschap zijn belangstellling opgewekt, met daarbij aansluitend de bedrijvigheid van de streek, jachttaferelen en stoeten.
Bijna altijd heeft hij op zijn doeken als
een onmisbaar element mensen geplaatst, omdat hij beseft heeft dat het grootste in de kunst altijd een schepping van bezield leven geweest is. Geschiedenisschrijvers van de schilderkunst zijn wel verplicht om hun stof overzichtelijk te ordenen de schilders in stromingen en scholen onder te brengen. Dheedene voelde zich uit de verte met het Vlaams expressionisme verwant, maar hield niet van theoretische indelingen. Hij was schilder en als schilder wist hij dat kleur het beste uitdrukkingsmiddel was waarover hij beschikte. De bekoring van zijn werk straalt uit van de kleur en de levensadem van een eerlijk bezield kunstenaar.
André Demedts