ambacht tevens, dat hij later zijn studenten in de Berchemse Akademie ging bijbrengen, totdat hij zelf direkteur werd van deze kunstschool. Inmiddels heeft hij ook vele jaren zijn tekenlessen gegeven aan de Borgerhoutse scholen. Vanaf 1943 begon hij zijn kunstwerken te eksposeren, zowel zijn glazeniers- als zijn schilderkunst. Eerst te Antwerpen, maar verder ook te Sint-Niklaas, Knokke, Namen, Doornik, Keulen, overal bewees hij onmiddellijk zijn degelijke vakkennis, zijn zorg voor het detail, met daarbij toch het weloverwogen, brede opzet en de spontaneïteit van zijn werk. Men prees de treffende en fraaie juistheid van zijn portretten, die tevens echte schilderijen waren door hun faktuur zelf en hun psychologische diepte. Zijn harmonieus, evenwichtig en rijk palet werd aldra bekend in de Antwerpse artistieke middens. Al werkte hij meestal in kleine panelen, toch zag men in enkele grotere doeken zijn visie breed uitdeinen en de stemming in soms suggestief lichtspel inniger worden. Vooral in zijn glasramen heeft hij steeds de bewijzen geleverd van zijn fijngevoeligheid en zijn meer dan gewone vakkennis. Iedereen hemelt als om prijs de grenzeloze zorg op waarmee hij deze scheppingen omringt: de zuiverheid van kleur, de harmonie van de lijnen, ds fijne tekening van zijn personages. Trouwens, de glazenierskunst is de dienende kunst bij uitstek en ligt helemaal in de lijn van het streven van deze pretentieloze mens. Het is dan ook niet te verwonderen dat Michiels alles in ere houdt wat sedert eeuwen klassiek en waardevol was en bepalend voor het waarachtige kunstenaarschap. Laten we dan ook eerlijk zijn tegenover deze eerlijke mens, die geen foefjes gebruikt om zijn werken een aspekt te geven van fijngevoeligheid, van hoge gestemdheid en zelfs van edele melancholie. Op dat punt moeten we zeggen dat zijn portretten dominerend worden, als we dat van zijn oude moeder bekijken of dat van zijn twee meisjes of
zijn zelfportretten. Voor wat zijn glazenierswerk betreft, is zijn met doornen gekroonde Christus met de gele aureool en de groene achtergrond evengoed een meesterwerk als een diepe religieuze belijdenis. Zijn glasraam aan de voorkant van het Borgerhoutse gemeentehuis, het kerstgebeuren, is in dezelfde zin een voortzetting van de school der middeleeuwse glazeniers: de kunst van de mensen tot rust en gebed te brengen. Michiels is een kunstenaar die ‘leeft’, omdat hij ook een deel van het menselijk leed gekend heeft. Zeker, hij voelt ook de relativiteit der dingen aan, en toch werkt hij rustig verder aan zijn evenwichtig kunstgebeuren, zonder haast, zonder krampachtigheid. Zo wensen wij hem nog vele jaren de vreugde van het scheppen toe!
Jos van Rooy