29
Hildebrandt
60
Hildebrandt is een geboren Antwerpenaar, die afstamt van een Deense vader en een Vlaamse moeder. Hij ging zich helemaal in de schilderkunst vastbijten. Als één van de weinigen in Vlaanderen leidt hij het boeiende, maar dikwijls ook harde leven van een full-time kunstenaar. In Hildebrandt begroeten we een kosmopoliet, die tal van landen heeft bereisd. Overrompelend werkte vooral de konfrontatie met de V.S. en met Kanada. Zijn levenservaring en belezenheid maakten van hem een ontvankelijk mens en een penetrant kunstenaar.
Vanzelfsprekend heeft hij ontwikkelingsfasen gekend. Maar van bij de aanvang van zijn loopbaan bewoonde en ontgon hij een eigen atmosfeer, een eigen pikturaal land, een wereld met eigen vormen en een vreemdsoortige kleurenpracht. Van toen hij nog een jochie was, had Hildebrandt een kritische mentaliteit en een feeling voor de ‘dingen’ achter de dingen. Een geboren magischrealist! De magische ondetGrond bleef een konstante in zijn werk. De schilderijen van
Hildebrandt.
Hildebrandt zijn als een wisselspel tussen realiteit en droom, tussen stof en geest, maar geleid door een waarachtig plastisch talent. De eisen van het pikturale primeren voor hem. Gedurende zijn karrière heeft Hildebrandt wel eens opdrachten uitgevoerd. Vorig jaar gaf hij zichzelf a.h.w. een opdracht, de omvangrijkste en meest adembenemende van zijn leven. Hij wilde nl. de kosmos plastisch benaderen. De astronomie passioneerde hem al van in zijn jeugd. Maar nu de kosmos zo brandend aktueel was geworden, moest ook zijn kunst betrekking op de eindeloze wereldruimte krijgen. Op zijn recente schilderijen vliegen we met hem naar de maan, voorbij de hemellichamen, de sterrenbeelden. Die doeken doen een kosmisch levensgevoel vermoeden, een verbondenheid met het ruimtelijke, met het planetaire en het interplanetaire. Het oproepen van een siderische visie door Hildebrandt moet gezien worden als een eskapisme. In wezen lijkt hij ons een moralist, die zich aan de menselijke hoogmoed en de tellurische janboel tracht te ontworstelen. Wat de wetenschap in de kosmos eksploreert, wordt door hem op zijn manier beleefd en voorgesteld: geladen met zijn emoties, angsten en verwachtingen; vervormd tot zijn myte; opgetild tot toverachtige schoonheid, die hij puurt uit het overweldigende. Veeleer wordt het een visionaire feeërie en een nobel spatialisme dan het prozaïsch konterfeiten van wat er in het uitspansel omgaat. Het is de wiekslag van de verbeelding uit een al te rationeel bestel. Het is, zoals in de letteren bij de Saint-Exupéry, het zoeken van een oneindig ruimer perspektief.
Hildebrandt roept een nebuleus universum op, waarbij de kleur de kans krijgt emotionele sonoriteit te worden. Op deze ekspansieve doeken treft telkens een gekontroleerde uitspatting. De verf onttrekt hij aan de logge materie. En weer verschijnt - in een aantal van die schilderijen - de mens, ofschoon slechts als een teken. Op het laatste schilderij van de serie vormt een menselijke foetus het blikvangend sanktuarium. Zo is het kosmische avontuur van Hildebrandt onontkoombaar, maar ontroerend, op het menselijk ‘beginsel’ uitgelopen. Andermaal moest hij het spoor van de mens achterhalen.
In zijn oeuvre groeiden de kosmische vuurwerk-schilderijen tot een orgelpunt uit. Dit impliceert nog geen eindpunt! Waarheen de toekomst hem zal voeren, kan geen mens voorzien, maar wel enigszins voorvoelen. Waarschijnlijk opnieuw naar de mens.
Hildebrandt, die geenszins een kultuurpessimist is, houdt immers hartstochtelijk van onze afschuwelijk-schone aarde. Laat hem lichtdrager (naar zijn naam Hildebrandt) blijven!
René Turkry