Jos Dufour: Oude molen bij winter.
1985 werd hij laureaat in de Nationale Wedstrijd te Villers-la-Ville.
Ongeveer twintig jaar geleden ging Jos Dufour naar een tentoonstelling van abstrakte kunst te Brussel. De kleuren boeiden hem zo sterk, dat hij een tweede richting in zijn tot dan toe ekspressionistisch werk volgde. Van het abstrakte kleurenpatroon ging hij naar een surrealisme met sterke verbeelding, vandaar de toetreding tot een nieuwe kunstvorm: de ‘fantasmagie’.
In elke boomwortel, steen, puin of holle weg, overal duiken eigenaardige wezens op, vaak met een profiel van een bekende figuur. Onbestaande monsters willen uitdrukken, wat de schilder bedoelt met de wereld rondom zich, een wereld die ons doet denken aan Jeroen Bosch. De schilder komt met dit werk slechts zelden op tentoonstellingen in gewone zalen; voor wie het ziet is het niet alleen eigenaardig maar ook buitengewoon als ware kunstuiting. (Aubin Pasque).
Jos Dufour leeft zich werkelijk uit in deze grillige vormen. Het is als ‘De Dubbelganger’ uit het werk van Dostojewsky.
Tentoonstellingen: Vierjaarlijks Salon van Gent 1960; Internationaal Salon, Egmont Paleis Brussel 1963; Provinciale tentoonstelling Brussel 1958; Nationale Wedstrijd (Villers la Ville) 1965, laureaat; Rennes; Praag.
Individuele tentoonstellingen: Brussel, De Panne, Diest, Leuven, Keerbergen, Mechelen, Antwerpen, Gent, Zichem.
Werken in het bezit van de Belgische Staat en van het Ministerie van Justitie en in privéverzamelingen in België, Frankrijk, U.S.A. en Groot-Brittannië.
Jan van Hemelrijck