André Demedts.
Zijn ‘pessimisme’ is dat van de optimist die niet naïef wil zijn. Zijn ‘lijden aan het leven’ vergezelt zijn dagelijks gevecht op vele fronten. Zijn geloof is dat van de man die wil geloven en de twijfel kent. Demedts verdedigt waarden uit het verleden om nieuwe waarden te kunnen verwerven. Hij denkt liever na als te praten om nadien te kunnen spreken en handelen. Hij die in zijn dagelijks leven en in zijn werk getuigenis aflegt van zijn kristelijk geloof, zal nooit anders als met waardering spreken over wie zijn geloof niet deelt. Hij werkt als een kluizenaar en ontvangt allen als vrienden.
Demedts die een pauselijke onderscheiding ontving uit de handen van de bisschop van Brugge en daar oprecht gelukkig mee was, aarzelde niet om het bisschoppelijk beleid inzake Leuven duidelijk en publiek af te keuren. Tipisch voor de geboren kontestant Demedts, die altijd links heeft gestaan, aan de zijde van de zwakkeren en daarom ook aan de zijde van zijn volk.
Ja, waarom zou ik hem niet links noemen? Ik durf daarbij de titel van een van zijn werken, ‘De levenden en de doden’ in verband brengen met een konkluzie van Paul De Wispelaere over ‘links’: ‘leven is in zichzelf links, rechts is dood’.
‘André Demedts, wie ben je?’ Wat hier geschreven staat, heeft geen belang. Belangrijk is alleen dat velen gelukkig zijn omdat André Demedts bestaat.
‘André Demedts, wie ben je?’. Het antwoord geef je door verder te werken.
Erik Vandewalle