Jan Cox: Cirkus in het dorp.
binnenkomen in de hal. Helaas, door een scherp artikel van Victor Brunclair stortte heei het cenakel in en Jan werkte opnieuw figuratief en met de oude kleurenrijkdom.
Hij werkte in de oude pastorie te Testelt bij Averbode, samen met van Roosbroeck, wiens zogenaamde assistent hij was. Hier sloot hij vriendschap met Marnix Gijsen en bleef met hem in kontakt toen deze sekretaris van Frans Van Cauwelaert werd en later ook nog toen Gijsen in Amerika verbleef. Jan telde onder zijn goede vrienden eveneens Karel Candael, De Beer en De Bock. Met Victor Van Beylen, Boerewaerd en Floris Jespers verbleef Jan aan zee, was in de jaren 1920-30 bij Permeke, toen de meester van Jabbeke zijn hoogtepunt bereikte. Jan schilderde scheldegezichten en portretten, samen met Oscar Verpoorten. In 1950 sloeg hij voorgoed zijn tenten op in een nieuwgebouwd en ruim huis te Boeckhout. Daar heeft deze noeste werker sedertdien een indrukwekkende voorraad opgeslagen van zijn grote en felgekleurde schilderijen: stillevens, cirkusvolk, paarden, zigeuners, kermissen, waaruit hij thans feitelijk alle wilde beweging heeft gebannen. Het is alles heel statisch geworden en rustig, met het aksent op de vindingrijke kompositie en ook nog steeds, zoals we reeds zegden, op de afwisseling van warme en wel eens gewaagde kleurenschema's.
Titels als ‘De reizende komedianten’, ‘De schiettent’, ‘Het bal in de danstent’, ‘Week-end in het woud’, illustreren hierbij onze uiteenzetting. De achtergronden van zijn doeken zijn opvallend klein geworden en distilleren nog alleen de schaduw van het tableau naar een geheimzinnig licht in de hoogte.
Jos van Rooy