9
Jef Claerhout
Prijs Malpertuis 1971
‘Met deze prijs ben ik zeer blij; toen ik een jongen was heb ik praktisch alle verhalen van John Flanders gelezen, verslonden; hij was voor mij de grote vriend (hoewel ik hem nooit gekend heb) die een geheimnisvolle wereld opengooide; en misschien zijn mijn kreaties wel ergens schatplichtig aan deze grote schrijver...’
Aldus Jef Claerhout, eerste Malpertuislaureaat. De prijs werd gesticht ter waardering van de tweetalige Gentse auteur John Flanders - Jean Ray, en zal om beurten in telkens een andere kunsttak toegekend worden.
Claerhout, geboren te Tielt in 1937 en thans te Sijsele wonend, heeft op enkele jaren tijd een bekendheid verworven die in geen geval tot het eigen gewest beperkt blijft. In zijn rijke variatie van metaalskulpturen zijn het niet alleen de afzonderlijke, verhandelbare stukken die de kunstminnaars aanspreken; een voorbeeld van zijn ambachtelijk doorzettingsvermogen is thans in wording: voor de nieuwe sporthalle te Anderlecht een 18 meter lange fries met een duizelingwekkend aantal gesmede en nog te smeden beeldjes, die alle sporttakken illustreren.
Hij mag zich veel veroorloven omdat hij veel
Jef Claerhout: koperskulptuur (foto-atelier J. de Meester, Assebroek)
kent; sinds vroeg heeft hij de knepen van het vak geleerd. Brons, geelkoper en staal, al dan niet verchroomd of vernikkeld, zonder dat hij je daarom alle geheimen verklapt, wordt plooibaar naar zijn hand. Zijn ‘smidschap’ is ontwikkeld, gedrild, om de grillige kronkels van zijn fantazie te volgen. Soms word je gekonfronteerd met een oerbeeld, nobel of schrikbarend, dat hij uit de diepte van wie weet welk bewustzijn heeft opgewoeld.
Elementen uit de sagenschat of uit de (fantastische) literatuur heeft hij tot onderwerp genomen. Maar het leven zelf, tastbaar om zich heen, leverde hem tema's waaraan hij pregnante aksenten heeft toegevoegd. Je moet zien hoe hij een paard smeedt (doorvoelt iemand nog ooit wel een paard?), of een boerenechtpaar, of vooral vogels op hoge poten en met grote, brede bekken. Zoek bij hem geen soberheid noch abstrahering, noch koele berekening, wel een koppige en lang volgehouden uitbundigheid. Als voorbeeld kan je Gulliver nemen die geboeid op een wagen ligt met Lilliputters omzwermd, of de vogelhandelaar op een ‘traamkar’ met manden vol vogels, alles in koper gedreven. Of het