De kunstkritiek balanceert in het algemeen
tussen de uitersten van conventioneel onder-
zoek en van lyriese autopsychologie. Kritiek
is inwijding. En niet een biecht van de
kritieker. De kritiek heeft slechts op twee
vragen te antwoorden. De vraag naar het
visionaire in het werk (de spiritualistiese
inhoud) en deze naar de gelijkwaardige
techniese realisering van deze visie in het
kunstwerk. Samen naar het evenwicht van
visie en formele realisering.