Pius X-kerk te Vorst
Aan de architecten werd gevraagd een kerk te ontwerpen rekening houdend met het algemeen streven naar eenvoud en met de beperkte middelen waarover men kan beschikken.
Het is in die geest dat de bestaande kapel behouden werd, en men hierbij een nieuw volume liet aansluiten op zulkdanige wijze dat de verschillende volumes zowel van buiten als van binnen harmonisch op elkaar inspelen.
Het thema van het gebouw is ‘opgang naar het licht’. Het trapeziumvormig grondplan laat toe 440 personen in slechts 8 rijen rond het altaar te groeperen, en aldus het contact tussen celebrant en gelovigen zeer te vergemakkelijken.
De onderbouw is in gewapend beton. Vanuit deze steunpunten vertrekken de houten spanten van de dakstructuur. Het geheel is bekleed met leisteen. Onder de leien werd een thermische isolatie in glaswol aangebracht om tevens de akoestiek te verbeteren. Het daglicht komt binnen langs een brede lichtband in polyester die vanaf de grond langs de zijwanden omhoog loopt tot aan de nok en daarlangs de zoldering doorloopt van de ene zijde tot de andere.
Het kunstlicht is met dezelfde bedoeling aangebracht: het interessecentrum, het altaar, goed te verlichten en de ruimte die niet benadrukt moet worden in het half duister te laten.
Het koor is slechts licht verheven. Het altaar in blauwe hardsteen is een geschenk van de parochianen aan hun pastoor bij gelegenheid van zijn priesterjublileum. Een rij deuren werd aangebracht onder het uitspringend dak dat over de ganse lengte van de kerk als luifel dienst doet. Het geheel van dakspanten, luifel en deuren, is zo opgevat dat het gezichtsveld niet onderbroken wordt en men, vooraleer de deurdrempel overschreden te hebben, reeds getroffen wordt door die ‘vlucht’ naar het licht.