O.L.V. kerk Stokkel
Het gaat hier over een parochiaal centrum, bestaande uit een kerk van 800 plaatsen, een weekkapel van 200 plaatsen, katecheselokalen, parochiale bibliotheek, en lokalen voor mutualiteit en jeugdbewegingen.
De eigenlijke kerk, als hoofdelement, is vierkantig en bepaalt de vorm van het ganse gebouw. Het schip is in gewapend beton, en de dakstruktuur wordt geschraagd door ronde zuilen die binnen de kerk een omgang vormen.
De schikking van de ramen, - in de achterwand over gans de breedte, en in de zijwanden slechts ter hoogte van het koor, - richt de aandacht naar het altaar en de cultushandelingen die er plaats grijpen tegen een wand die volledig afgesloten is. Die beweging wordt nog bevorderd door de materiaalkeuze: houten lambrizering op de zijwanden en de koorwand is geschilderd. De bevloering in gezaagde donkerblauwe hardsteen versterkt het gevoelen van sereniteit en het ritme in de architecturale verhoudingen. De zoldering is in zichtbeton, glad of ruw, naargelang de plaats. De koorruimte is bekleed met witte marmer van carrara, alsmede de altaarsteen die op een roestvrij stalen voetstuk rust.
De toegang tot de kerk gebeurt langs een voorplein met monumentale trap die door zijn opwaartse beweging en zijn lengte, alsmede door de contact-mogelijkheden die hij de parochianen biedt, het bewustzijn van wat er gaat gebeuren bevordert. Dit voorplein, afgesloten door twee volumes in natuursteen met bloemen en planten bedekt, brengt er psychologisch en architecturaal een benaderingselement tot stand. Voor wie de trappen te moeilijk zijn is een tweede toegang langs een licht stijgende helling voorzien. Langs daar heeft men ook de toegang tot de lokalen die niet voor de cultus bestemd zijn.
Oorspronkelijk was het volume in natuursteen rechts van de trap, bedoeld als onderbouw voor een gaanderij tussen de huidige devotiekapel en een doopkapel die voorzien was op het uiteinde van het trapeziumvormig volume. De nieuwe liturgische schikkingen plaatsen echter de doopselvieringen meer centraal in de kerkruimte zelf en maken dus een afzonderlijke doopkapel overbodig. Deze weglating beïnvloedt enigszins de verhoudingen van de volumes. Ook was de kerk opgevat met een dak in de vorm van een pyramide, en aan de voet van de trappentoegang was een toren voorzien. Om verschillende redenen, o.a. om reden van besparing, werd de toren niet uitgevoerd, en werd het pyramidevormig dak vervangen door een plat dak met een betonnen bovenstruktuur waarin later drie klokken zullen opgehangen worden.
Onder de kerk, inspringend tegenover de kerkruimte en in natuursteen, bevindt zich een weekkapel van meer klassieke vorm. Van binnen is die weekkapel uitgevoerd in de-