Paul Joostens
Paul Joostens is in 1910 begonnen zoals alle schilders in dit land: impressionistisch. Maar snel is hij van dit stramien afgestapt. Zijn vriendschap met Paul van Ostaijen bevorderde zijn openheid naar de moderne kunst. Hij leefde volop mee de gisting die zich in alle richtingen voltrok. Paul Joostens heeft kubistische schilderijen gemaakt, is tributair aan het ekspressionisme geweest, hij stond zelfs op de voorpost en heeft vijftig jaar geleden assemblages, kollages en een soort pop-art gemaakt, die men thans voor hedendaagse kunst houdt. Maar al deze strekkingen waren niet bij machte hun stempel op Paul Joostens te drukken. Hij heeft een eigen kunst, een eigen visie gebracht en neemt een aparte plaats in in de Vlaamse kunst. Alleen de gotiek en de moderne film zijn hem doorheen alle jaren blijven bekoren. Het is een vreemde koppeling, zoals ook het feit dat samenvloeiende beïnvloeding van een godsdienstige sfeer en a-religieus milieu hebben samengewerkt.
Paul Joostens was misschien een verbitterd mens, een opstandig man maar hij was vooral sentimenteel en de agressiviteit diende om dit sentimentalisme te verbergen. Men heeft Paul Joostens genoemd (er is meer in het Frans dan in het Nederlands over hem geschreven): peintre maudit - l'alchimiste de la face humaine - peintre de la fin du monde - de kluizenaar van de grote stad, enz. Bij gelegenheid van een retrospektieve tentoonstelling in het Begijnhof te Hasselt schreef ‘Kunst en Kultuur’ deze bedenking, die hogergenoemde tragiek op een ander plan belicht:
Hij zou het beslist fijn gevonden hebben met zijn provocerende obsessies in zulk een veilig schuiloord onderdak te hebben gekregen. Hij heeft het niet mogen beleven. Zijn werk is uitdrukking van een ziekelijke vereenzaming. Na enkele gelukkige pogingen om aansluiting te vinden bij de hedendaagse stromingen van het geestesleven, verzinkt Paul Joostens met de jaren meer en meer in een onvruchtbaar egocentrisme, dat zich projekteert in de onrijpe voorstellingen van wat hij zelf zijn ‘poezeloezen’, zijn kindjesvrouwen noemde.
Zijn goede vriend Mr. J. Heinz heeft treffend eenzelfde tragisch beeld van Paul Joostens opgeroepen: U zult getroffen worden door zijn tematiek: nooit een landschap (‘natuur is in laatste instantie verdelging’), geen stilleven, noch bloemstukken. Maar de mens stelt hij