Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 20
(1971)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |
Automobilen-skulpturenEen vorm van bewegelijke kunst. Via electronische impulsen en selecties reageren de Automobilen-Skulpturen op de nadering of het weggaan van de toeschouwer (Utz Kampmann) | |
CachetsComposities samengesteld en gemaakt met de sporen, achtergelaten door tampons. (Arman) Zie ook Cachetage. | |
CompressionsVerwant met accumulation. Bedoeld is het samenpersen van gelijkaardige produkten tot een massa, bijv. lege tubes tandpasta, auto's, buizen, enz. César Baldaccini begon er mee in 1960, maar thans heeft hij de compressions verlaten voor de expansions. | |
Faux tableau-piège / falsches fallenbildDe kunstenaar bedenkt en beeldt uit een situatie, die in alle onderdelen en details door het toeval kon tot stand gebracht zijn. De verbeelding van de kunstenaar kan bereiken dat er visueel geen onderscheid tussen een vals en een echt tableau-piège bestaat. (Daniel Spoerri) Zie Topo-graphie en Tableau-piège. | |
Happy-artDe schilder is verheugd en verrukt zowel over de kleine dingen van het leven als over onsterfelijke meesterwerken. Aan dit gevoelen geeft hij uiting zoals Etienne Elias, die in België de happy-art vertegenwoordigt, zei: ‘Soms geniet ik evenveel van een appel of een glaasje yoghurt als van de Mona Lisa. De nieuwe kunst zal zeker happy-art zijn.’ | |
Luchtkunst / air-artIn 1970-71 werden tentoonstellingen ingericht onder de verzameltitel Luchtkunst of Air-Art (Melbourne, Caracas, Boston, Amsterdam). Hierbij waren verschillende Amerikaanse of in Amerika levende kunstenaars betrokken en de bedoeling was te laten zien hoe deze kunstenaars op het begrip lucht reageren en er een bepaalde expressie aan geven via projecten en objecten. H. Haacke registreert het weder of bootst het na; A. Cuctara produceert luchtstromingen; Br. Nauman bouwt ademende muren; J. Downey transformeert elementen die in licht aanwezig zijn, tot geluid en beweging, enz, enz. Het begrip luchtkunst is dus ruim opgevat en beweegt zich tussen object- en conceptie-kunst. Zie ook pneumatische kunst. | |
Mat / multiplication d'art transformableHet woord werd in verschillende gevallen gebruikt; er worden zelfs processen gevoerd over het eigendomsrecht. MAT bracht de eerste gemultipliceerde objecten en onderscheidt zich van wat onder reproductie werd verstaan in de zin dat reproductie alleen op het vermenigvuldigen van eenzelfde kunstvoorwerp slaat, terwijl MAT variaties toeliet, zodat ieder exemplaar van een serie tot een origineel exemplaar zou kunnen gevaloriseerd worden. MAT zag tevens af van de traditionele vermenigvuldigingsvormen (litho, ets, afgietsel, tapisserie, enz.) en zocht voor ieder object de aangepaste multiplicatiemethode. Aan de eerste tentoonstelling, ingericht door Mat in november 1959 te Parijs, namen deel Agam, Bury, Duchamp, Gerstuer, Rot, Man Roy, Soto, Tinguely en Vassarely. MAT specialiseerde zich in kinetische kunst. Zie ook Ars Multiplicata en Multiple. | |
MetamaticsIngewikkelde machines gebouwd door Tinguely, die dienen om te tekenen evengoed als machines, die helemaal voor niets dienen of erger nog gebouwd werden om zich zelf te vernietigen. | |
Multiplicateur d'art / kunstmultiplikatorHet idee is van Spoerri afkomstig en hoofdzakelijk door hem beoefend. Een tableau-piège of Fallenbild wordt op een spiegel overgedragen en daaraan vastgekleefd. Een identieke situatie wordt op een tweede spiegel herhaald. De twee spiegels worden met scharnieren met elkaar verbonden en boven elkaar geplaatst zodat men een ‘triple multiplicateur d'art’ krijgt. De spiegels kunnen echter ook schuin of in hoeken met elkaar verbonden worden, wat aanleiding geeft tot een ‘multiplicateur héxagone’. | |
PlexiglasKunststof behorend tot de thermoplasten, die na W.O. 2 in gebruik kwamen en veelvuldig door plastische kunstenaars worden aangewend. Dit harde materiaal is zeer transparant en laat meer licht door dan vensterglas, maar het weerkaatst niet het licht, dat in de plaats aanwezig is. Dit licht stroomt door het materiaal en komt aan de andere kant uit. Het materiaal wordt ook behandeld en bespoten met acrylverf, soms met vele lagen boven elkaar zodat men van kleurblok mag spreken (McCrachen, R. Irwin, Kauffman, e.a.). | |
Politieke kunstDe huidige situatie en problematiek van de politieke aktie wordt met plastische middelen uitgebeeld en zelfs gedemonstreerd. Politieke kunst slaat op de inhoud, die in het geëngageerd werk tot uiting komt. Wanneer een kunstenaar bijv. uit protest zijn werk vernietigt of terugtrekt uit een tentoonstelling, dan is dit geen politieke kunst, maar een politieke daad of een publicitaire stunt. Tot deze kunst is grotendeels te rekenen de ‘straatkunst’, die in 1968 in Parijs spontaan openbloeide en in 1970 in Duitsland ‘gemaakt’ werd. Ook de figuration narrative en de comic strip worden vaak politieke kunst genoemd evenals de gewilde ‘Störobjekte’ en de schokobjecten van kunstenaars als Kienholz, Alvermann, Stenvert, Breuste-Petersen, enz. In 1970 werd een internationale tentoonstelling ‘kunst en politiek’ samengesteld (dertig kunstenaars uit U.S.A., Duitsland, Italië, Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Brazilië). | |
PolystireenZie Expansions controlées. | |
Poulet 20 n.f. groupeDeze groep past een speciale techniek toe. Fotografische ondergronden en reproducties worden met helle kleuren bewerkt (Schmerck, Sanéjouand, Chabaud). | |
Pre-columbiaanse kunstKunst van voor de ontdekking van Amerika door Columbus (Mexico en Zuid-Amerika vooral). De invloed ervan in de hedendaagse kunst is uiteraard zeer groot bij de Mexicanen (Ruf. Tamayo, meer nog dan Ribera e.a.), de Braziliaan Cand. Portinari, de Chileen Matta Echaurren. Maar ook in de Verenigde Staten en in Europa spert men dikwijls Pre-columbiaanse invloed; het streven om zich van de Westerse kunsttradities te bevrijden, dat zo kenmerkend is voor de hedendaagse kunst drijft velen naar opzoekingen in andere kultuurgebieden. Pre-columbiaanse beïnvloeding wijst men o.m. aan in het beeldhouwwerk van Henry Moore, bij Mirko, Ad. Gottlieb, Gorky e.a. | |
[pagina 174]
| |
Preformulated art‘Kunst met voorbedachten rade’; de term wordt gebruikt in de computerkunst. De kunstenaar, die de computer inschakelt moet immers vooraf zijn vormentaal concipiëren en bedenken hoe hij deze taal zal hanteren. | |
Pre-popRober Rauschenberg, Larry Rivers en Jasper Johns worden samengebracht als de promotors van de Amerikaanse pop en vormen de z.g. Pré-pop. Rivers schilderde begin 1960 zijn ‘bankbiljetten’ en later bracht hij sigarenkistjes, versierd met reprodukties van Rembrandt of Fr. Hals. Rauschenberg is de vader van de combinepainting. Johns begon reeds in 1954 met het schilderen van de Amerikaanse vlag en kort nadien van schietschijven. | |
Psychische improvisatieHet psychisch improviseren is een idee van Kandinsky (vóór 1914) en van Klee, die spreekt van ‘Das Urgebiet der psychischen Improvisation’. De kunst wordt dan een spontaan neerschrijven van de psychische belevenissen. Het werd veel toegepast o.m. door de surrealisten en de surrealistische abstractie. Vanaf ca. 1942 treedt het sterker op in de V.St.: Motherwell doet het in de geest van Dada en de surrealist. abstracten, Gorky ontwikkelt figuratieve improvisaties, de Kooning en Pollock kwamen erdoor tot de Action Painting en het Abstract expressionisme. Te Parijs waren na 1945 Hartung, Soulages, Wols en Fautrier de voornaamste vertegenwoordigers van de psychische improvisatie. In Engeland was het Bryan Winter, Heron, Turnbull e.a., die meestal in een meditatieve geestesgesteltenis werkten. | |
Psycho-pathologische kunstKunst van psychisch gestoorden, waarvan de grondigste studie deze is van H. Prinzhorn. Geesteskranken werden bewust geïmiteerd door diverse kunstenaars in de naoorlogse tijd, meestal abstracten en surrealisten, maar ook realisten. Aldus David Hockney in Engeland en Horst Antes in Duitsland. Ook Francis Bacon en zijn navolgers laten zich door psychopathologische kunst inspireren, evenals de Nederlandse Experimentelen. Er zijn vanzelfsprekend ook een aantal echt psychopathische artiesten zoals de Litauer Fr. Schröder-Sonnenstern in zijn surrealistische tekeningen. | |
(Die) PuppeMet de ‘Pop in de Kunst’ wordt niet bedoeld de pop als speelgoed of als fetisch, maar de vrouw zoals ze in de kunst na 1965 als schablon verscheen, o.a. in de Cosmetic Studies van Hamilton, in de Figures van Allan Jones, in de Monroe-cyclus van Warhol, in de Migof-Mannequin van B. Schultze en verder in opblaasbare reclamepoppen, reclamefoto's en affiches, objecten, enz. | |
RaumeindrückeJürgen Klein studeerde physica en mathesis. Op grond van deze wetenschappen ontwikkelde hij een nieuwe schilderstechniek, die hij sinds 1968 aanwendt. Met spiraalvormige kleurkubussen worden ruimte-indrukken opgeroepen zodat met statische middelen een beweeglijke impressie wordt verkregen. | |
Raumliche gegenständeNaam gegeven aan beeldhouwkunst, die niet meer als beeldhouwkunst wil doorgaan, maar voorwerpen ontwerpt met bewerkte vlakken, uithollingen, doorboringen, positieve en negatieve vormen, alleen met de bedoeling het driedimensionale te beklemtonen over het voorwerp heen. | |
Realismo politico y socialAldus heette de Mexicaan David Sequeiros zijn reusachtige fresco's, grootsprakerige monumentale werken, chaotisch van compositie. Het is sociaal-revolutionair tendenswerk, symbolistisch en kosmisch van conceptie. Deze art engagé is verwant met de heftige werken van Orozco en de epische van D. Ribera. Hun expressionistische deformatie onderscheidt hen van het socialistisch-realistisch academisme der Sovjetkunst. | |
Réalités nouvellesNa een onbelangrijke eerste tentoonstelling (1939) werd die naam gebruikt voor een tweede tentoonstelling gehouden in 1947 door de antiquair F. Sigès. Het werd een groep, die Abstraction-création voortzette en de grote figuren van de naoorlogse abstracte Ecole de Paris verenigde. De term ‘Réalités nouvelles’ wordt, evenals ‘art concret’, omstreeks 1950 door vele abstracten verkozen boven ‘art abstrait’. Men wil aldus benadrukken dat het in de abstractie om nieuwe realiteiten gaat; bv. de kleur-vormverhouding, de psychische wereld, de veroveringen van de moderne wetenschap (o.a. materie = energie). | |
Refus globalGroep jonge Canadese surrealisten, gesticht in 1948. | |
RegistratieDe kunstenaar beperkt zich tot registratie van alle mogelijke zintuigelijke ervaringen, die een mens op een bepaalde plaats kan hebben. Hij gebruikt daarbij bandrecorders, foto, film, beschrijvingen, enz. (multisensual presentation). De persoon van de kunstenaar (= registrator) blijft hierbij op de achtergrond. Het uitkiezen van de plaatsen, waar de waarnemingen zullen gebeuren, wordt ook als een deel van deze kunst beschouwd (Mark Boyle, ‘Journey to the surface of the earth’). Andere registraties zijn de ‘Tidal series’: bijv. waarneming van een bepaald stuk strand in zijn wisselende gedaanten, veroorzaakt door wind, storm, getij, enz. | |
Rixdorfer gruppeEen in 1963 te Berlijn gestichte gemeenschap van vier grafici en drukkers (Uwe Bremer, A. Schindehutte, J. Vennekamp, A. Waldschmidt). In hun werk leven demonen, naast komische situaties. | |
School of seeing / schule des sehensKokoschka heeft vele jongeren na W.O. 2 teruggebracht tot de Europese traditie van figuratie, in oppositie tot abstractie, technologie en primitivisme. In zijn kunstonderwijs te Salzburg (Intern. Summer Academy for the Study of Creative Arts, vanaf 1953) onderwijst hij in die zin een picturale methode, die uitgaat van het kijken zelf en van de prioriteit van de kleur boven de lijn bij de waarneming. Hij noemt dit een ‘School of seeing’, een ‘Schule des Sehens’. | |
SeptembermennTot 1945 was de IJslandse schilderkunst traditioneel en beperkte zich tot landschappen en portretten. In september 1945 keerden een aantal IJslandse schilders, die gedurende de oorlog in het buitenland vertoefd hadden de een na de ander, in hun land terug. Ze brachten, met overspringen van een lange evolutie, in éénmaal de abstrakte kunst in hun land. Ook thans nog beheersen de Septembermenn de kunst in IJsland. Ze hebben Súm voorbereid. | |
SignalenDe vormschoonheid van vele signalen of verkeersborden langs de weg wordt door de kunstenaar aanvaard en soms geïsoleerd voorgesteld. Deze signalen vormen een kunstwerk en kunst krijgt een door iedereen verstaanbare taal. Dat is althans de bedoeling (Peter Brüning). | |
Socialistisch realismeMarxistisch-leninistische opvatting van de kunst in dienst van de sociale revolutie. In Rusland evolueerde het tot een strakke opvatting van kunst onderworpen aan de partijlijn, d.i. akademisch realistisch naar de vorm en tendentieus-propagandistisch naar de inhoud (Toidsé, Grassimow, Plastow e.a.). Het bleef gehandhaafd na de oorlog en werd ingevoerd in de satellietstaten en in China. De moderne kunstrichtingen werden als Formalisme veroordeeld. In het Westen werd het soc.-realisme door weinig marxisten naar | |
[pagina 175]
| |
de letter toegepast (A. Fougeron e.a.). De meesten gebruikten zoals Picasso, E. Pignon, A. Marchand, R. Guttuso, een expressionistische stijl ook waar het een socialistische tematiek betrof. Dit geldt ook voor de Mexicanen Rivera, Orozco en Siqueiros, bij wie bovendien het indiaanse primitivisme een rol speelt. | |
Space dimensionGroepswerk van vier Nederlandse en twee Engelse kunstenaars, met steun van het museum te Schiedam in mei 1970 uitgewerkt. Een ruimtelijke constructie als beeld voor een toekomstige leefsituatie. | |
StatementsWanneer kunstlicht wordt aangewend om objecten te verlichten en dit licht als een wezenlijk deel tot het object gaat behoren, spreekt men van statement. | |
Steno-techniekIn het schilderij of voorstelling worden symbolen of tekens gebruikt om voorwerpen, begrippen of personen aan te duiden (vgl. tekens bij de stenografie), bv. een pijp betekent man, een driehoek vrouw, een blote voet oude boerin, enz. (Mirò). | |
StradartEen vrachtwagen omgebouwd tot een tentoonstellingsruimte, een grote glazen kooi waarin verschillende kunstwerken prijken. De wagen rijdt door de stad om de man van de straat, die geen museum of kunstgalerij durft ingaan, in contact met de levende kunst te brengen. Stradart werd gebouwd door galerie Iris Clert te Parijs en was in 1970 in België aanwezig o.a. te Antwerpen en Knokke. | |
StrassenkunstIn 1970 stelde de stad Hannover 1 miljoen DM ter beschikking voor het experiment Strassenkunst. Leiding van de uitvoering kreeg Manfred de la Motte. Voor hem is Strassenkunst niet bedoeld als opsmuk van de binnenstad, maar hij ziet drie aspecten aan de Strassenkunst: 1. duurzame kunstwerken op verschillende punten plaatsen (beeldhouwwerken, maar ook bronnen en fonteinen); 2. happenings en manifestaties organiseren die enkele dagen of weken duren; 3. korte manifestaties inrichten, zoals straattoneel, muziekuitvoeringen, enz. Zie ook Politieke kunst. | |
Subjects of the artists school / the (artist's) clubEerstgenoemde term betreft een kunstschool te New-York, die de bakermat werd van het Amerikaans abstract expressionisme (1946, Baziotes, Motherwell, B. Newman, Rothko). Daaruit ontwikkelde zich de groep ‘The Club’, die de avantgarde-schilders wekelijks samenbracht in een zolder op 31 East 8th Street (1948, de Kooning, Kline, Marca-Relli e.a.). De naam abstracte expressionisten (1946) werd op voorstel van H. Rosenberg door Action Painting vervangen. | |
Subkultur der 50ER jahreMen kent de met lichtjes voorziene trekbillards, waar de klant een trekker overhaalt en een bal wegschiet, die in een holletje valt. De firma's Gottlieb & Co en de Williams Manufacturing Corporation brachten modellen op de markt vol kleurrijke tekeningen met pin-ups en feestvierende mensen. Uit deze voorstellingen werden Ausschnitten gemaakt en eventueel op vergrote schaal gereproduceerd. Deze Ausschnitten werden op de kunstmarkt gegooid en ze kregen zelfs een verzameltitel: Subkultur der 50er Jahre. | |
SúmNaam van een tentoonstelling van vier IJslandse kunstenaars, die in 1965 voor het eerst pop-art en kinetische kunst in hun land exposeerden. Ze besloten onder die naam verder te werken en zochten internationale contacten (o.a. met Fluxus) en haalden buitenlandse kunstenaars bij zoals Diter Rot, die een groot deel van het jaar in IJsland verblijft. Súm is het lokale kader ontgroeid door deelname van vele kunstenaars zoals Spoerri, Hamilton, Beuys, Fillion, Brecht, Thomkins en Williams. Súm zoekt ook naar samenwerking met schrijvers en componisten. | |
Surréalisme mental / redenerend surrealismeRené Magritte stelt regelmatig het zichtbare in oppositie met zichzelf, hij betwist de klaarblijkelijkheid. Zo toont hij het absurde aan van de wereld; deze laatste is immers voor hem zo raadselachtig als zijn schilderijen het zijn. Zijn pessimisme uit zich in koude humor door makabere elementen (doodskisten, lijken, nacht). Men kan dus moeilijk van hem een geestesverwante maken van de Pop Art, die in wezen hoofdzakelijk optimistisch is. | |
Surréalisme révolutionnaireDe revolte was, zoals de droom, vanaf het begin een der konstanten van het surrealisme. Er ontstond evenwel vooral in Frankrijk ca. 1951 een reactie tegen sommige buitenissige vormen van het naoorlogs surrealisme, reactie die de naam ‘surréalisme révolutionnaire’ kreeg en die ook expressionistische tendensen vertoont (Schneider, Mortensen, Atlan, Doucet). In die zin ageerde ook het gelijknamig tijdschrift, waarin A. Jorn een leidende rol had. | |
Superfiguration / supergegenständlichkeitDaarmede bedoelde de Duitser Klapheck (1955) een kunst, die technologische voorwerpen verheft tot fetisjen, beladen met demonische magie. Daartoe maakt hij serieën schrijf- en naaimachines, telefoons, douches, bellen, sirenes e.d. De ‘Caissons’ e.a. Lederobjekte van Horst Kalinowski (1960) zijn hiermede verwant; beide hebben met de demonische tendens van de fantastiek te maken. | |
Surrealistische derealiseringStreven om aan de voorgestelde realiteiten een onwerkelijk karakter te geven. Onder de jongere surrealisten vooral merkbaar bij Jorge Camacho; hij schildert donkere kamers, waarin vreemde elementen door kijkgaten staren: beenderen, bloemkolen, dierekoppen, dat alles scherp getekend. Het kan ook voor poëtisch surrealisme doorgaan. | |
Surrealistisch expressionismeZo heet men soms een naoorlogse expressionistische strekking, die de fantasie en de geheimzinnigheid van het surrealisme gebruikt, niet om het onbewuste uit te beelden maar om aan de menselijke dramatiek uiting te geven. Daartoe behoort een belangrijk deel van het werk van K.O. Götz, Baj, Co Westerik, O. Landuyt. | |
Surrealistisch protestIn de naoorlogse tijd werd de surrealistische beweging geschokt door enkele feiten met religieuze ondergrond; in 1948 verscheen daarop het anti-religieus manifest ‘A la niche, les glapisseurs de dieu’, ondertekend door 52 kunstenaars. Toen in 1951 de praktizerende katholiek Michel Carronges tot de beweging toetrad, gaven negen leden (waaronder Lebel-Waldberg, Acker, e.a.) ontslag. Andere principiële standpunten werden ingenomen; in 1956 ‘Hongrie, Soleil levant’ als steun voor de Hongaarse opstand en in 1958 het pamflet ‘Démasquez les Physiciens, videz les Laboratoires’ met de eis tot stopzetting van ieder researchwerk in de richting van de atoombom. | |
Surrealistisch spontaneïsmeHet intuïtief en spontaan creëren van kunst, dat verband heeft met het surrealistisch automatisme, werd o.m. beoefend door Adrien Dax in technische experimenten, zoals zijn ‘affiches interprétées’ en zijn ‘impressions en relief’. | |
TGruppo T werd in 1959 te Milaan gesticht en sloot in 1963 aan bij Nouvelle Tendance. Tracht beweging en geluid te combineren en experimenteert op het optische vlak (G. Anceschi, D. Boriani, G. Colombo, G. de Vechi). | |
Tableaux affreux / frighful picturesReproducties van oude meesters worden met bijtende, scherpe | |
[pagina 176]
| |
kleuren en omtreklijnen bewerkt. Men spreekt ook van ‘Made in Japan pictures’. | |
TapesTentoonstelling met niets dan mini-records en bandopnemers: men kan met koptelefoons korte en minder korte banden (tapes) beluisteren, bestaande uit gesprekken van kunstenaars onderling, interviews met een kunstenaar, verslag van een bezoek aan een museum, ontwerp voor een kunstwerk (conceptual-art), geluiden voortgebracht door een kunstenaar, enz. Deze banden zijn te koop precies gelijk een schilderij. | |
Tatlin-reconstructieWladimir Tatlin (1885-1953) was een belangrijke Russische constructivist. In de Stalinperiode werd zijn kunst vernietigd of verdween grotendeels. Na W.O. 2 is Tatlin erg in de belangstelling gekomen en grote overzichtstentoonstellingen werden ingericht (o.a. te Stockholm, München, Venetië, enz.). Het merkwaardige aan deze tentoonstellingen was dat het ganse oeuvre van Tatlin, op één uitzondering na, een volledige reconstructie was op basis van bestaande documenten, foto's en beschrijvingen. | |
TransautomatismusStrekking vertegenwoordigd door Fr. Hundertwasser vanaf 1954. Hij wil het automatisme van de tachisten overschrijden, om van de schilderkunst een allesomvattende algemene en individuele biografie te maken. Het werkelijke en het imaginaire moeten erin te vinden zijn, het figuratieve en het abstracte, het organische en het levenloze. Deze schilderkunst is, naargelang men zijn ‘grammatika van het zien’ toepast, voor allerlei persoonlijke interpretaties vatbaar; vandaar de elkaar afwisselende en eigenaardige titels, die hij aan zijn werken geeft. | |
Transzendent realismusAldus heet de expressionist Beckmann zijn kunst: hij wil de optische indruk van de wereld der objekten vervangen door de ‘transcendente rekenkunde van het innerlijke’. Geen weergave van de werkelijkheid maar herschepping ervan, geen estetiek maar etiek: de natuur is voor hem een chaos die door de geest moet geordend en vervolmaakt worden. Deze ideeën komen terug bij tal van naoorlogse figuratieven en abstracten. | |
UscoEen New-Yorkse groep waarin kunstenaars, ingenieurs, cineasten en literatoren verenigd zijn. Psychedelika en mixed media worden aangewend om licht-statements te verwezenlijken, waarbij de toeschouwer tot deelname wordt aangezet. | |
VerschimmelungFr. Hundertwasser las in 1958 in de abdij Seckau (Oostenrijk) zijn ‘Verschimmelungsmanifest gegen dem Rationalismus in der Architectur’. Hij protesteert er tegen het functionalisme, dat een beschimmeling is van de creativiteit, zodat wij in de onbewoonbare wereld van de rechte lijn zijn beland. De lineaal is het symbool van het nieuw analfabetisme en tevens het symptoom van ons verval, ook voor de plastische kunsten. Wij hebben een architectuur voor mier-mensen. Hijzelf schildert omdat men hem niet toelaat te bouwen. | |
Video-kunst / video-galerie / t.v.-galerieHet opzet is de kunstenaars voor T.V. en Video-cassetten te laten optreden: een live-opname van hoe een kunstwerk gemaakt wordt, van een beetje show of van een eenvoudige handeling. De filmen worden gewoonlijk voor de T.V. gedraaid (o.a. in Duitsland: Identifikationen) en brengen de kunstenaars in contact met de massa, maar de video-cassetten worden ook op een beperkt aantal vermenigvuldigd en gesigneerd en dan verhandeld zoals een normaal kunstwerk van de artist. In de U.S.A. en Duitsland bestaan reeds Video-galeries, waar de video-cassetten kunnen bekeken en gekocht worden. | |
VijftigDe Beweging van Vijftig was een vereniging van Nederlandse ‘dichters in woord en beeld’, die samen met de Experimentelen mede de voedingsbodem vormden, waaruit o.m. Cobra is ontstaan. Het is een volstrekt oncorformistische strekking, die zich zowel literair als plastisch uit. Spel en experiment domineerden. | |
Vijftig jaar moderne kunstTitel van de tentoonstelling, ingericht in het kader van Expo 1958 te Brussel. De titel was misleidend in deze zin dat de tentoongestelde werken meer dan 50 jaar terug gingen. Deze tentoonstelling liet niets vermoeden van de grote stromingen, die toen op het punt stonden door te breken (o.a. nieuwe figuratie, pop-art, enz.). Het eindpunt van de tentoonstelling waren de toen reeds geconsacreerde kunstenaars als Vasarely, Jorn, Corneille, Bacon, Lam, Mark Tobey, Bazaine, Mirò, Delvaux, Picasso, Nay e.a. | |
Werkgroep voor computersIn december 1969 te Utrecht gesticht en waarbij ook beeldende kunstenaars werden betrokken. De bedoeling is computers te gebruiken bij de analyse of de productie van woord, beeld en geluid. | |
White reliefsSerieën van constructies uitgevoerd door de Engelsman Ben Nicholson (1935-39). Zij waren streng geometrisch en van een ijskoude glanzende witheid. Zo gaf hij aan de ideeën van het Cubisme en van de Stijl (van Doesburg) een nieuwe ontwikkeling. Deze geometrische reliefs zijn van een buitengewone zuiverheid en hebben de naoorlogse monochrome kunst geïnspireerd. Nicholson week af van de absolute monochromie in zijn geschilderde reliets. | |
Wiener schule des fantastischen realismusOostenrijkse groep ontstaan na W.O. 2. Uitgangspunt was de studie van oude meesters als Arcimboldo en Bruegel. Zij brachten een synthese van surrealisme en konstructivisme (R. Hausner), van Barokmanierisme en Jugendstil (E. Fuchs), van tachisme en fantastiek (Brauer), van de Donauschool en de natuurbeleving (A. Lehmden), van huizelijkheid en religie (Hutter). De bedoeling, - steeds verbonden met interesse voor de oude kunst - was een freudiaanse, religieuze of naturalistische zingeving van de realiteit. Door hun verstandelijke instelling distancieerden zij zich van het surrealisme, waarmede zij de fantastiek gemeen hebben. Er is ook enige binding met Hundertwasser. | |
Wortfallen (mots-pièges)Spreekwoorden en zegswijzen worden in hun letterlijke betekenis uitgebeeld, bijv. ‘de nagel op de kop slaan’ wordt een hoofd met een ingeslagen nagel - ‘het regent katten en honden’ wordt een open regenscherm, waaraan speelgoedkatten en -honden bengelen. (Daniel Spoerri, Robert Filliou) Zie ook tableau-piège. | |
ZebraZebra is een Duitse kunstgroep (Asmus, Nagel, Störtenbecker en Ulbrich), maar ook in zekere zin een kunstrichting. Het verzet zich tegen de abstractie en gaat in de richting van de pop-art. Maar de leden zijn evenzeer tegen de populariserende reproductie van de werkelijkheid als tegen de abstractie. Ze streven meer naar een stilering, niet zozeer van de werkelijkheid van het voorwerp of van de figuur (mens) op zich zelf, maar van een plastische situatie, van een momentopname. Dikwijls speelt de ruimte, waarin het gestileerd beeld wordt geschilderd een rol, ofwel door zijn anonimiteit ofwel door zijn geaccentueerde onbeweeglijkheid en verstarring, waarin een bewegend beeld wordt gefixeerd. |
|