Steenhout
Het kasteel van Steenhault of Steenhout zoals het gemeenlijk wordt geheten, ontleent zijn naam aan het geslacht der Steenhaults die sedert de middeleeuwen het versterkt kasteel bewoonden dat thans verdwenen is, samen met die tak van het geslacht aan wie het toehoorde.
Het huidige kasteel dat toehoort aan barones 't Kind de Roodenbeke, is reeds sedert het begin der 17e eeuw het eigendom van de baronnen van Steenhault van wie de huidige eigenares, een geboren Steenhault, een afstammelinge is.
Het heeft een uitgesproken 17e eeuws uitzicht en het verbergt zich zodanig midden het omringend geboomte dat men van op de weg alleen maar de bij het kasteel horende hoeve te zien krijgt.
Het is gelegen op het grondgebied van Vollezele, een nog rustige Brabantse gemeente, gelegen op 30 km. van de hoofdstad op de weg Ninove-Edingen en het bevindt zich op ongeveer twee kilometer oostwaarts van de dorpstoren waar het, weggedoken in het glooiend heuvelland, totaal geïsoleerd, zijn torens spiegelt in het water van de slotgracht, die het kasteel nog aan drie zijden omringt. Het gedeelte van de gracht, dat vroeger de voorkant van het kasteel beschermde, is gedempt geworden.
Men bereikt het kasteel door een vrij lange oprijlaan die voert naar een groot gebouw dat het ereplein afsluit, waartoe men toegang krijgt door een poort, aangebracht in het midden van het gebouw, opgetrokken in baksteen en witte steen en afgedekt met een hellend dak, doorbroken door dakvensters. Het gebouw heeft geen verdieping en wordt