Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 20
(1971)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 138]
| |
[pagina 139]
| |
Langs de baan Veurne-Ieper, in onze Westhoek, op het grondgebied van de gemeente Wulveringem, treft men dit kleine kasteel aan, dat in het begin van de 17e eeuw werd gebouwd, ter vervanging van een oud en vervallen slot, in 1616 afgebroken door Jacques de Briarde. Het ‘nieuwe’ kasteel ontkwam nauwelijks aan het lot van zijn voorganger: de Briardes koesterden er op het eind van de 17e eeuw nog weinig belangstelling voor en het was maar goed dat ridder A. Merghelynck het in 1875 aankacht, herstelde en waar nodig herbouwde. Het gebouw bestaat uit vier ongelijke vleugels met puntgevels; in het midden rijst een sierlijke toren op. Als bouwgrondstof gebruikte men de baksteen, grijsgeel en roze getint, die zo karakteristiek is voor de Vlaamse kuststreek. Hier en daar werd tevens zandsteen verwerkt. De westvleugel van het zuidelijk gedeelte is het oudste kasteelfragment: muurankers geven het jaar 1591 aan. Men neemt aan dat de oostvleugel uit dezelfde tijd dateert. Eigen aan de Westhoekse architektuur is het venster in de trapgevel van de voormelde westvleugel: de schelpvulling, de halfzuilen en het fronton zijn duidelijke aanwijzingen. Ridder Merghelynck restaureerde ook het interieur, want buiten een mooie schouw uit 1617 restte weinig van de oorspronkelijke versieringen. Het kasteel bevat een prachtige verzameling meubels, schilderijen, gravures, keramieken, gleiswerk, porselein, edelsmeedwerk, voorwerpen in ivoor, email en schilpad, e.d.m. Na de dood van Ridder Merghelynck werd het kasteel bij testament overgedragen aan de staat, ten voordele van de Koninklijke Vlaamse Akademie voor Taal en Letterkunde, die er nog regelmatig haar bijeenkomsten houdt. |
|