patiënten
de vrouw draagt overal mede het kapitaal
de diskussie
voor of tijdens hun theateropleiding maar dat gebrek blijft zienderogen hangen doorheen hun bestaan als vakmens.
Tijdens opvoeringen wordt me het volgende duidelijk, dat schimmengevecht tot individuele geroemde prestatie waardoor theater als samenspel onbestaande wordt en dit ten koste van de verhouding onderling in een theatersamenleving.
Het bijna kritiekloos aanvaarden van de wil van het volk. Wie is het volk? Het publiek. Het is waar het publiek krijgt het theater dat het verlangt. Maar een toegeving van zo'n aard is gruwelijk als je inspiratievol de toekomst kunt inkijken.
Theatermensen onderschatten dan hun potentiele kracht, door meer van zichzelf te eisen kunnen ze ook meer van hun publiek eisen en alzo niet hun wil opdringen. Op deze manier kan er alleen maar een wederzijds gefundeerde dialoog ontstaan, die verrijkte kreativiteit kan opbrengen.
Ik schuif geen stellingen naar voor dat het bestaande absoluut moet worden vernietigd. Onzinnigheid spant ook geen kroon van stabiliteit. Maar wel verdedig ik de eis dat nieuwe elementen tot totale bewuste vernieuwing een volledige kans moeten krijgen. Iedereen weet persoonlijk goed waar nu juist het probleem pijn doet.
Er moet deskundig geëxperimenteerd worden, er moeten groepen ontstaan van theaterdenkers geruggesteund door werkgroepen van akteurs en regisseurs.
Er moet een theaterkritiek ontworpen worden die de experimenten toetst, peilt, vergezelt, en onderzoekt samen met uitvoerders.
Ik zie het al, omslachtigheid en wrevel om inspraak zal de kroon wel spannen.
Theater is toch het omschreven beeld van de samenleving waarin het zich beweegt.
Dan ben ik ervan overtuigd dat men eerst die samenleving moet veranderen, wat niet uitsluit dat het theater daar precies een sociale funktie heeft. Begin met je zelf.
Frantz Ariën
lang-levenstr. 10
1050 Brussel