Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 20

Diskoteek

Bij Christophorus (Freiburg im Breisgau) die wij al vaak een pluim hebben moeten geven omwille van het uitstekende repertoire en de steengoede technische verzorging, ontdekten wij nog een vijftal platen, die de disko-fijnproevers beslist zullen bekoren:

Historische Orgeln Westfalen, Christophorus SCGLX 75 971, 30 cm., stereo/mono, 21 DM.

Marienmünster, Borgentreich, Corvey en Marienfeld zijn plaatsnamen, waarvan nog niet veel mensen hebben gehoord. Deze Westfaalse stadjes zijn echter, omwille van hun orgels, niet zonder betekenis; hun instrumenten behoren tot het allerbeste wat de Westfaalse orgelbouw in de 17e en 18e eeuwen presteerde. Fritz Soddemann, de domorganist van Hildesheim, laat op deze plaat horen wat ze waard zijn en zijn recital is schitterend te noemen. Hij speelt Bruhns, Buxtehude, J.S. Bach, Abraham van den Kerckhoven, H. Isaac, J.P. Sweelinck, Matth. van den Gheyn, Dandrieu en Marchand. De stukken werden zó gekozen, dat alle mogelijkheden van de orgels aan bod kunnen komen.

Musik am Dom zu Hildesheim, Christophorus SCGLX 75 975, 30 cm., stereo/mono, 21 DM.

Het koor van de in de 9e eeuw gebouwde domkerk in Hildesheim kan bogen op een lange traditie op het gebied van de kerkmuziek. Zowel het Gregoriaans, de meerstemmige kerkmuziek als zeer moderne komposities komen er aan bod. Op deze plaat brengen het Domkoor (leiding: Herman Bode) en domorganist Fritz Soddemann, samen met het Domkinderkoor en een koper- en houtblazersgroep, werken van Isaac, de Cabeçon, Hofhaymer, de Lublin, Palestrina, Frescobaldi, J.S. Bach, Mozart, Rheinberger, Haselböck, Soddemann en Strawinsky. En zij kunnen samen heel wat!

Konzertante Barockmusik, Christophorus SCGLX 75 922, 30 cm., stereo/mono, 21 DM.

Deze plaat kan als voorbeeld genomen worden wat de wijze betreft, waarop barokmuziek moet uitgevoerd worden en voor de Freiburger Barocksolisten (leiding: Günter Theis) bijgevolg niets anders dan lof omwille van hun perfekt, homogeen samenspel. Zij brengen vier mooie werken ten gehore: het kwartet uit de Tafelmusik 1733 II van Telemann, een kwartet van J.F. Fasch, een trio van C.P.E. Bach en een preludium uit ‘Wohltemperierten Klavier’ (2e deel) van J.S. Bach.

Ook technisch is alles prima in orde.

Niccolo Paganini: Quartett und Trio für Streicher und Gitarre, Christophorus SCGLX 75 919, 30 cm., stereo/mono, 21 DM.

Paganini was een van de grootste vioolvirtuozen van alle tijden; dat weet onderhand wel iedereen. Maar ook de gitaar bespeelde hij - naar getuigenissen van zijn tijdgenoten - met groot meesterschap. En deze plaat maakt meteen duidelijk wat hij, op het gebied van viool en gitaar, ook kompositorisch waard is. De Westdeutsche Kammervirtuosen uit Frankfurt/Main spelen met overtuiging het Kwartet voor viool, viola, gitaar en cello nr. 7 en het Trio voor viool, cello en gitaar. Het beluisteren méér dan waard.

Carmina Burana, Christophorus SCGLX 75 939, 30 cm., stereo/mono, 21 DM.

Een van de belangrijkste bronnen van middellatijnse lyriek is de Codex Buranus uit de staatsbibliotheek te München. Hij werd in de 13e eeuw geschreven. Deze plaat brengt een keuze uit de originele bron en aan de zangstemmen werd een kleurrijk instrumentarium toegevoegd, oude instrumenten zoals vedel, renaissance-blokfluit, tamboerijn, kromhoorn e.d.m. De Capella Antiqua uit München o.l.v.

[p. 72]

Konrad Ruhland leverde hiermee merkwaardig werk. Een inlegblad bevat de gebrachte Latijnse teksten, alsmede de Duitse vertaling ervan.

j.v.r.

Operaplaten

Georg Solti en Wiener Philharmoniker, Wagner-ouvertures. Decca, reeks ‘Aristocrate’ (375 fr.), nr. 7.009. Rienzi, Der fliegende Holländer, Tannhäuser (Parijse versie)

Met zijn steeds weer nerveuze dynamiek en enorme kleurkapaciteit brengt Solti een zeer merkwaardige uitvoering, vnl. van de Tannhäuser-ouverture in de Parijse versie (pauze tussen 2e pelgrimsmotief en bacchanale). Typisch een ritmisch overweldigende en in de kopers zwaardoorklinkende Solti-plaat.

Grace Bumbry singt berühmte italienischen Arien, EMI, nr. 1 C 065-02055

Het bewijs (nogmaals) dat Bumbry in het dramatische sopraanvak haar ‘stem’ weet te ‘zingen’. Een volwaardige tegenhanger van de vroegere Callas-diktatuur klinkt duidelijk in de aria's ‘Casta Diva’ (La Norma, Bellini) en ‘O don fatale’ (Don Carlos, Verdi).

Nicolai Gedda, Edition 2000. EMI, nr. 1 C 187-29227/28

Mooie selektie uit het enorm rijke repertoire van 's werelds tenor ‘number one’, die zijn unieke waarde bewijst, zowel in het opera-, operette-, oratorium- als liedgenre. Selektie uit werk van Adam, Moessorgski, Gounod, Bizet, Wagner, R. Strauss, Beethoven, Lehar, J. Strauss en Tschaikovski.

Salzburger Festspiele 1920-1970. EMI, nr. 1 C 187-29225M/26

Interessante en bovendien merkwaardige keuze van stemmen, die de Salzburger Festspiele vanaf 1920 hebben versierd. Een unieke gelegenheid om de ‘onvergetelijken’ als Cebotari, Lehmann en Nissen opnieuw te horen!

Albert Leyns