lings te leper en te Kortrijk. Intussen was Juliaan Vandepitte de pionier geworden van de Katholieke Radiobeweging in Vlaanderen, daartoe aangemoedigd en daarin bijgestaan door zijn broer Robert. Wij hebben weinig mensen gekend en het strekt hem ter ere, die zoveel gevoeld en willen doen hebben voor hun familie.
Juliaan Vandepitte richtte in 1923 het tijdschrift Radio op en Pater Leopold schreef er doorgaans de hoofdartikels voor. Verstandig, gedocumenteerd, een beetje omslachtig zoals degenen schrijven die volledig trachten te zijn en alles verantwoorden wat zij verkondigen. In 1934 groeide uit een privé initiatief de Westvlaamse Radio-Omroep, een zelfstandige onderneming op katholieke grondslag. Van dat ogenblik af tot een paar jaren voor zijn dood is Pater Leopold, eerst als medebeheerder en later als medewerker en voorzitter van de Raadgevende culturele Commissie zeer nauw bij de uitzendingen van die omroep betrokken geweest. Hij leidde meer dan vijfentwintig jaar lang een wekelijks Mariahalfuur en stond onwankelbaar op zijn stuk om te verdedigen wat hem rechtvaardig en billijk toescheen. Tijdens de tweede wereldoorlog werden de uitzendingen van de W.V.R.O. geschorst, na de oorlog werd de zender door het N.I.R. overgenomen. Pater Leopold heeft daaronder geleden en nog lang gehoopt dat de kleine radiostations weer vrij zouden worden. Het is niet gebeurd en daarom heeft hij nooit nagelaten zich positief in te spannen om de Omroep West-Vlaanderen en de mensen die erin werkten nuttig te zijn. Uit dankbaarheid zullen zij getuigen dat hij nooit geweigerd heeft iemand te helpen, welke overtuiging ook de zijne was.
Pater Leopold was een buitengewoon werkzaam man. Hij heeft een viertal brochures over radioaangelegenheden gepubliceerd, ontelbare spreekbeurten, preken en radiopraatjes gehouden en duizenden brieven geschreven. Desnoods aan de eerste-minister en aan de kardinaal. Eerder dan een Frank was hij een Fries, onverzettelijk en onbuigzaam waar hij meende dat het niet mocht, maar terzelfder tijd een man met een mild en vooral een edel hart. De kleinheid van de egoïsten was hem vreemd. De laatste maanden van zijn leven zijn zwaar geweest. De omstandigheden brachten mee dat hij veel alleen was en misschien eenzaam in zijn lijden, maar dat heeft hij nooit doen blijken. Toen er geen hoop meer was, had hij hoop op een eeuwig leven en daarop vertrouwend is hij op 5 januari 1970 te Kortrijk overleden. Wij die hem gekend hebben, zullen hem nooit vergeten.
André Demedts