18
Frans Depeuter
Arthur Mergelynckprijs voor het proza
Zoals zovelen die met de schoonheidsbehoefte op deze wereld komen, begon ook deze talentvolle auteur met de poëzie. Hij vond het prettig verzen te schrijven, doch weldra hangt hij er met alle vezels van ziel en lichaam aan vast. Hij ondervindt dat hij iets te zeggen heeft en dat er een uitweg moet gezocht naar het publiek. Toen door het tijdschrift ‘Mars’ op zeker ogenblik een poëzieprijs werd uitgeschreven, kaapte Depeuter deze met enkele losse gedichten weg. Daarmee had hij de weg vrijgemaakt voor zijn eerste dichtbundel ‘Als een gat in de wand’, die onmiddellijk bijval genoot in de literaire wereld. Bij de ‘Bladen voor de Poëzie’ verschenen ‘Opium schuimen’ en ‘Tussen Heliopolis en Knossos’. Als leraar middelbaar
onderwijs komt Frans in contact met die andere leraar, talent- en temperamentvolle Kempense auteur Robin Hannelore. Samen richtten zij het bekende literair-kritisch tijdschrift ‘Heibel’ op en het werd een boeiende strijd om vernieuwing en meer eerlijkheid, toen romancier Walter van den Broeck zich bij hen aansloot. Dat wij niet met een eendagsvlieg te doen hadden wordt bewezen door het feit dat ‘Heibel’ reeds een zestal jaren aan het lopen is. Vanzelfsprekend was het niet allemaal heibel; er werd ook heel wat positief werk geleverd en voor het ogenblik is de louter combattieve instelling van het tijdschrift al ver voorbijgestreefd. Er kwamen bv. al ‘Heibeluitgaven’ van de pers: louter poëtisch werk, zoals ‘Rakelings in Pamir’ van Depeuter. De drie Kempense voorvechters, die tegelijkertijd strijders en vaandeldragers waren, werden vlug bekend in onze literaire wereld. De medewerking van Frans, zowel met poëzie als met proza, was algauw voor wat de belangrijkste literaire tijdschriften betreft verzekerd. En, wat ook te verwachten was, het groeide ten slotte uit tot een eerste roman: ‘Om niet te verstenen’. Het succes was opvallend groot. En toch zag onze auteur er vooralsnog maar een proefschrift in voor al het werk, dat nog volgen moet. Zijn scheppende aandrift blijft hem immers opjagen. Er kwam na-