Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |
ik draag de geschiedenis in mij
met de tinnen beker van mijn huiver
en mijn haat als een rokende ruïne.
Dit verlichte denken. Alles ontstaat
als een Italiaanse Renaissance
uit een hand, een voltooid gebaar.
Want hand betekent beweging,
een schiereiland, een versierde droogte,
een vriendschap vol keelklanken.
Symbolen glanzen. Maar de zon
verschrompelt in haar licht.
En de tijd begint.
| |
Walter Cruyssaert
| |
Piet BrakGlanzend als mijn adem,
ik draag krachtig de hevige wonde der goedheid
en slaap als een eeuwige koning
in een gouden tempel van licht
want ik drink gulzig
het bloed van de stervende zon
en leef diepgezuiverd
met het tedere hart van de verte,
totdat ik volledig zal geuren
in warme bloesems van vreugde,
want nu worden mijn handen
eenzaam als een hoge najaarshemel,
waarmee ik de morgen wil breken,
hevig, als wit brood.
Reeds voel ik het gloeiend openstrelen
van de wind in vele vingers,
en luister, hoe trillend hij spreekt
in een wondermooi kasteel
van fijn geweven dauw,
rond een boom die zijn zwarte jurk
van schaduw uitspreidt
en die langzaam tot mijn gave zomer behoort.
| |
Leopold M. van den Brande
| |
Veerle Annaliefde
is stiller
dan alle mensen
mijn hand rust
op je koude lieve hoofd
samen onze droefheid
begraven
vertel me dan
dat het niet waar is
|
|