59
In Memoriam:
Pater Remi Vanden Bussche
20 augustus 1908 - 3 december 1968
Eenvoudig en stil, zoals zijn ganse leven eenvoudig en stil was, stierf onverwacht Pater Remi-Valeer Vanden Bussche O.P., op 3 december 1968 te Knokke-aan-zee, waar hij overste was van de kleine maar uitstralende Dominikanengemeenschap die rond het innemende Zoute-kerkske een oasis van schoonheid en vroomheid heeft geschapen.
Nochtans bergde zijn eenvoudig en stil optreden een leven vol werkkracht, initiatief en toewijding. Geboren te Roesbrugge-Haringe op 20 augustus 1908 (hij was pas 60 bij zijn dood) in een kroostrijk landbouwersgezin, studeerde hij te Poperinge van 1921 tot 1927 en zijn voorliefde ging naar de letterkunde. Trad in de Dominikanerorde en werd priester gewijd in 1933. Studeerde verder te Leuven, en na oorlog en krijgsgevangenschap behaalde hij in 1942 het doctoraat in de Nederlandse Letteren met het ophefmakend tesiswerk: ‘Cyriel Verschaeve. Zijn Levenshouding en Kunstenaarschap’. (In dit werk wordt een gans hoofdstuk besteed aan de uitkomst van een aandachtige ontleding van de ‘verbale neerslag van inspiratie en visie’).
Lesgever aan de Sociale School van Heverlee, het Hoger Handelsinstituut, achtereenvolgens Prior van de kloosterorde te Antwerpen, Oostende en Leuven, stierf hij als overste te Knokke-het-Zoute.
Hij was lid van het C.V.K.V. en als letterkundige zal hij bekend blijven als een Verschaeve-specialist. Hij kamde de tekst van Verschaeves Jezus-boek uit om er de laatste slordigheden te weren. Samen met Martha Van de Walle en Dirk Vansina e.a. gaf hij het standaardwerk uit in acht grote banden: ‘Cyriel Verschaeve. Verzameld werk’. Zijn inleiding tot het vijfde deel besluit hij: ‘de wijze waarop Verschaeve met de literatuur omging moet niet verdedigd worden; hij beluisterde er het leven in met zijn sacrale vaart en zijn eeuwigheidsgebruis, op een wijze hem persoonlijk eigen en onnavolgbaar; literatuur was voor hem geen afzonderlijk kultuurbedrijf, het was de zang van het rusteloze mensenhart dat altijd het antwoord zoekt op Gods eindeloze vragen’.
Onze vriend Antoon Vander Plaetse dankt ook Pater Vanden Bussche (in zijn in 1964 uitgegeven Verschaeveboek ‘Cyriel Verschaeve zoals ik hem gekend heb’) voor raadgevingen bij het klaarmaken van de definitieve tekst.
Men vond in hem zoveel trekken van Dominicus: zijn liefde voor de mens, zijn eenvoud, zijn blijheid, zijn vermogen om met kinderlijke frisheid het schone, het ware, het goede op te vangen. Amavit eum Dominus et ornavit eum, - de Heer hield van hem en wij hielden van hem.
Vaarwel dan, vriend.
Dr. Eug. Mattelaer