29
Jos Ghysen
Radio-Oscar
Het gebeurde in het oude B.R.T.-gebouw Dr. Willemsstraat te Hasselt. In een onooglijke ruimte speelde de wind met een openstaand raam en daardoor draaide dit raam dicht, tergend langzaam. Het geluid dat hierdoor vrijkwam bezorgde én titel én indicatief voor de roemruchte reeks van Limburgs radiocursiefschrijver nummer één. En met dit tochtje begon dan de grote tocht van Jos Ghysen. Het geluid van dit ongeoliede raam werd fijn op een bandje opgenomen en dit werd precieus bewaard tot op de dag van vandaag. Het ‘Schurend Scharniertje’ is in de BRT-2-programma's nog wekelijks een topmoment voor velen.
Jos Ghysen slaagde erin, met een briljant economisch en steeds meer toegespitst woordgebruik en geïnspireerd door een sterk observatievermogen, de stukjesschrijverij tot over de grens van de ernstige literatuur te voeren. Wat velen misschien niet weten is, dat ook in het buitenland zijn geschriftjes opgang maken. Zo verschenen in de toonaangevende West-Duitse ‘Frankfurter Allgemeine Zeitung’ een reeks vertaalde ‘scharniertjes’. Ook de Oost-Duitse Omroep had geen angst voor deze milde satire uit Vlaanderen, en ook Hilversum haakte in.
Duizenden stukjes verschenen in boekvorm in Vlaanderen, Nederland en Duitsland, en kenden er een steeds groeiend succes. Bij ons dient dan ook wellicht niemand meer overtuigd te worden van de bijzondere kwaliteiten en de moderne snedigheid van Ghysens proza, zo uitermate efficiënt afgestemd op het gesproken woord, in casu de microfoon.
Ik ben er mij wel van bewust dat al deze adjectieven alleen maar open deuren helpen instampen. Maar in het radioverleden van Jos Ghysen zijn meerdere dingen die ergens ‘epochenmachend’ waren, althans voor onze Limburgse omroep.
Het begon met een ‘schurend scharniertje’, maar ook ‘op een eiland’. Wie kent er nog het gezellige radiofeuilleton ‘Het begon op een eiland’, waarbij ieder die maar wilde een vervolg kon schrijven op een wekelijks terugkomend verhaal en waaraan een twintigtal schrijvers meewerkten. Enkelen hiervan hebben thans een literaire faam, maar hun namen zeggen we lekker niet. Het werd natuurlijk een ‘crazy story’ van jewelste, waarin alle logica heerlijk zoek was, maar door de vaardige pen van Jos Ghysen en diens retouches, groeide dit wekelijks kwartiertje uit tot een brok kleurige kolder.
Misschien herinneren sommigen onder u zich nog zijn gezellige en onderhoudende jeugduitzending ‘Edelweis’, en natuurlijk weet iedereen nog wel iets te vertellen over de reeks ‘Meer foor dan forum’, een knettergekke intellectuele kwis, die niet serieus wenste genomen te worden en een onderdeel was van ‘Onder Limburgs paraplu’ en ‘De zondagsparasol’. Programma's waarvoor de inventieve Ghysen steeds meetekende en waarvoor hij in 1966 de ‘zilveren sloep’ van de Belgische pers behaalde. En natuurlijk won hij de ‘Oscar’ voor het geheel van zijn radiowerk, ik meen dat het in '68 was.
Wie in de laatste twee jaren over Jos Ghysen schreef of praatte, kwam onvermijdelijk in zijn bonte ‘bed’ terecht. Eens te meer een schlager in de Vlaamse ether, waarvan het geheim misschien wel gewoon ligt in de onvolprezen (schijnbare) eenvoud, het improvisatietalent, de taalvirtuositeit zonder meer, en niet het minst zijn gewoon menselijke benadering zonder veel poespas. Ik meen dat gans luisterend Vlaanderen nog vele jaren veel radioplezier kan beleven aan ‘te bed of niet te bed’ met Jos Ghysen.
Jos Ghysen, kleinkunst, GROOT geschreven.
J. Claessens