Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 18
(1969)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 399]
| |||||||||
Zo werkt de kunstmarkt
| |||||||||
[pagina 400]
| |||||||||
en zakken vullen volgehouden. België was een verkoopkantoor. Na 10 jaar hebben Van Lint e.a. begrepen. Zenuwinzinkingen. Krisis. Deuren dichtgegooid. In 1960 stort het kaartenhuisje van Giron in elkaar. De non-figuratie is stikvol; ze wordt een nieuw akademisme. Parijs verliest haar suprematie: de Amerikanen hebben de non-figuratie begrepen en doen beter: 50 m2 doek in plaats van 5 m2, 40 kg. kleur in plaats van 10 kg. En met hun kapitaal dringen ze hun kunstenaars op. Weldra is 7/10 van de Franse markt in buitenlandse handen: Engelsen, Amerikanen, Zweden... De Fransen hebben - ondanks hun pikturaal verleden - met de nieuwe commerciële oriëntatie hun eigen graf gedolven. New York en Londen nemen de bovenhand. Franse schilders komen naar België eksposeren. Het vloertapijt wordt een roltrap, het dorp Brussel wordt een ‘wereldstad’. Maar de Belgische politiek verandert niet. Delvaux en Magritte worden slechts bekend omdat ze tot een historische school behoren. Van Leerbergen volgt de intelligente Giron op na diens dood. 1964. Ik schrijf een open brief. Er komen andere sociale interferenties. De kunstenaar is gedetermineerd door de sociale omgeving en speelt nu tegendraads. Als men een bourgeois in het gezicht spuwt, zal hij het goed nemen; als hij het slijm maar kan verkopen. Voor zover de maatschappijstruktuur niet in 't gedrang gebracht wordt, vooruit maar. De laatste jaren heeft de bourgeoisie Van Gogh wetenschappelijk gek willen verklaren. Het is haar niet gelukt. (Moest hij gek geworden zijn, wie had daarvan dan schuld?) Nog veel wraakroepender: ze hebben hem eerst laten kreperen met vele anderen, en vijftig jaren nadien maken ze woekerwinsten met zijn werk. De kunstmarkt komt vaster in het zadel. Er wordt niet meer gewacht op kunstrichtingen. Ze worden gemaakt: men lanceert 50 boeken in de gehele wereld over een bepaalde stroming. (Picasso had het voorbeeld gegeven met duizend boeken over zichzelf in zijn uitgeverij).
Sommigen beschouwen Picasso als een mode? Helemaal niet. Hij is de enige kunstenaar, die sterker is dan de kunstmarkt. Hij is de absolute heerser van zijn circuit. Niets kan aan hem weerstaan, een honderdtal mensen werken voor hem. Als een doek van hem op de markt verschijnt, moet het 10 of 20 miljoen gaan, anders kopen zijn eigen stromannen het tegen die prijs terug op. Picasso is een enorm ambigu persoon in de consumptiemaatschappij. Hij heeft alles beet: de negatie van de negatie, de contradiktie van de contradiktie. Een onaanvechtbare toren, zowel benijd door de marchands als door de kunstenaars.
Kunt ge enkele voorbeelden geven van door de marchands gemaakte ‘kunst’? Voorbeelden? De Pop-Art, en Bernard Buffet: men lanceert kunst zoals coca-cola. Maar dan mag men kleur of smaak niet meer veranderen. Kunstcritici krijgen een omslag telkens als ze een schilder vernoemen, zowel afbrekend als opbouwend.
De kunstmarkt vandaag? In enkele jaren schiet de kunstmarkt zichzelf voorbij. De marchands zijn voorbijgestoken door de bankiers, de grote aannemers, de grondspekulanten. In Vlaanderen zijn er verzamelaars, die vandaag meer dan 3.000 werken stockeren. ‘Dat is hun goed recht, uitliefde voor de kunst’, en de rest. Zie maar de katalogus van EUROPALIA, daar hebt ge alle tegenwoordige marchands samen. En ze zijn zo zeker van hun stuk, dat ze hun namen op alle Brusselse straathoeken hebben laten uitplakken. Deze tentoonstelling ‘moderne kunst in Italië’, in het kader van het Italiaans Belgisch kultureel akkoord, is de kollektie van één verzamelaar-marchand: Olivetti. Kunstenaars als Renato Guttusso, Cremonini, Bestigni zijn toevallig niet te zien.
Welke zijn de nieuwe kenmerken van deze kunstmarkt? Een intellektuele superbluf: men geeft hierdoor een meerwaarde aan het produkt. En wat geldt voor waspoeder, geldt nu ook voor de kunst. En de multiples, die uitsluitend een commerciële zet zijn, anders zouden er meer eksemplaren gemaakt worden en aan veel lagere prijzen verkocht worden. Zelfs linksen laten zich hierdoor vaak vangen. Meer nog: de linksen beginnen sommige artisten binnen te halen, voor zover ze door de bourgeoisie als linksen aangewezen worden. En met dezen bedrijven ze dan ook al hun kunsthandel. De non-figuratie is achterhaald, er is al de POP, de OP, de MINIMAL ART, de ‘aktuele kunst’ (dit doet zeer chic aan vandaag). De recuperatie van deze zogezegde avant-garde bewegingen gebeurt sneller en sneller, omdat de kunstmarkt begrepen heeft, dat ze geen overproduktie meer mag toelaten. Alles wordt | |||||||||
[pagina 401]
| |||||||||
veel precieser berekend. Na de grote biënnales van Sao-Paulo en Venetië, is het nu reeds de Documenta, waar de Gag in is.
Is er dan geen enkele kunstrichting aan deze zwendel ontsnapt? Ja, de Mexicaanse van de jaren '22 en later. Door haar eigen aard is ze niet verkoopbaar: duizenden vierkante meter muurschilderingen, op en in alle mogelijke gebouwen. Mexicaanse revolutie, Zapatta, Pancho-Villa, environnement, kunst van Diego Rivera, Orosco, Siqueiros, Oldomende, allen vóór het democratisch regime. Publieke kunst, gemeenschapskunst, ceramiek, fresco's. Een kunst, die alles negeert, wat in het Westen leeft en verkocht wordt. Siqueiros heeft pas een muurschildering van 4.500 m2 afgewerkt. Ikzelf ken dit slechts via boeken, meestal uit Oost-Duitsland. Laat elke ideologie buiten, muurschilderijen kunnen niet verkocht worden op de bestaande markt. Dus worden ze doodgezwegen.
Hoe zit het nu met de Belgische galerijen? Die zitten in het raderwerk op een typisch Belgische manier: België is een bollenwinkel, de Belg heeft geen vertrouwen meer in zijn intellektuelen. De Belgen zullen nooit 30 miljoen op iemand zetten om hem te lanceren. Ze hebben ze niet, of riskeren ze niet. De ‘grote’ galerijen werken met beperkte middelen. Ik zie zo het P.S.K.: een verkoopstoog. Campo: verkoopzaal; lanceert zijn schilders niet. Lanceren wil zeggen: alle werken van een kunstenaar opkopen, hem opdringen gedurende 10 jaar, en er dan een kapitalistische winst mee maken. En niet op twintig jaar twee- of driehonderd werken verkopen. Een bollenwinkel ook Maya: doet een zekere keuze, maar zonder centen, tenzij ik me vergis. Montjoie... idem: kunstenaars van Franse galerijen, lithografie. Zodiaque: geen grote kapitalen. Arcan: niet bekwaam een schilder te lanceren. Carrefour: majoor Stas heeft relaties met Franse galerijen, maar lanceert niet. Lanceren is wat David en Garnier te Parijs voor Buffet deed: honderd miljoen erop zetten; of Maeght, of de galerie van Picasso. Veranneman exposeert soms namen als Hartung en heeft de eksklusiviteit van Landuyt. Maar een bollenwinkel is even gevaarlijk als een trust. In België zijn er naast de luizige galerijen: de bankiers, aannemers enz. met hun 3 of 4.000 werken. En de staat wordt zelfs door die mensen verpletterd.
Dus het mercantilisme bij de plastische kunstenaars in België herleidt zich tot verspreide bollenwinkels en een reeks grote verzamelaars? Ja, noem me één dorp in Vlaanderen waar geen galerij is. En de caïd Naessens bijvoorbeeld, van de Bank van Parijs en de Nederlanden. Hij maakt een boek over de abstrakte kunst in Vlaanderen, met veel werken in uit zijn collectie. Een standaardwerk was er nodig; hij kan terecht zeggen, dat hij het mag of moet uitgeven, dat hij hiermee niemand besteelt. Maar hij heeft het toch voor het zeggen, zelfs onrechtstreeks in onze kultuurpolitiek.
Is er invloed van de galerijen op de Belgische kultuurpolitiek? Men weet dat de Staat voor binnenlandse of buitenlandse tentoonstellingen werken ontleent aan galerijen. Dat staat zelfs in de katalogus. Maar heel komisch: 5 maal de naam van de galerijhouder en 5 maal de naam van zijn galerij. Om minder op te vallen? Hoe miezerig. De grote maffia's doen het veel beter: als zij beslissen dat een Staatstentoonstelling hun collektie brengt, komt er die, zowel in België of Canada of elders, zelfs in Cuba. Met hun mannetjes en geen andere. En ze zetten hun naam op alle affiches.
En de museumdirekteurs? Van Beselaere? Een pluralistische liberaal, die goed zijn werk doet, maar op de markt zal hij nooit een internationale figuur worden. Robert Jones ook niet. De kleine Belgische politiek. De mensen, die het meest te maken hebben met onze kunstmarkt, hebben geen façade. Onze kunstmarkt wordt tegenwoordig in Vlaanderen gemaakt door dokters, advokaten, industriëlen. Hier zijn een reeks namen, maar iedereen kent ze toch al. En wanneer men 5 doeken in Wallonië verkoopt, is het omdat men er 100 in Vlaanderen verkocht heeft.
En de kleine galerijen? Nog veel oneerlijker dan de grote. Het zijn verhuurders van muren: ‘50 meters wand alle veertien dagen; een arme zak van een schilder komt mijn zaal huren voor 15.000 fr. Hij bezorgt me zijn kliënteel, brengt me zijn waar, betaalt zijn cocktail, betaalt zijn invitaties, betaalt zijn publiciteit, mij kost het een minimum, ik heb 30% op de verkoop, of 25% en als hij weg is: dag Meneer, de volgende’. Ze verdedigen de kunstenaar verder niet, ze nemen geen kapitalistische risico's, ze spelen zelfs het spel niet mee.
Kunt ge me dan een omschrijving geven van de Belgische kunstmarkt? Er is één lijn in de Belgische markt: iedereen die wat geld heeft, heeft wat invloed, en dit is in België altijd zo. Hoe meer geld, hoe meer invloed. Er is geen ‘politique de grandeur’. Veel kunstenaars zwalpen rond in dit magma, kruipen trapje na trapje hoger. Iedereen tracht zijn zaakje te doen, | |||||||||
[pagina 402]
| |||||||||
met heel wat compromissen, en om grof geld te verdienen worden buitenlandse kunstenaars verkocht, die al een côte hebben door de inspanningen van anderen. Onze bollenwinkel is heel stevig in zijn grondvesten: zelfs bij een economische krisis kan er niets gebeuren, want er is niets geïnvesteerd. De Belg is een miezerige Ieperd.
Vital Robben
N.v.d.R. - Alle levende artisten, waarvan Roger Sommeville in dit interview met lof spreekt, behoren uitsluitend tot zijn eigen politieke richting, zoals de verstandige lezer trouwens reeds lang heeft opgemerkt.
De kunstenaar in zijn akelige rol, in dienst van het kapitaal.
| |||||||||
Europalia 69Europalia 69 Italiaans seizoen werd verwezenlijkt in het kader van het Italiaans-Belgisch cultureel accoord. | |||||||||
BeschermheerschapBanca d'Italia / Banco di Napoli / Brufina / Coca-Cola Exp. Corp. / Cofinindus / Europese Economische Gemeenschap / Istitute Mobiliare Italiano / Stad Brussel. | |||||||||
GarantieBanco di Roma / Bank van Brussel / Bank Lambert / Nationale Bank van België / Côte d'Or / Kredietbank / Nationale Maatschappij van Krediet aan de Nijverheid. | |||||||||
Festival-ChequesBank van Brussel / Bank van Parijs en van de Nederlanden / Bank Lambert / Nationale Bank / Europese Economische Gemeenschap / Kredietbank / M. Saracino Emanuele / Sarma / Nationale Maatschappij van Krediet aan de Nijverheid / Ets Vanderborght. | |||||||||
PubliciteitAlfa Romeo / Alitalia / Algemene Verzekeringen / Bank van Brussel / Bank van Parijs en van de Nederlanden / Bank Lambert / Bâtiments et Ponts (A. et J. Blaton) / Algemene Spaar- en Lijfrentekas / Cassa di Risparmio delle Province Lombarde / Cinzano / Fiat Belgio / Entreprises Ed. François & Fils / Kredietbank / Sté Métallurgique d'Espérance-Longdoz / Royale Belge / Sarma / Algemene Bankmaatschappij / Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen. | |||||||||
VoorstellingenAlgemene Verzekeringen van Trieste / Banco di Sicilia / Algemene Spaar- en Lijfrentekas / Cinzano / C.I.T. / Europese Economische Gemeenschap / Italiaanse Dienst voor Toerisme / Morgan-Guaranty Trust Company of New York / Pirelli / Sarma / Association du Service Familial Marguerite Leblanc / Solvay & Cie. | |||||||||
TentoonstellingenGemeentekrediet van België / M.C. De Pauw (promoteur World Trade Center) / Italiaanse Dienst van Buitenlandse Handel / Marcotherm / Olivetti. | |||||||||
VariaAlfa Romeo / Au Bon Marché / Baucher-Feron / Coca-Cola Exp. Corp. / Italiaanse Dienst voor Toerisme / Fiat / Fiat C.E.E. / Knoll International / Martini / M.I.M. International Benelux / Noord Atlantische Verdragsorganisatie / Petrofina / Restaurant Meo Patacca / Sabena / Woluwé Shopping Center. EUROPALIA bracht in de maand september te Brussel een reeks Italiaanse kunst- en cultuurmanifestaties. Hierboven de namen van de financiële instellingen die EUROPALIA patroneerden. Is dit kunst in dienst van het kapitaal? Is dit kapitaal, in dienst van de kunst? Is dit kunst en kapitaal, in dienst van elkaar? (Dit is een psychologische test: uw antwoord zal uw eigen geestesgesteltenis reveleren). | |||||||||
[pagina 403]
| |||||||||
De ‘vrije’ kunstenaarDe lezer haarfijn verklaren hoe ons consumptiesysteem in elkaar steekt, zal onderhand wel overbodig zijn geworden. Iedereen weet dat het stinkt, iedereen praat erover, iedereen schrijft erover, iedereen protesteert ertegen, wat echter niet wegneemt dat iedereen zich rustig verder bij de neus laat nemen. Vrijwel iedereen voelt zich in de boot genomen en kijkt een beetje weeïg op naar de kunstenaar, de enige werkelijk vrije die zich nog in ons midden bevindt. Men laat X wat gekke smoelen trekken op de T.V., men laat Y een paar ruiten ingooien van een bijna vergeten ambassade, men laat Z doldrieste theorieën verkopen en het publiek zucht: ‘Wat die artiesten toch allemaal moooogen.’ Welnu, het wordt tijd dat ook de mythe van de ‘vrije kunstenaar’ wordt neergehaald, want ze heeft al lang geen bestaansrecht meer. Laten we er onmiddellijk mee beginnen. Hoe ziet de doorsnee burger een artiest? A is schilder, exposeert zijn werken, verkoopt ze en wordt schatrijk. Hoe gaat het nu in werkelijkheid? A schildert een hoop doeken vol, exposeert ze en mag blij zijn als hij er één verkoopt. Laten we echter niet generaliseren. Er zijn uitzonderingen. Maar hoe geraken deze uitzonderingen los van de massa kunstenaars, die in de diepste ellende blijven voortploeteren? Het ‘systeem’ is eenvoudig: je moet gewoon trachten jezelf in te schakelen in de ketting die ons kunstwereldje vormt, en die uit volgende schakels bestaat:
Gemakkelijk is het niet om te ontkomen aan de greep van het kapitaal. 1. denkt vrij soepel als het om centen gaat. Zo tracht men de uiteraard | |||||||||
[pagina 404]
| |||||||||
vergankelijke vetbollen van Beuyss d.m.v. het diepvriesproces te conserveren, zo vraagt men Christo in Amerika om een hele galerij in te pakken, zo vraagt men Buren in Italië om een wand te komen behangen met zijn fameuze gedrukte strepen. Al holt de artiest nog zo snel, de collectioneur achterhaalt hem wel. Want nu de underground meende het establishment schaakmat te hebben gezet, constateert men dat ditzelfde establishment druk bezig is de underground uit te rangeren, niet door vast te houden aan oude principes, doch wel door de room van de underground af te scheppen. Warhol wordt geneutraliseerd als M.G.M. in bv. ‘Easy Riders’ dezelfde denkschema's gaat hanteren. Het tijdschrift ‘It’ is al hopeloos vercommercialiseerd. En zo wordt de zuiverheid telkens weer onderschept en dienstbaar gemaakt aan het kapitaal. Spreken ook in ‘Vlaanderen's’ informatie-apparaat de belangengroepen hun woordje mee? Als wij de kunstwereld willen uitzuiveren, dan moet vooreerst onze hele mentaliteit en daarna onze hele maatschappij worden schoongeveegd. Enkele kunstenaars wijzen ons reeds de weg. Er zijn reeds collectioneurs die met paniekerige haast hun verzameling van de hand doen. Ze willen niets meer met kunst te maken hebben. Gelukkig.
Walter van den Broeck
N.V.D.R.: Schrijver van dit artikel vergeet o.i. in zijn opsomming enkele belangrijke factoren, die in het sukses van een schilder een grote rol spelen: politieke kruiwagens (via de T.V. of de administratie, die in het verleden zovele reputaties gemaakt en gekraakt heeft), vennootschappen van artiesten voor wederzijdse steun en bewieroking (bv. de undergroundkliekjes), persoonlijke handigheid en commerciële zin, publicitaire stunts (happenings, scheldpartijen, sekssensatie, afbraak van het werk van andere kunstenaars e.a.)... Overigens kan men van oordeel zijn dat het ook in onze consumptiemaatschappij niet uitgesloten is dat een waar talent de verdiende erkenning op eerlijke wijze zou veroveren. | |||||||||
Literair toekomstperspectief: stencildrukDe handelaren of industriëlen schakelen bij het uiteindelijk verhandelen van hun afgewerkte produkten - stofzuigers of boeken - de leveranciers van de grondstof geheel uit hun denken. Kan ook moeilijk anders: bij de uiteindelijke berekening van de onkosten van het afgewerkte produkt vormen de onkosten voor de grondstof een haast te verwaarlozen factor. Schrijvers en lezers hebben dan ook een totaal verkeerde kijk op de structuur van het uitgevers- en boekbedrijf. Nu is het wel zo, dat de meeste literaire tijdschriften of veel boeken met verlies uitgegeven worden of met zulke kleine winstmarges, dat het verkopen van dergelijk bedrukt papier de échte industriëlen, zij die uiteindelijk de touwtjes van de beurs in handen hebben, gekkenwerk lijkt. Het zijn de tonnen bedrukt leesvoer die het mogelijk maken de laatste bastions voor de literaire individualisten recht te houden. Gelukkig kunnen niet alle aandeelhouders een balans lezen, of menig schrijver zou als leverancier van grondstoffen niet meer in aanmerking komen. Uiteindelijk zonder dat hij ook maar het flauwste vermoeden zou hebben waarom. Van het gevaar van de steeds maar verder schrijdende monopolisering van het uitgeversbedrijf is geen enkel mij bekend auteur zich bewust. Laten zij zich even in de huid van een producent of voortverkoper steken: het is niet alleen rendabeler maar ook administratief heel wat gemakkelijker 10.000 woordenboeken te verkopen met een zelfde energie die nodig is om 100 literaire pockets om te zetten. In de gemonopoliseerde bedrijven en machtsconcentraties wordt de literaire paperback dan ook hoe langer hoe meer een administratieve lastpost, waarvan het geïnvesteerde kapitaal bovendien onvoldoende rendeert (o.a. door de langzamere recuperatie van dat kapitaal in vgl. met andere industriegoederen), zodat het literaire boek langzaam maar zeker door de vlotte keiharde zakenjongens in de grote uitgeversbedrijven buitengewerkt wordt. (In de meeste geconcentreerde bedrijven, en binnen de tien jaar zijn er in het Nederlandse taalgebied nog slechts vijf van zulke bedrijven, is één man verantwoordelijk voor de verkoop van de diverse geassocieerde fondsen: een fonds gespecialiseerd in kinderboeken, een fonds gespecialiseerd in technische boeken, een fonds gespecialiseerd in dokterromans en dergelijke meer. Zulk een Sales manager concentreert het gehele verkoopapparaat van de groep uiteraard op de meest renderende sectoren - hij zou anders geen verkoopsdirecteur zijn. Neen, literatuur is heus geen uitspringertje.) Nog 25 jaar en literatuur kan alleen nog via stencildruk verspreid worden. Dit is mijn rotsvaste overtuiging. En misschien is dit het enige middel om de olie uiteindelijk boven te laten drijven? A. Rooms | |||||||||
Snobs en speculanten uitrangerenZodra een kunstenaar zijn werk uit handen heeft gegeven, wordt het vaak gedegrageerd tot speculatie-object of statussymbool. Het wordt aldus totaal vervreemd van zijn maker, die het als een teken heeft bedoeld of het een boodschap heeft meegegeven (het zou anders geen kunstwerk zijn). Vandaar, in de huidige evolutie van de plastische kunsten, een sterke tendens om dingen te maken die mechanisch | |||||||||
[pagina 405]
| |||||||||
- zo mogelijk op industriële schaal - kunnen verveelvoudigd worden: multiples, serigrafies, l'oeuvre-object. Want op die manier kan men het kunstwerk het soort uniciteit ontnemen, dat het alleen dankt aan het ambachtelijk karakter van de traditionele technieken. Vandaar nog manifester de zichzelf-vernietigende objecten, het gebruik van niet duurzaam materiaal, de happenings, enz... Kan daaraan wat gedaan worden? Het gaat tenslotte om een etisch probleem. De meest gave en gratuite menselijke arbeid wordt hier stelselmatig voor andere doeleinden gebruikt als bedoeld was. Er kan wat aan gedaan worden, maar het zou er dan vooral op aankomen dat de kunstenaars inzien dat zij niet alleen voor zichzelf een wettelijk statuut moeten verwerven, dat hen de erkenning van hun kreatieve arbeid en de bestaanszekerheid garandeert, maar dat zij ook beter hun morele rechten op hun oeuvre via de wet moeten laten beschermen. Men kan snobs en speculanten gewoon uitrangeren wanneer bij de wet bepaald zou worden dat een kunstenaar zelf op basis van een ernstige kostprijsberekening (inclusief honoraria) eens en voorgoed de waarde bepaalt van een werk, en ook de bestemming ervan omschrijft. Aan deze waarde zouden later enkel nog eventuele rentes en kommissies toegevoegd kunnen worden bij transakties op een controleerbare redelijke basis, die het de kunsthandelaar mogelijk moet maken zijn werk te doen. Ter vergelijking: de boekhandel werkt vrijwel overal met vastgestelde prijzen; in de landen waar dit niet het geval is zijn de mogelijkheden van de uitgevers veel geringer en ligt de kwaliteit van de boekenproduktie beduidend lager. Aangevuld met een efficiënte regeling ter bescherming van het patrimonium, wat de export van kunstwerken betreft, zou een dergelijke maatregel volstaan om aan de immorele situatie een einde te maken.
Mon Steyaert In de Verenigde Staten mogen stichtingen door schenkingen aan musea of scholen van de inkomstenbelasting worden afgetrokken. Zo komt het voor dat minderwaardige werken aan 50 dollar worden verworven en aan de waarde van 150.000 dollar worden aangegeven. Dit bevestigt dan ook de marktprijs. Nooit vergeet ik de manager van de Belgische tak van een van de grootste voedingswarentrusts ter wereld aan wie ik, een 14-tal jaren geleden voorstelde een financiële schikking te treffen om zijn personeel toe te laten aan gunstiger voorwaarden gebruik te maken van onze uitleendiensten (van muziekplaten). Hij luisterde geduldig toe vanachter zijn enorme werktafel en zei ten slotte: ‘Ons kaderpersoneel wordt voldoende betaald om zelf platen aan te kopen. En wat de andere betreft, waarom zou U bij hen een behoefte kreëren, waaraan zij toch niet zullen voldoen!’ ‘C'est de l'or en barre que les tableaux, il n'y eut jamais de meilleure acquisition. Vous les vendrez toujours au double quand il vous plaira.’ De marchands... plaatsen zich tussen de rijkaard en de arme kunstenaar. Ze doen deze laatste de bescherming betalen, die ze hem toestaan; ze openen of sluiten hem de poorten..., ze ontfutselen hem zijn beste werken aan een spotprijs; ze staan op de loer achter zijn schildersezel, ze hebben hem geniepig tot de bedelstaf veroordeeld om hem horig en afhankelijk te maken; ze prediken steeds de armoede als noodzakelijke prikkel voor de scheppende kunstenaar... |
|