[nummer 108]
Ter verantwoording
Wat wil de redactie van ‘Vlaanderen’ eigenlijk met deze als ‘wellicht stoutste nummer’ aangekondigde aflevering? Wil ze ‘de almacht der marchands op de kunst, de oneerlijkheid der critici, de slaafsheid van de cultuurinstanties, de kunst- en literatuurprijzen, publicitaire stunts, de bewustzijnsverruimende middelen, de “Kunst is dood” en de “Nulpuntkunst”, erotische kunst of sensatieuitbuiting, valse originaliteit en nieuwheid, het ismencharlatanisme, de happenings...’ aanklagen of laten verdedigen?
Waartoe? Om de rustige behoudsgezinde of de revolutionaire artist een genoegen te gunnen? Kortom, om sommigen de kans te geven hun ongenoegen, rancunes, oprispingen of frustraties af te reageren? Om ieder, vanuit zijn stelling, zijn scherpste pijlen te laten afschieten op de ‘andersdenkende’? Die ‘opdracht’ lijkt ons toch wat te eng.
Behalve dan de door sommigen aan de kunst zelf toegeschreven taak van ontlastende of therapeutische werking, lijkt ons het vergaren van oprispingen een nogal steriele bezigheid. Te meer, dat dit slechts geldt voor de enkelen die ons copij of illustraties zullen bezorgen en dié lezers die zich bij een of andere stelling zullen aansluiten, doordat ze zich geviseerd voelen.
Ik meen dat we verder moeten reiken. Vooraf moet worden gesteld dat zij, die macht verwierven en zich meteen veilig waanden, zich thans bedreigd voelen door diegenen die zich, in hun drang naar persoonlijke vrijheid en creativiteit, op hun beurt bedreigd voelen. Angstreflexen werken wel stimulerend voor de eigen visie, maar remmen een totaal-visie op het gestelde probleem.
Het doet er voor ons niet toe dat ieder, vanuit zijn visie, naar het andere kamp verwijst, en zelfs de nadruk gaat leggen op de uitwassen, die een al te eenzijdig doorgevoerde visie meebrengt. Wij hopen dat de lezer niet zo maar partij kiest, maar critisch de verscheidene standpunten gaat onderzoeken. Wellicht kunnen we dat bereiken door de subjectieve gegevens van beelden en teksten in zúlk verband te brengen, dat ze door onderlinge confrontatie een objectieve informatie vormen. Het zal dan wel gauw duidelijk zijn dat ieder, van uit zijn standpunt, gelijk wil halen, dat elk standpunt zijn eigen logica bezit, dat elke gevoelsmatige betrokkenheid een rationeel sluitende verantwoording zoekt...
Wij hebben gepoogd er voor te zorgen dat door de
opmaak elks ‘logica’ naar voren treedt, maar onmiddellijk gerelativeerd wordt door de ‘logica’ van een anders affectief-geladen visie. Door die informatie over tegenstrijdige standpunten verlangen wij alle vooringenomenheid of struisvogelhouding te doorbreken. Als uit dit nummer kan blijken dat we inderdaad voor een dilemma staan, dat we zoeken maar nog niet weten, dat we momenteel niet anders kunnen dan in de dubbelzinnigheid leven, dan hebben we reeds meer bereikt dan het louter afreageren van onbehagen. Konden we bereiken dat we de lezer met dit nu eens niet-probleemloze nummer wakker hebben gemaakt en hem tot een openstelling voor het probleem gebracht, dan hebben we toch al tot bezinning aangezet. Kon deze bezinning dan meteen gepaard gaan met het bewustzijn van de eigen menselijke onvolkomenheid, dan zou men voldoende zin voor humor kunnen opbrengen om de tegengestelde visies eerder als een opgave dan als een aanval te bekijken.
Jos De Maegd
(N.v.d.R.) - Het samenstellen van een dergelijk nummer is geen sinecure, daar ook de visie van de samenstellers verschilde. De redactie was van mening dat het tegensprekelijk karakter moest verbonden worden aan een duidelijke rubricering. Het is best mogelijk, dat verscheidene formules het ‘doen’, maar ergens moest toch een keuze worden gemaakt, een keuze, die de lezer a.h.w. doorheen de vele teksten loodst. In een eerste hoofdstukje, dat wij ‘Kunstcrisis - beschavingscrisis’ betitelden, hebben wij getracht een algemene diagnose te stellen: Is onze hedendaagse kunst echt ziek? In de tien daaropvolgende groepen bijdragen worden dan de verschillende symptomen belicht; het al dan niet aanwezig zijn van deze symptomen in onze hedendaagse kunst, wordt door een groot aantal medewerkers onderzocht. Elke groep artikels kreeg vanzelfsprekend een titeltje mee: kunstnihilisme, knotsgekke kunst, de verdwazing van de kritiek, seksobsessie en sekssensatie, psychedelisme, geëngageerde kunst, kunst maken voor de centen, mercantilisme, het establishment, het kunstonderwijs.
Hierbij aansluitend, publiceren wij in ‘Kunst en geest’ een bijdrage over ‘Kunst is ziek’ als oud thema, dat in de jongste honderd jaar geregeld gespeeld wordt, telkens in een nieuwe contekst.
Vlaanderen nr. 108, tweemaandelijks tijdschrift.