Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 18
(1969)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermdLudo Wynants
| |
Lode SantyOnze omarming
is niet enkel
een momentopname
het is met onze
vurige wonden
lieflijk over elkaars
huivering dwalen
het is met verliefde lippen
onze naaktheid
betasten en beminnen.
| |
Gilbert Tyberghien
| |
[pagina 336]
| |
mijn handen zijn het zwijgen
het onvervalst bewijs, het teken
bevestigt dat ik zal blijven
als mijn woorden je niet bereiken
| |
Guy van HoofMet moeite wordt een aarzeling gebaar
Mijn ogen zijn het raden naar de dingen moe
het vluchten uit hun bedding
naar onzuiver licht
Het woord is een gesloten grondgebied
en toch gaat soms de toren van vervreemding wankelen
en stappen legers uit de verre nevels om te strijden
aan mijn zij. Doch het gedraaf
van paarden overstemt de schreeuw
die mij weer op een vluchtweg jaagt
Een hand is slechts een tuig
en achter heuvels die de kleur van waarheid
diep in zich verbergen
leg ik me neer bij het besluiteloze
| |
Fred de Swertde tijger heb je in slaap gewiegd
verzet gesmolten tussen je
vingers
het uurwerk liep één uur voor
slaap was er niet voor de onreinen
| |
Paul Vanderschaeghe
| |
Annette Lantsoghtvogel,
zeg me waarom jouw vriend
de meerkoet
's winters komt.
bloem,
waarom ben je blij
als je vriend
de zon er is?
boom,
waarom lach je
als de wind
je achterna zit?
hand,
waarom tril je?
als je raakt,
zie je soms de bloem?
zie ik je dan?
| |
Ignaas ClaerhoutWist ik maar
welk woord
mijn laatste woord
zal zijn,
ik zou het dragen
als een pantser
rond mijn hart.
| |
Julien Vangansbeke
| |
Roger Devriendt
| |
Hella Gaest
| |
[pagina 337]
| |
uit een veld van korenbloemen.
Koeien, paarden en wollige schapen
zij waren uw vrienden
en droegen nog de morgendauw als hun weemoed
onvervalst,
door het verleden heen,
geurend naar uw goedheid.
Eén keizersnede, zo uit de schoot het land van Schore.
Hunkerig naar zuiver zaad,
in elke diepe kerf de smaak
van uw vrije geest,
profetisch gloeien van uw oog.
Waarom was ik Orfeus niet,
mijn vader?
Uw blikken leidden naar uw woonst
kinderen dragen nog uw naam
bekoord door uw lucht, uw grond, uw merries.
Uw merries die gij de manen kamt
zoals op Zondag
de losse haren der geliefde.
Ik ben bevrijd: ik weet.
| |
Ferre De Groote
| |
Ronnie Castelein
|
|