| |
| |
| |
vlaanderen
Buitenlands actueel
Facetten van het duitse kunstleven
In de Messehallen am Funkturm had tijdens de maand juni de ‘Grosse Berliner Kunstausstellung 1969’ plaats, een overzicht van de levende kunst in een wereldstad. Tendensen, die overal doorbreken, zijn ook hier zichtbaar: de abstracte kunst verliest steeds meer terrein, de formaten worden steeds groter, de ongemengde hippiekleuren schreeuwen het uit, de realistische voorstelling is fragmentarisch, de geest is erotisch. Maar in de ruime Messehallen toont Berlijn nog altijd wat sommige critici ‘de goede, oude schilderkunst’ noemen. In de Documenta te Kassel was het schilderij omzeggens afgeschreven. Pop-art, op-art, minimal art en al wat U wilt, is afwezig op de Grosse Berliner Kunstausstellung 1969.
De nieuwe, zopas geopende Neue Nationalgalerie brengt de lyrisch-abstracte schilder Afro uit Italië. Na Mondriaan, Warhol, Pop-Art en Richter, die sinds de opening aan de beurt kwamen, heeft de directie doelbewust Afro gekozen om te bewijzen dat, naast de markt- en de opinievormende pop-, op- en minimal art, nog altijd een ‘peinture’ blijft bestaan, en dat naast kunst voor estheten door estheten, ook de lyrische abstractie bloeit.
In Düsseldorf werd, eveneens in juni, in het Kunstverein für die Rheinlande und Westfalen, de verzameling Wilhelm Haek getoond. De collectie van deze Keulse groothandelaar is een van de sterkste verzamelingen van Duitsland en wordt thans voor de eerste maal in haar geheel getoond. Men kan zeggen, dat het een geëngageerde verzameling is, in de zin, dat de verzameling geaxeerd is op de pioniers van de abstracte kunst, de ontdekking van de nu klassieke abstractie en haar evolutie in geometrische en constructieve richting. W. Haek heeft betreurd dat er te weinig Duitse verzamelingen bestaan. Duitsland heeft gedurende vele jaren het contact met de internationale kunstwereld verloren en bij de wederopbouw in 1945 stond men voor een vacuum. Haek geeft toe dat de eerste tien jaren de economische welvaart moest opgebouwd worden, maar ook nadat er zelfs rijkdom en een harde valuta zijn tot stand gekomen, ontbreekt het de Duitser aan moed en inzicht om een grote verzameling van moderne kunst samen te stellen, dixit Haek. Het twintigjarig isolement blijft doorwegen en men doet niets om de opgroeiende jeugd met de internationale kunststromingen vertrouwd te maken. Hierbij mag men echter opmerken, dat ook de collectie Haek geen beeld van de actuele kunst van vandaag biedt.
Het theater is sterk ingeburgerd in het Duitse culturele leven. Tijdens het seizoen 1967/68 werden 1520 werken van 700 auteurs gespeeld. Hiervan behoorden 500 stukken tot het muzikale genre, de overige tot het geproken toneel. Het repertoire omvatte de hele wereldliteratuur vanaf de antieke schrijvers tot het meest experimentele avantgarde toneel. Vaak worden trouwens werken uit de oudheid op een moderne en zelfs avantgardistische wijze gespeeld. Kassel speelde Lysistrata van Aristofanes met beat, mini-kledij en als decor een reusachtige, naakte vrouw. Bremen bracht Antigone van Sofocles in een surrealistisch decor. De twee meest gespeelde auteurs zijn Shakespeare en Brecht.
De Länder en de gemeenten gaven in ronde cijfers 400 miljoen D.M. (circa 5,360 miljard Belgische fr.) aan toelagen. Over geheel Duitsland bestaan 21 staats-, 102 gemeentelijke, 16 provinciale en 27 privé-theaters, 4 theaters in dialect (Noord-Duitsland en Beieren), 24 kamertonelen en 36 theaters, die over geen eigen troep beschikken. Over het algemeen wordt ruim 40% van de exploitatiekosten door de inkomsten gedekt. Het deficiet wordt weggewerkt met de subsidies. Alle verwoeste theaters zijn groter, mooier en op technisch gebied perfect wederopgebouwd. Circa honderd nieuwe theatergebouwen werden opgetrokken. Het theater is voor iedere belangrijke agglomeratie een statussymbool. 25.000 personen vinden een vaste werkkring in de verzamelde Duitse theaters.
Vermelden wij nog dat een andere verzamelaar, Dr. B. Sprengel, zopas, bij gelegenheid van zijn 70ste verjaardag, zijn collectie moderne kunst aan de stad Hannover heeft geschonken. De verzameling omvat 350 nummers en gaat van Beckmann en Klee over Picasso en Léger tot Pollock en Rotko. Ze wordt geschat op circa 15 miljoen D.M. (ongeveer 216 miljoen B. fr.). Voor de bouw van een museum stelt Sprengel 2,5 miljoen D.M. (36 miljoen B. fr.) ter beschikking. Sprengel begon in 1937 met de opbouw van zijn collectie, met de aankoop van een aquarel van Emile Nolde, wiens werk destijds door de nazis tot ontaarde kunst werd verklaard. Vooral na 1965 heeft Sprengel zijn verzameling aanzienlijk uitgebreid.
Karl Duscha
| |
Europäische kirchenkunst der gegenwart
De Oostenrijker Dr. Erich Widder (Linz) heeft reeds meerdere kunstalbums uitgegeven. Het nieuwe werk, dat onder de titel Europäische Kirchenkunst der Gegenwart. Architektur, Malerei und Plastik verschijnt, is ontstaan uit een reeks studiereizen, die hem toelieten de merkwaardigste nieuwe kerkgebouwen van een twaalftal Europese landen te fotograferen en aan een nauwkeurige studie te onderwerpen. In tegenstelling tot het reeds bekende boek van G. Bekaert over hedendaagse kerkbouw, overspoelt hij zijn lezers niet met een vloed van theoretische en doctrinaire beschouwingen. Hij bepaalt zich bij een beknopte synthese van de evolutie der hedendaagse gewijde kunst en laat voor het overige de werken zelf aan het woord door zijn rijk platenmateriaal (225 zwart-wit en 7 in kleur), verder biedt hij van elk kerkgebouw een strikt technische ontleding met plan; zo worden 85 verschillende kunstwerken en gebouwen van zeer uiteenlopende opvatting behandeld.
Wie dus een vooropgestelde doctrine in dit boek zoekt zal bedrogen uitkomen; de auteur toont wat er gebeurd is op bouwkundig vlak en laat het oordeel over aan de lezer. Wat hem nochtans niet belet in zijn inleiding zijn persoonlijke voorkeur voor een bepaalde kerkbouwopvatting te uiten. Ons dunkt dat deze methode aanbeveling verdient.
De aan bod komende landen zijn: Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Joegoslavië, Lichtenstein, Nederland, Oostenrijk, Polen,
| |
| |
Zwitserland, Spanje, Tsjechoslovakije. Ook België, waarvan de presentatie evenwel beperkt uitvalt (2 Dessauvages en 1 Bosseret) en op nogal eenzijdige informatie wijst. Duitsland krijgt het leeuwenaandeel, evenals de andere duitssprekende landen; dit is begrijpelijk, en tenandere grotendeels verdiend, gezien de rol, die deze landen hebben gespeeld in de laatste decenniën. Ook schilderkunst en beeldhouwkunst werden in het boek betrokken. Zeer interessant is de opname van enkele nieuwe kerkgebouwen uit de communistische wereld. Natuurlijk zal men de afwezigheid betreuren van de Skandinavische landen, maar ook wel van Engeland en zelfs Portugal: deze landen zijn volstrekt onontbeerlijk om zich een volledig beeld te vormen over de Europese kerkbouw. De uitgave van een vervolgalbum, dat deze ernstige tekorten zou goedmaken, is alleszins wenselijk.
De totaalindruk, die de hedendaagse kerkbouw op de lezer maakt, is alles samen genomen niet al te begeesterend, hoe prachtig het beeldenmateriaal ook is. Er werd veel geëxperimenteerd in uiteenlopende richtingen, maar zeer geslaagd kunnen weinig gebouwen heten: veel krampachtig zoeken naar het nieuwe, veel zielloze dozen- en betonbouw, weinig inspiratie, omzeggens geen fantazie, geen poëzie. Men staat werkelijk nog helemaal aan het begin van een nieuwe stijl, die zichzelf nog niet heeft gevonden. Maar wat dat aangaat, treft Dr. Widder geen schuld. Bovendien is een periode van zoeken altijd boeiend.
Dr. Widder (o1925, Wels, Oberösterreich) studeerde te Innsbruck en te Freiburg (Zw.) germanistiek, kunstgeschiedenis en theologie en verblijft te Linz. Hij publiceerde reeds tal van boeken en artikelen, meestal over hedendaagse gewijde kunst. Wij hadden het genoegen hem te ontmoeten bij gelegenheid van een internationaal colloquium van SIAC en leerden hem daar kennen en waarderen als een werkelijk open geest voor alles wat reilt en zeilt in de wereld en tevens een man, die diep bekommerd is om de zin van het kerkgebouw in deze tijd.
In dit laatste verband nog even aandacht voor een wat vroeger verschenen werk van Dr. Widder: Alte Kirchen für neue Liturgie (Dom Verlag, Wenen 1968; 36 blz. tekst, 168 blz. album met foto's, plannen en commentaar, 23 × 21,5, 29,5 DM). Aan de hand van een zestigtal voorbeelden uit tien landen wordt het probleem van de aanpassing van oude kerkgebouwen aan de nieuwe liturgie behandeld. Ook fundamentele teksten hieromtrent werden in het boek ingelast. Dikwijls geven foto's de toestand vóór en na de aanpassing. Alles samen een zeer actueel en noodzakelijk boek, dat vele architecten, kunstenaars en priesters, die met het vraagstuk geconfronteerd zijn, nuttige ideeën zal bijbrengen. Men is op vele plaatsen nog helemaal niet tevreden met de dikwijls voorlopige wijzigingen, die gedaan werden en zoekt verder o.m. om beter bestaande waardevolle elementen te integreren in een vernieuwd interieur. Eenieder zal bij Widder gevallen aantreffen, die gelijklopend zijn met de situatie, waarvoor hij een oplossing zoekt.
Dr. Albert Smeets
(Dr. Erich Widder, Europäische Kirchenkunst der Gegenwart. Oberösterreichischer Landesverlag, Linz, 1968; 69,- DM; öS 396; 24 × 22 cm.).
| |
Beeldende kunsten op het festival van avignon
Het Festival van Avignon heeft onder de bezielende impuls van Jean Vilar reeds lang een internationale klank. Twintig jaar lang was het een theaterfestival. Het gesproken toneel en de avantgarde hielden de affiche. De jongeren kregen een groot deel toegewezen, ze mochten experimenteren en het is wellicht daaraan te danken, dat het Festival zijn dynamisme en zijn enthousiasme niet verloor. Bij de twintigste verjaardag in 1966 kwam de grote doorbraak. Naast het gesproken toneel werd ruimte gelaten voor ballet, moderne opera, hedendaagse muziek, de jonge film, zonder dat er een jury met prijzen of vedetten aan te pas kwam.
Dit jaar is er een nieuwe uitbreiding gekomen. In het imposante Palais des Papes is een internationale tentoonstelling van hedendaagse kunst georganiseerd. In het geheel werden 750 werken bijgebracht, maar daarvan moet men de juwelen van Braque en de 500 foto's van de ‘Exposition Audiovisuelle’ aftrekken, zodat precies 179 schilderijen en beeldhouwwerken overblijven.
Deze internationale expositie van hedendaagse kunst geeft een heel ander beeld dan de Documenta van Kassel, die toch ook de pretentie had van actuele kunst te tonen. In Kassel domineerden de pop-, op- en minimal art. De Amerikanen waren de leermeesters. In Avignon vinden we slechts enkele werken van deze kunstuiting en veruit het grootste deel behoort tot de twee-dimensionale schilderkunst. Ook de Amerikaanse inzending is pover. Het grootste deel wordt natuurlijk - we zijn in Frankrijk - gevormd door Franse kunstenaars. De kunstenaars van achter het ijzeren gordijn (Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije en Yoegoslavië) zijn in Avignon in veel ruimere mate dan in Kassel vertegenwoordigd. Ze slaan trouwens een goed figuur in deze internationale confrontatie van actuele kunst.
Op de 179 deelnemers (iedere deelnemer is slechts door één werk vertegenwoordigd) zijn er zeven Belgen: Pierre Alechinsky, Pol Bury, Jean Michel Folon, Roel D'Haese, Bert De Leeuw, Reinhoud, Gustave Lingier. Onze Nederlandse vrienden zijn iets beter vertegenwoordigd, vermits ze tien deelnemers tellen: Karel Appel, Mark Brusse, Peter Engels, Jeroen Henneman, René Lucassen, Jan Meijer, Leon Vanderheyden, Jan Van Munster, Bram Van Velde, André Volten.
Bij de samenstelling en de vorming van de tentoonstelling hebben de kunstgalerijen en met name de Franse galeries, ongetwijfeld veel invloed gehad. Het zou ons niet verwonderen dat de ganse manifestatie in hun handen zit. Het grootste deel van de aanwezige werken zijn trouwens bruikleen van kunstgalerijen. Zo komen zes van de zeven Belgische werken van Franse kunstgalerijen.
In een tentoonstellingshal is er een verkoopstand van posters, grafische werken, zeefdrukken en z.g. kleine objets d'environnement, uitgebracht door éditions V van Parijs. Dit scheen wel enig succes te hebben. Naast de eigenlijke tentoonstelling is een zaal van het Palais des Papes afgesloten voor de exposition audiovisuelle ‘elles’ dit wil zeggen dat op een muurpand tegelijkertijd tien, zeven, zes, vijf of minder foto's op tien schermen worden geprojecteerd. Alle foto's hebben als centraal thema de vrouw. Aldus sluit deze tentoonstelling aan bij de internationale tentoonstelling, die op dit ogenblik de ronde van de Europese musea doet en onder de titel ‘Die Frau’ samengebracht werd door het Duitse tijdschrift ‘Die Stern’. Deze laatste tentoonstelling brengt prachtige foto's en toont ons de vrouw onder alle aspecten. De tentoonstelling van Avignon, samengebracht door Franse fotografen, heeft een heel ander karakter. Iedere foto is bijna altijd een uitgezochte pose (snapshots zijn zeer zeldzaam) zodat er in de exposition audiovisuelle een zeker raffinement ligt, dat nog geaccentueerd wordt door het doelbewust bij elkaar plaatsen van verschillende, soms contrasterende foto's. Het geheel is zeer interessant, maar wordt tamelijk geleerd ingeleid. We leven - zegt John Craven - in een snel evoluerende tijd. Morgen wordt onze krant niet meer typografisch gedrukt, maar aan huis gebracht op een teletype wijze, zoals nu T.V. en telefoon. Onze boeken gaan we niet meer lezen, maar visioneren. Deze expositie is daarvan een afbeelding. ‘Qu'on ne s'y trompe pas: cette exposition est la préfiguration de nos littératures visuelles, spatiales, de demain. C'est ainsi qu'il faut la voir, la regarder, l'écouter’.
D.A.
| |
| |
| |
Kans voor Vlaamse beeldende kunstenaars in Duitsland
Sinds juni van dit jaar stelden reeds verschillende Vlaamse kunstenaars als Jan Flameng, Karel Roelants, Gaby Landuyt, Maurice Adams en Jos Vanbekbergen hun werk tentoon in de ‘Buchhandlung Funk’ te Bensberg (Rijnland). Begin oktober 1969 wordt eveneens een ‘Galerie Funk’ geopend te Bensberg. Per maand kunnen hier dus - naar keus - twee Vlaamse kunstenaars voorgesteld worden. In de ‘Galerie Funk’ kunnen beeldhouwwerk, keramiek e.a. kunstvormen geplaatst worden.
De organisatie van deze tentoonstellingen berust bij Jef Van Bergen, leraar aan het Koninklijk Atheneum te Bensberg. Teneinde geïnteresseerde kunstenaars gedurende langere tijd de gelegenheid te geven in Duitsland te exposeren, bestaan verdere mogelijkheden - in aansluiting met Bensberg - tot tentoonstellen in Keulen, Bonn, Bad Godesberg, Leverkusen en Düsseldorf. Geïnteresseerde kunstenaars kunnen derhalve onmiddellijk gedurende een half jaar in de Duitse Bondsrepubliek exposeren.
Belangstellende kunstenaars kunnen schriftelijk contact opnemen met Jef Van Bergen, Belgisches Gymnasium, 506 Bensberg, Deutsche Bundesrepublik.
| |
Buitenlandse tentoonstellingen
Duitsland
Staatliche Kunsthalle, Baden-Baden: Maler und Modell (tot 19/10). Staatl. Museen Preuss. Kulturbesitz, Berlijn: Surrealistische tendensen in de typografie van de 19e eeuw (tot nov.). |
Kunsthalle, Düsseldorf: Edvard Munch, Grafiek (tot 22/9). |
Kunsthalle, Hamburg: Meister Francke en de kunst omstr. 1400 (tot 20/10). |
Kunstverein, Heidelberg: Ans. Feuerbach (tot 28/9). |
Kunsthalle, Keulen: Indianer Nordamerikas (tot 1/10). |
| |
Engeland
Queens Gallery (Buckingham P.), Londen: L. da Vinci. |
| |
Frankrijk
Musée Cantini, Marseille: van Dongen (tot 30/9). |
Musée Rodin: I. Mestrovic (tot okt.). |
Chateau de St.-Germain-en-Laye: Art paléolithique (tot 1/12). |
| |
Italië
Palazzo Bianco, Genua: Gen. schilderk. in de 17e en 18e eeuw (tot 10/11). |
Palazzo Ducale, Venetië: Dal Ricci al Tiepolo (17e e. te Venetië) (tot 15/10). |
| |
Nederland
Rijksmuseum, Amsterdam: Rembrandt (tot 1 dec.). |
Gemeentemuseum, Den Haag: 200 j. prenten en tekeningen uit eigen bezit (tot 29/9). |
De Moriaan, Den Bosch: Bram Bogart (tot 6/10). |
Centraal Museum, Utrecht: Nederl. Beeldhouwk. 1964-69 (tot 17/11). |
Krabbendans, Eindhoven: Actuele Schilderkunst in de prov. Antwerpen en Limburg (ingericht door CVKV-Antwerpen en Limburg) (18/10 tot 2/11). |
| |
Oostenrijk
Zeughaus, Innsbrück: Maximilaan I (tot 6/10). |
| |
Zwitserland
Galerie Beyeler, Basel: F. Léger. |
Musée Cantonal, Lausanne: Biennale de la tapisserie (tot 29/9). |
|
|