| |
| |
| |
Oost-Vlaanderen
jean bilquin
De Biljartspelers'.
Geb. 10.7.1938, te Gent.
Behaalde een A3-diploma voor grafiek.
Ondertussen volgde hij, van 1950 af, de avondleergangen in de tekenkunst aan de Koninklijke Akademie voor Schone Kunsten te Gent. Hij beëindigde zijn studies aldaar in 1957 en werkte de volgende tien jaar in verscheidene firma's en publiciteitsagentschappen als tekenaar, tekenaar-ontwerper en art-director. Sedert 1967 heeft Jean Bilquin zich volledig en uitsluitend aan de schilderkunst gewijd. Hij exposeerde tot nog toe in een viertal Oostvlaamse kunstgalerijen: in maart 1967 te Assenede, in september 1967 te Deurle, in januari 1968 te Berlare en in maart 1968 te Gent. In maart 1969 volgde zijn eerste tentoonstelling buiten de provincie, nl. te Antwerpen.
Begin januari 1969 werd aan Jean Bilquin de Provinciale Prijs voor Schilderkunst voor 1968 toegekend.
Kerkstraat 148, Drongen.
Jean Bilquin, laureaat van de Provinciale Prijs voor Schilderkunst 1968 van Oost-Vlaanderen, is een nog jong kunstenaar, die met bijna ieder nieuw doek dat hij tijdens de drie voorbije jaren afwerkte, een geestelijke mutatie beleefde, die de artistieke waarde van zijn werk alsmaar deed stijgen. De enkele ensembles waarmee Jean Bilquin, o.a. in maart j.l. in de Galerij Campo te Antwerpen, reeds voor de dag kwam - ensembles, die grotendeels geïnspireerd zijn door de dagelijkse omgeving van de volksmens - zijn plastisch verwezenlijkt in een precieus, ietwat killig koloriet dat wonderwel aansluit met de, nu nog moeilijk onder één noemer te vatten, vormgeving (recensenten allerlei gewaagden zowel van een dosis pop en naïeve elementen, als van post-expressionisme en surrealisme), maar, en dit is m.i. van belang, die absoluut getuigt van een enorme verbeeldingskracht. En, ten slotte, is er nog het symptoom, dat wij allen die dit werk met zijn rijke waaier onderwerpen op een dag onder ogen zien, door zijn sterke psychologische ondergrond, op direkte wijze kunnen gekonfronteerd worden met een of ander (al of niet bewust) essentieel punt van ons bestaan.
Julien Vangansbeke
| |
| |
| |
yves desmet
‘Samba Red-Green’.
Foto Rouckhout, Gent.
Geb. 1946, te Gent.
Studeerde sierkunsten en monumentale kunsten aan het Hoger St.-Lucasinstituut te Gent. Schildert van 1962 tot begin 1964 non-figuratief met lyrische inslag. Stelt deze werken ten toon in het kader van collektieve tentoonstellingen te Gent, Deurle (‘Jonge selektie’), Tielt en Bachte-Maria-Leerne. Sinds 1964: vlakke en ruimtelijke constructieve werken. Monumentale opdrachten te Gent (glasramen en reliëfs), Lokeren, St.-Niklaas, Destelbergen (glasramen) en Turnhout (fresco's). Beschilderde met Willy Plompen en Jan van den Abbeel een gevel van de galerij Margaretha de Boevé te Assenede. Stichtte de ‘plus’-aktie. Richtte talrijke tentoonstellingen in en andere manifestaties van constructieve kunst; o.m. de ‘plus-meeting’ (12 april 1967, Museum voor Schone Kunsten te Gent). Doceerde estethica aan de ‘Centrumetalageschool’ te Gent en hield redevoeringen over constructieve kunst (o.m. te Florence in 1968). Startte te Gent met ‘plus-kern’, centrum voor constructieve vormgeving.
Nam deel aan enkele tientallen groepstentoonstellingen. Eén éénmansexpositie te Brussel (1967).
Gebroeders van de Veldestraat, 16, Gent.
Voor mij is een kunstenaar een mens zoals de anderen: geen enkele meerwaardigheid kenmerkt zijn ambt. Kunst is geen luxe-artikel, geen toemaatje bij het leven. Kunst is de vorm van ons dagelijks leven, of moet het althans worden. De kreatieve daad van de kunstenaar is verwant aan eender welke kreatieve daad. Ik denk hier aan realisaties op het vlak der wetenschappen, der techniek, enz. Zij hebben allen iets gemeen: zij wijzigen, verbeteren of voegen iets toe aan de natuur. Kunst is in wezen kunstmatig. Een schilderij van een aap is geen kunstwerk, omdat het niet kunstmatig is: het is slechts een uiting van de natuur. Orde scheppen, waar wanorde heerste: ziedaar de rol van de kunstenaar. Het verschil tussen een kunstobjekt en een louter-industriëel objekt? Beide druisen in op de natuur, doch alleen het kunstvoorwerp bezit dezelfde innerlijke struktuur, het zelfde innerlijk leven als de natuur... dankzij deze struktuur vervult de kunstenaar z'n rol van orde-schepper. Dit maakt kunst dan ook funktioneel. Soms is zij het rechtstreeks (architektuur, design, enz.), soms is haar utiliteit minder opvallend, onrechtstreeks en van meer psychologische of morele aard. De mens zal zich blijven omgeven met schijnbaar-nutteloze dingen, die zijn leven vormgeven.
| |
| |
| |
frank liefooghe
Copyright Persagentschap ‘Rol’, Ledeberg.
Geb. 31.1.43, te Ieper.
Studeerde aan Gentse Academie.
Sticht in 1967 nieuwe Rococo experimentele groep, die hij in 1969 verlaat. Bekwam voor 1970 een werkbeurs van de Staat. Laureaat prijs Deleu. Ontwierp in 1969 een honderd meter hoog plastisch monument voor het Sted. Museum Amsterdam. Deelname aan talrijke tentoonstellingen.
Werken o.m. in collectie Kon. Bibliotheek, alsmede in verzamelingen te Hilton, Brussel, Parijs en Rotterdam.
Ekkergemstraat, 147, Gent.
Frank Liefooghe was van oktober 1967 tot mei 1969 de erkende leider van de ‘Nieuwe Rococo’, een te Gent opgerichte groep jonge schilders die het grootste schilderij ter wereld vervaardigden: 105 m lang en 2 m hoog. Toen trouwde hij, nam afscheid van de ‘Nieuwe Rococo’ en ging wonen in een oud-nonnenklooster.
In den beginne was hij verliefd op psychedelische lijnen, op fluorescente kleuren, op versluierde landschappen en figuren, kortom op die eigentijdse internationale plastische ingrediënten die van hem een slechte Pol Mara zouden gemaakt hebben.
Men moet geen psycholoog zijn om een goed portret te schilderen, maar er is maar één Rembrandt. Een nieuwe pikturale taal vergt een innerlijke vernieuwing. Dat weet Frank Liefooghe. Hij verdiept zich in de zielkunde, de de kosmologie, de wijsbegeerte; bestudeert cybernetische vraagstukken die uiteraard verband houden met automatismen die de geheimen van onze grijze hersenmassa regelen.
Uit dit subjektief amalgama psycho-plastische mechanismen heeft F. Liefooghe zijn huidige kunst gepuurd: een nieuw surrealisme, registratiekunst van het onderbewustzijn.
Het hoofd is het centraal tema van zijn doorgaans grote doeken. Op het eerste gezicht is het een koude en matematische kunst, qua tekening een Röntgen-panorama, maar het ‘environment’ der egaal gehouden heldere kleuren, kontrasterend met de wit-zwarte vlakken, getuigen van de humane betrachtingen van deze jonge kunstenaar.
Jos Murez
| |
| |
| |
willy plompen
Geb. 4.6.1943, te Gent.
Studeerde aan de Koninklijke Academie te Gent. Eerste experimenten met kleur (contrastwerking en suggestie) vanaf 1963; tentoonstellingen in binnen- en buitenland sedert 1964; deelname aan 1ste Triënnale voor plastische kunst in België, Brugge, 1968 en aan Biënnale Parijs 1969. Werken in privé verzamelingen en staatsbezit (o.a. Museum van Gent).
Onderscheidingen: Laureaat ‘Prijs Jonge Belgische Schilderkunst’ 1969.
Lange Violettestraat, 17, Gent.
Willy Plompen behoort tot een groepje jongeren, die sinds 1964 onder de naam ‘PLUS’ eerst te Gent hun constructivistische zienswijze verkondigd hebben en zich nadien in binnen- en buitenland gemanifesteerd hebben.
Zij vormden geen groep waarin de persoonlijkheid tracht op te gaan in het anonieme; het waren veel meer jongeren met dezelfde affiniteiten en geestesverwant en die samen deelnamen aan zekere kunstmanifestaties.
Het succes van ‘PLUS’ is hoofdzakelijk te danken aan het talent van de deelnemers. Wat hen verbindt is een geometrischconstructieve vorm die vooraf gepland wordt en niet door de intuïtie of om wille van gevoelsmatige elementen verkozen wordt.
‘Wat er onbewust een rol speelt, kan en wens ik niet te weten’, zegt Plompen. ‘Wat ik echter wel controleren kan, tracht ik 100% te beheersen’. Kenmerkend voor zijn werk is de ‘onmogelijke constructie’, deze die nergens start en nergens eindigt, die evolueert van binnen naar buiten en omgekeerd.
Plompen creëerde met zijn vriend Van den Abbeel het environment van de eerste Triënnale te Brugge. Hij bereidt heden met dezelfde Van den Abbeel en Van Snick een groot environment voor, bestemd voor de Biënnale der jongeren te Parijs (einde september).
Door zijn temperament, zijn krachtige vormbeheersing en specifieke vormontwikkeling, door zijn kleurintensiteit tenslotte, behoort Willy Plompen tot de beste onder de jongeren.
K.J. Geirlandt
| |
| |
| |
andré roelant
Geb. 21.7.1942, te Sint-Niklaas.
Studies: Sted. Academie voor Schone Kunsten, St.-Niklaas: tekenen, schilderen, vrije grafiek (staatsmedaille voor grafiek, prijs Proost de Barcy voor tekenen, Prijs Wase Kunstkring voor schilderen); Hoger St.-Lucasinstituut, Gent (monumentale schilderkunst).
Onderscheidingen: Prijs Prov. O.-Vl. voor Grafiek 1964; vermelding en aanmoedigingspremie Godecharlewedstrijd 1965; 2de in de Looymans Prijs voor schilderkunst 1966; 2de in schilderprijs van St.-Niklaas, 1967; laureaat Stichting Roeping 1968 (voor grafiek en schilderen); speciale vermelding en aanmoedigingspremie in de Nationale Rotary Wedstrijd ‘Wit en zwart’, 1969. Werken aangekocht door de Belgische Staat en het Prentenkabinet te Brussel - ook in verzamelingen in binnen- en buitenland.
Tentoonstellingen: individuele te Gent, Brussel, Dendermonde en St.-Niklaas (1965 tot 1969); groepsexpo's in binnenen buitenland. Regentiestraat, 47, St.-Niklaas-Waas.
‘Samen op de baan’. 1967.
Aktuele schilderkunst is een begrip dat voor vele interpretaties vatbaar is. Voor André Roelant betekent het een schilderkunst waarvan de inhoud ontleend wordt aan de aktualiteit van het leven van iedere dag. Het gebeuren in de wereld boeit en inspireert hem, zodat zijn werken bevolkt worden met kosmonauten, popmuzikanten, filmvedetten, politici en sportlui. Deze figuren vormen geen motieven voor een realistisch schilderij maar zijn slechts bouwstenen voor komposities waarin de kunstenaar zijn persoonlijke visie reflekteert of zijn sensibiliteit reveleert.
Door deze spanning groeit zijn werk uit tot een intrigerend steekspel tussen droom en werkelijkheid, tussen gevoelsgeladenheid en aktualiteit, tussen heden en verleden. André Roelant vergeet echter nooit dat hij schilder en graficus is, wat betekent dat de inhoud in een gave en plastisch verantwoorde gestalte tot expressie moet gebracht worden, m.a.w. dat de ets of het schilderij als dusdanig een kunstwerk moet zijn. Wat impliceert dat aktuele kunst in de eerste plaats ‘kunst’ moet zijn.
H.W.
| |
| |
| |
walter schelfhout
‘Gouache-geel-rood’.
Geb. 1942, te Aalst. Nam deel aan talrijke groepstentoonstellingen, zo in binnen- als buitenland, o.m. te Osaka (Japan) in de expositie ‘Belgische Kunstambachten’, en te Parijs, in het ‘11me Salon de Montrouge d'art contemporain’.
Sinds 1962 stelt hij ook individueel tentoon, o.a. te Brussel, Oostende, Aalst, U.S.A. (Universiteit Youngstown, 1967), Gent, Mechelen, Dendermonde, Leuven, Kassel (Galerie Lometsch, 1969) en Hannover (Kunstkabinett am Steintor, 1969).
Oude Dendermondse steenweg, 392, Aalst.
Mijn kunst bestaat uit het steeds wederkerend proces van scheppen en herscheppen.
De basisidee wordt uitgepuurd, tot uit deze kern een nieuwe kern ontstaat, die op zijn beurt aan de basis ligt van een volgend, gelijkaardig verloop. Vorm en vormgeving zijn hierbij de belangrijkste problemen. Alles verloopt bestudeerd en beredeneerd volgens een welbepaald schema.
Ik schep vormen in de ruimte, hangend, liggend of driedimensionaal. Eigentijds werk, eigentijds gekleurd, voor eigentijdse mensen.
| |
| |
| |
jan van den abbeel
‘Piava’, 1967, synthetics op metaal, 93 × 93 cm.
Geb. 1943, te Denderbelle.
1959-1964: studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent; 1965: medeoprichter van Plus Groep te Gent (met Plompen en De Smet); 1969: prijs ‘Jonge Belgische Schilderkunst 1968’.
Een zevental persoonlijke tentoonstellingen in België, Nederland en Duitsland. Nam deel aan talrijke groepstentoonstellingen. Werken in de verzameling van de Belgische Staat, stedelijk museum Schiedam, museum Mevr. J. D'Hondt-Dhaenens Deurle, eigen kunstbezit provincie West-Vlaanderen en museum voor Schone Kunsten Gent.
Fr. Burvenichstr. 103, Gentbrugge.
Visie: kreatie van een beeldende kunst, die de integratie mogelijk maakt van alle plastische diciplines, en een weerspiegeling is van ons hedendaags internationaal environnement. (In tegenstelling met het plaatselijke environnement b.v. Vlaamse kunst, Waalse kunst, Belgische kunst.) Kunst heeft ten slotte geen plaatsnaam meer.
Vorm: Konstruktief
Het maken van geometrische konstruktieve ruimte planningen geen geometrische komposities maar een ordening afhankelijk van een voorop gestelde wetmatigheid die deel uitmaakt van een persoonlijke visie op ruimte, volume en kleurgebied.
De konstruktie wordt gemaakt met mijn persoonlijke wetmatigheid en is onveranderlijk ondanks alle persoonlijke voorkeuren op esthetisch gebied.
|
|