Discotheek
Willem Vermandere: Liedjes van de Westhoek, Decca 193.464, 30 cm., stereo.
Einde 1968 kwam de eerste plaat van Willem Vermandere op de markt. Veertien liedjes, in een onvervalst Westvlaams, getoonzet door Willem himself. De teksten werden geleverd door Djoos Utendoale (ps. van Joris De Clercq) wiens gedichten uit de Westhoek vroeger reeds op plaat werden gezet (voorgedragen door Gerard Vermeersch) en door Roger Rossey, een buur-schrijnwerker van Willem Vermandere.
Dit driemanschap is er voortreffelijk in geslaagd zeer goede liedjes te creëren, waarin de zo typische Westvlaamse gehechtheid aan de eigen grond én de onovertroffen Westvlaamse humor méér dan aan hun trekken komen. ‘De verloren Zeune’, ‘Bruloft van Kanna’, ‘De Vossemoere en de Kraoievent’ en ‘De Zeemeerminne’ zijn voorbeelden van tintelende, volkse humor; ‘Myn mensch'n van te lande’, ‘Bacht'n de Kupe’ en ‘Veurne’ en nog enkele andere ontroeren door hun eenvoud en echtheid.
Zullen de niet-Westvlamingen af en toe eens blijven haperen aan een ‘onverstaanbare’ uitdrukking, dan kunnen ze toch heelwat opsteken uit de contekst en daarom niet minder genieten van de veelal uitstekende melodieën en de zwier, waarmee Willem zijn liedjes ten gehore brengt.
De plaat is van een goede technische kwaliteit, hoewel de opname van de begeleiding (o.m. de fluitsoli) hier en daar te wensen overlaat.
Het laat zich nu reeds aanzien, dat de liedjes van Vermandere een zelfde succesvolle weg zullen opgaan als de chansons van de betreurde Limburgse troubadour Jo Erens.
Liesbeth List: Pastorale, Philips 844.064 PY, 30 cm., stereo/mono.
Wij zijn in Vlaanderen geen chansonnière van het formaat Liesbeth List rijk, maar wij troosten ons bij de gedachte, dat Liesbeth dan toch tot ons taal- en cultuurgebied behoort. Haar jongste plaat ‘Pastorale’ getuigt nogmaals voor haar zeer groot talent en mag in geen geval ontbreken in de discotheek van de chansonliefhebber. Zij wordt dan daarbij nog uitstekend gediend met de teksten en de muziek van andere groten uit de wereld van het lied: Lennart Nijgh, Boudewijn de Groot, Cees Nooteboom, Pierre Barouh, Jacques Brel en Ernst van Altena.
Het mooiste lied van de plaat is o.i. ‘Pastorale’, waarnaar de l.p. genoemd werd; zij zingt het samen met Ramses Shaffy. De tekst (L. Nijgh) is zeer poëtisch (een gesprek tussen de zon en een kind), de muziek (B. de Groot) kon moeilijk beter aangepast en voor de vertolking past maar één woord: meesterlijk!
Ook de andere dertien liederen lonen méér dan de moeite (‘De sneeuwkoningin’ b.v. is onvergetelijk) en het was vanwege Philips een uitstekende idee om ook enkele Franse chansons in te schakelen; daarmee kan Liesbeth List al evengoed uit de voeten als met Nederlandse. Het begeleidend orkest staat o.l.v. Bert Paige - een uitgeweken Vlaming! - en Horst Hartman.
Technisch uitstekend verzorgd. Ook een pluim voor de schitterende hoes.
j.v.r.