links: Erskinde Caldwell.
sterft de jood met zijn wereld. Ook dat is een aanklacht. Wie heeft schuld? Is het de Russische jood uit dit
Coat upon a Stick? Is het de ‘Amerikaan’? Hoeveel heeft die Amerikaan intussen al verkorven, zelfs in de ogen van de eigen jongeren? Keert Kerouac zich niet tegen de bestaande situatie, ook al gaat hij ‘on the road’, op ontdekking doorheen het continent? Ginsberg protesteert niet alleen tegen een bestaande dichtkunst, maar ook tegen een maatschappij die net zo verdord, verintellectualiseerd en square is. Kerouac en Ginsberg staan niet alleen. Naast hen kennen we ettelijke namen van jongere dichters en prozaïsten die men Beatniks heeft genoemd. Beat bestaat voor een groot deel uit meer dan een wedloop naar het nieuwe, nieuwere en nieuwste, want ook uit walg en afkeer, uit het ontmantelen van het absurde, uit protest tegen een maatschappij die, weldoorvoed en welgezeten, vecht om de geest van vroeger te handhaven. Hoe moet ik anders Ginsberg begrijpen? En hoe Leroi Jones, een neger die in zijn
Dante's System of Hell de lezer een somber gevoel van ontevredenheid, ongenoegen en protest over de kop zet, zodanig zelfs dat diezelfde lezer nauwelijks nog een weg vindt in dit exhibitionistische, donkere, mistige boek. In zijn
Home, Social Essays, leert hij ons op een soms uitdagende manier klaarder zien in machten als Black Power. Zijn literatuur moet verbeelden wat Malcolm X, Elijah Muhammad proclameert. Het nieuwe toneel moet in het teken van rassenstrijd een wapen zijn om de zwakke, zwakzinnige, vetgemeste blanke te vermoorden.
rechts: Saul Bellow.
Hij wil niet, zoals Wright en Baldwin, een handlanger der blanken zijn. Hij wil de vrijheid binnen Amerika en daarom schreeuwt hij tegen verknechting van de neger. Er is maar één volk, dat in staat is die blanke te vernielen, zo zegt hij: het volk dat de blanke best kent, omdat het eertijds zijn slaaf is geweest: het negervolk. Met protest tegen de heersende literaire situaties begon Leroi Jones in de rangen van de Beat. Nu staat hij, en hij blijft een zeldzaamheid (en het wordt ook hoe langer hoe minder literair wat hij schrijft) binnen de rangen van het hevigst verzet.
Een laatste vorm van protest dan, reeds een paar maal vermeld: het verzet tegen de heersende literaire krachten, bewegingen en dictatoren. Saul Bellow schrijft het uit.
De universiteit brengt een massa literaire intellectuelen (of is het intellectuele literatoren?) voort. Zij onderrichten, leiden een uitgeverij en schrijven tussendoor. Maar toch - is het heimwee? of diepere overtuiging? - trekken ze de bohème met lokmiddelen binnen hun directe omgeving. Eventjes dompelen ze onder in deze wereld. Daarna gaat het ordelijke leven in jas en das weer voort. Beïnvloed door moderne klassiekers als Joyce, Proust, Eliot en Lawrence, Gide en Valéry hebben ze vaak niet meer gedaan dan met al hun bespiegelingen die klassiekers in een andere taal omzetten. Het ver-beelde hebben zij in het ge-dachte omgezet en het aldus vernield, of op zijn minst geschonden. Ze beschrijven alles opnieuw en maken het aldus nog ontoegankelijker. Gevoel en esthetische reactie