Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16
(1967)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 358]
| |||||||||||||||||
op korte golfKunstschilder Tony Albrecht uit Gent exposeerde van 7 tot 18 oktober in de galerij 's Gravensteen, Kraanlei, 5, Gent. Te dezer gelegenheid werd op 7 oktober een film over zijn werk vertoond, gemaakt door cineast Gabriël Gyde.
Peter Andersen was programmaleider en presentator van een grootse zangwedstrijd te St.-Lodewijk-Deerlijk op 25 september. Op 26 september was hij er presentator van een showprogramma.
Momenteel loopt in de Vlaamse t.v. het vervolgverhaal ‘De filosoof van Hagem’, naar de roman van Jef Scheirs, in regie van Maurits Balfoort.
Kunstschilder Jos Beerden exposeert olieverfschilderijen in Studio Intercom te Kortrijk (Rijselstraat, 57) en zulks van 10 tot 27 november. Een aantal werken van deze kunstenaar werd door een bevoegde jury uitgekozen om tentoongesteld te worden te Parijs tijdens de maand december; deze internationale expositie wordt ingericht door de ‘Préfecture de Police’ te Parijs.
Voor de gewestelijke omroep Brabant besprak Geert Bekaert, op 26 september ‘Tapijt van Anne Bonnet’ in de reeks ‘Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen’.
Op de Olmen-septemberavonden '67 trad het Armand Preud'homme-koor op, aan het orgel begeleid door Armand Beliën. De teksten waren van pastoor Bert Haldermans en de regie had Lode Plaum.
Kunstcriticus Maurits Bilcke verzorgde op 12 oktober de inleiding tot de tentoonstelling Yves de Smet in de ‘Galerie du disque rouge’ te Brussel.
Op 22 september vierde ons redactieraadslid, de bekende auteur F.R. Boschvogel, zijn 65ste verjaardag. Ad multos annos!
Voor de ‘Bond der Westvlamingen’ te Brussel sprak Herman Bossier over kanunnik Van Haecke, Kapelaan van het H. Bloed te Brugge, en over ‘le chanoine Docre’ uit ‘Là-Bas’ van J.K. Huysmans.
Kunstschilder Flor Bruninx stelt van 1 tot en met 14 november zijn werken tentoon in het Cultureel Centrum ‘Caryatide’, Vrijheidsplein 4, Brussel 1. Elke dag open van 11 tot 21 uur.
Op 21 september werd over B.R.T. 1 de symfonie nr. 3 van Peter Cabus uitgevoerd.
Ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de toneelkring St.-Rembert te Torhout wordt een Westvlaams toneeltornooi ingericht. De slotvertoning van 8 februari wordt verzorgd door St.-Rembert. In regie van Guido Cafmeyer wordt het blijspel van Husson ‘Het systeem Fabrizzi’ opgevoerd. | |||||||||||||||||
ontmoetingenKroniek van de poëzie
| |||||||||||||||||
[pagina 359]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenDoet de poëzie van Fernand Bonneure dat ook niet: de stilte ten toon stellen? In een andere cyclus, die ‘intiem’ heet, lezen we: Mijn stille warme duif
ik maak je zachtjes oud
ik sta met zeer flauw uitgewuif
aan de rand van het woud.
Ligt in deze vier regels niet een kleine wereld besloten? Overal in deze tweede bundel heeft de dichter de poëtische atmosfeer sereen gehouden, maar ze neigt naar de stille weemoed van een meestal ietwat omfloerste stem die zoekend en tastend het hoogste tracht te bereiken. Zoals in ‘een maan aan de hemel’: Waar zijn de vreespaden van de dood?
aan de hemel zo mogelijk een maan?
De witte slaap in het helder bed?
Waar is mijn zuster die weemoed heet?
Het zwijgend gelaat van de nacht?
Waar is de vrouw die in wolken woonde?
De felle nachten in de Spaanse tuin?
Waar is het kind van eenmaal verlangen?
Waar de zee van blauwe gedachten
De dichter zegt ergens: ‘In het boek der liefde staan onze namen met een zacht potlood versierd...’ Met dat zacht potlood, zijn we helemaal thuis bij hem.
‘De andere planeet’, de vierde bundel van Fernand Florizoone verscheen in 1967 in tweede druk (evenals voor de eerste druk van 1965: Lier, De Bladen voor de Poëzie, 48 blz.). Vooraan staat als motto: ‘Ce qui embellit le désert, dit le petit prince, c'est qu'il cache un puits quelque part...’ (Antoine de Saint-Exupéry). Daarnaast lezen we ‘Het gedicht’, dat ons brengt tot de poëzie zoals de dichter ze ziet en beoefent: Onder het zand
van het gedicht
de waterput.
In het visrijk water
van het lied
de klankenkeien.
De andere planeet
wier meteoorstenen woorden zijn
als ruimtekevers lichtend.
Elk vers een zenuw
die trillingen registreert
in het landschap van de ziel.
Een rijk inzicht in het mysterie van de poëzie met haar klankenkeien en woordenmeteoorstenen. Poëzie zo gevoelig dat elk vers een zenuw wordt om alles te registreren wat in het landschap van de ziel kan worden waargenomen. Poëzie en leven, met en in elkaar vergroeid tot de wondere eenheid van het gedicht. Niemand moet verwachten dat Fernand Florizoone in zijn herdrukte bundel grote of belangrijke gedichten heeft samengebracht. Zover zijn we nog niet. Wat hij heeft bereikt verschilt van gedicht tot gedicht, maar een soort middelmaat lijkt ons | |||||||||||||||||
op korte golfMarcel Callaert hield op 24 juni de openingstoespraak bij de expo ‘Jeugd '67’, ingericht door het Jeugdatelier Kuurne, onder de bezielende leiding van directeur André Debaveye, die op het gebied van de naschoolse creativiteit werkelijk baanbrekend werk heeft verricht. Ook zijn leraars, Marc Labarque, Leo Vancraeynest en Jozef Hauttekiet verdienen hierbij een eresaluut.
Antoon Carette realiseerde op 22 oktober, voor de Vlaamse T.V., het programma ‘Baudelaire is gestorven in de zomer’.
Op 8 september werd voor B.R.T. 1 door het Omroepkoor werk vertolkt van Frits Celis. Deze componist was op 28 september de dirigent van het Honegger-programma, dat uitgevoerd werd door de Filharmonie van Antwerpen.
In ‘Panorama van de Belgische muziek’ (B.R.T. 3) werd op 11 september o.m. werk van Vincent Christoff ten gehore gebracht.
In het uitgavenplan 1967-68 van De Clauwaert (Leuven) werd een nieuwe roman van Felix Dalle opgenomen: ‘De Vluchtheuvel’.
Op het feest van St.-Cecilia, 22 november, verschijnen van Dr. jur. Michiel Debruyne: ‘Honderd jaar Koninklijke Stadsharmonie van Roeselare en haar bijdrage tot het cultureel leven in de Rodenbachstad 1867-1967’. Inschrijvingen enkel door storting van 160 fr. bij voorintekening op de p.r. van de auteur: 40.51.04, H. Verriestlaan, 31, Rumbeke.
Op 14 oktober sprak te Kortrijk Jan De Cuyper, pastoor van de O.-L.-Vrouwekerk en voorzitter van de oudheidkundige Kring ‘De Leiegouw’, over: ‘Het legendarisch leven van St.-Willibrord, omstreeks 1370 in de Kapittelkerk te Kortrijk uitgebeeld’.
De gedenkplaat die op 10 september te Dendermonde werd onthuld aan de woning van Lodewijk Dosfel was werk van beeldhouwer Jos De Decker.
Van donderdag 5 oktober af komt Jo Deensen iedere week in de eter met een eigen programma (B.R.T. 2, 20.00 u.) waarvoor hij telkens een nieuw liedje schrijft, dat door Ron Davis gecomponeerd en gezongen wordt.
Heemkundige Leon Defraye verzorgde de inleiding tot de tentoonstelling Julien Vandekerckhove, welke doorging van 14 tot 30 oktober in de Roeland Savery-studio te Kortrijk.
Op 12 november wordt te Brugge het ‘Requiem’ van Verdi uitgevoerd. Het Nationaal Orkest van België en het koor Cantores, voorbereid door Aimé De Haene, zullen onder de leiding staan van de Amerikaanse dirigent Paul Strauss. | |||||||||||||||||
[pagina 360]
| |||||||||||||||||
op korte golfVan 7 tot 21 oktober exposeerde Bertrand Dejonckheere zijn werken in Studio Callebert te Roeselare. Inleider was onze penningmeester Hector Deylgat. Van 25 oktober tot 13 november stelt dezelfde kunstschilder tentoon in Alta Ripa te Outryve; daar werd hij ingeleid door Godfried Oost.
In het Cultureel Centrum, Daverlostraat, te Assebroek, stelde André De Man van 14 tot 28 oktober zijn werken tentoon. Als inleider fungeerde Lucien Dendooven.
In het museum Storie, Steenhouwersdijk, 2, te Brugge, werd van 12 september tot 9 oktober 1967 werk tentoongesteld van Christiane Ackaert, Ghislain Swimberghe, Marcel Claeys, Roger Van Waeleghem en Therese Van Beveren. Deze jonge kunstschilders werden ingeleid door Lucien Dendooven.
Kunstschilder Frans Dens exposeert van 27 oktober tot 12 november akwarellen op de Hnita-Zolder te Heist-op-den-Berg.
Van 30 september tot 10 oktober stelde Lode de Roey zijn werken tentoon in Studio ‘Cogels’ Cogelsplein, 44, te Deurne.
In studio ‘Intercom’ te Kortrijk exposeerden André Deroo en Urbain Weydts van 13 tot 30 oktober schilderijen en keramieken.
De tenor Sylvain Deruwe verleende op 17 september zijn medewerking aan een gemengd recital voor B.R.T. 3 met ‘'t Meezeken’, van Guido Gezelle en Mortelmans.
Van 27 oktober tot 15 november stelt Hubert De Vries zijn werken tentoon in de galerij Pieters te St.-Martens-Latem.
Onder het motto ‘Van poppenspul tot poppenspel’ werd op 9, 16 en 23 september, in het Klein Seminarie te Mechelen, een cursus gehouden, ingericht door de Chiro-Mechelen, o.l.v. het Vlaams Verbond voor het Poppenspel. Op 9 september hield Joris Dewaele er twee voordrachten, nl. ‘Poppenspel en jeugd’ en ‘Wij maken zelf een spelgegeven’. Deze cursus ging door voor een 130-tal leiders en leidsters van de Chiro.
Op 27 september werd in de Stadsschouwburg te Brugge een opvoering van ‘Voorlopig Vonnis’ (J. Van Hoeck) verzorgd door teater ‘Antigone’ uit Kortrijk, in regie van Bert De Wildeman.
Letterkundige Frans De Winne verzorgde de inleiding tot de tentoonstelling van Raymond Mincier en Chris Bouchard, die doorging van 14 tot 22 oktober in de rotonde van het Internationaal Zeemanshuis te Antwerpen.
Kunstschilder Victor Drouillon stelde van 7 tot 16 oktober zijn schilderwerken tentoon in de gemeenteraadszaal van het stadhuis te Harelbeke. | |||||||||||||||||
ontmoetingen‘De kunstschilder’ (opgedragen aan Willem Van Hecke). Hij bestijgt langs de regenboog
het verhaal van zijn wereld.
Zijn geest
een spectrumoog
over het kleurenlandschap.
Hij is een biddende valk
azend
op een kleurenprooi.
Hij schrijft zichzelf
in het blauw, in het brons, in het grijs
dooraderde zinnen:
de mens, de plant en het beest,
oppervlakkig, as van gestolde vulkaan
naar dieper binnen
het feest van hallucinaties;
over boomschors en gespleten steen
zijn mens:
twee oogholten,
een schamelheid
die zich laat bestaan
nog dieperin
wandelt zijn penseel over de tijd
op een weide van muziek
in de wolk van een gedicht
door het hek van de eeuwigheid.
In andere gedichten lijkt het gegeven niet belangrijk genoeg om volledig te overtuigen. We moeten ons nochtans verheugen over de aandacht voor het kleine en het gewone. Ze getuigt voor de echtheid en oprechtheid van de dichter: Lente 1965
Ik klim met de morgenleeuwerik
met de voorjaarsleeuwerik
over de voorjaarsstad
in de lente.
De mensen
bloeien
in hun zaaiende hand.
Een kind
sleept de zee mee
in een garnaalnet
Vrouw en man
zijn in jou en mij
en nauwelijks miljoen jaren jong
en half weg
Ik steek
mijn vlieger op
en vier mijn levensdraad.
Bert Haman staat graag achter initiatieven die verdienstelijke kunstenaars dichter bij het volk brengen. Onlangs heeft hij de leiding op zich genomen van de nieuwe uitgeverij ‘Humanitas’, die wil zorgen voor publikatiemogelijkheid voor jongere en oudere auteurs met verdienstelijk werk dat geen uitgever vindt. In dag- en weekbladen heeft Haman proza en gedichten laten verschijnen. Hij was medestichter van ‘Het Antenneke’, dat blijkbaar niet zonder betekenis is gebleven. Een roman, een blijspel en een bundel verhalen van Bert Haman liggen gereed Onder de titel ‘Oud en nieuw’ liet hij een verzenbundel verschijnen. Omdat het | |||||||||||||||||
[pagina 361]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenprozastuk ‘Zesentwintig aspirientjes’ werd opgenomen, luidt de ondertitel ‘Poëzie en proza’ (Gent, Uitgeverij Humanitas, 38 blz. Prijs: 50 fr.). Miel Kersten, voorzitter van de Vereniging van Katholieke Oostvlaamse Schrijvers (V.K.O.S.) zorgde voor een kort ‘Ten geleide’ en kunstschilder R. Foncke leverde twee treffende illustraties. ‘Oud en nieuw’ doelt op het verschil in vormgeving. In de eerste afdeling komen zeven gedichten voor die alle, rechtstreeks of onrechtstreeks, ‘lyriek der eenzaamheid’ zijn. De dichter bezint er zich op de betekenis van het leven en op de werkelijkheid van de dood. Wat vorm en inhoud betreft, zouden we de voorkeur geven aan En tot asse...
Als eens, - het laatste vers gedicht -,
Voorgoed gebroken wordt mijn licht;
Wanneer m'n harp een laatste maal
Getrild heeft, en dan sterven zal;
Wanneer mijn moegekeken ogen
Zich voor het laatst vol schoonheid zogen,
Terwijl mijn bleek-geworden lippen
De droesem uit de beker nippen;
En als mijn oude, moede handen,
Die steeds zo graag de pen omspanden,
Zich vouwen voor de laatste bede:
Na 't woelig leven eind'lijk vrede.
Wat rest er dan van al mijn streven
Naar goed en schoonheid in dit leven...?
Een somber graf, een kille steen,
Wellicht een traan, van één alleen;
Een manuscript, wat oude beelden,
Een handvol rozen die vergeelden;
Wie weet, een pover testament,
Waarrond men vecht voor elke cent;
En ook - misschien - wat late roem,
- Helpt water voor de dode bloem? -
Ach neen! Niet veel zal van me blijven:
Niet eens genoeg om van te schrijven...
We halen dit gedicht aan als een voorbeeld dat geschikt is om de lezer vertrouwd te maken met het dichterschap van Bert Haman. Andere gedichten, zoals de ‘Ballade van de clown en de temmer’, zijn meer volks getint en bestemd voor een ruimer publiek. We vragen ons zelfs af of de dichter niet in deze richting zijn eigen weg moet zoeken. De tweede afdeling bevat vijf ‘nieuwe’ gedichten, waarvan de eerste twee - een soort kreetgedichten - ons minder geslaagd schijnen. Is het niet wat simplistisch te denken dat er poëzie zit in vondsten als deze: Hart! slaap, krepeer, hart!
Geest! zwijg, sterf, geest! | |||||||||||||||||
op korte golfTijdens het laatste zomerconcert op de beiaard van de St.-Rombouts te Mechelen werd op 11 september o.m. werk van Gaston van den Bergh, Chris Dubois en Piet van den Broek uitgevoerd.
Van 1 tot 13 oktober stelde Leo Dutoy uit Deurne zijn werken tentoon in de St.-Baafsgalerij te Gent.
Kallist Fimmers stelde van 7 tot 22 oktober tentoon in de Boerenkrijgschuur van de Abdij te Tongerlo. In het cultureel centrum ‘Caryatide’, Vrijheidsplein, 4, te Brussel, stelde Jos Geboers van 4 tot 18 oktober zijn werken tentoon.
‘Dossier Bakelandt’ van Fred Germonprez werd door de auteur voor arenatoneel bewerkt en kent thans een overrompelend succes in het theater ‘Antigone’ te Kortrijk, in regie van Bert De Wildeman.
Van 18 tot 30 september exposeerde Louis Ghysebrechts uit Hasselt collages en houtskooltekeningen in de galerij Numero te Venetië; van 25 oktober tot 6 november volgde een expo in de galerij Fiamma Vigo te Rome.
Op 26 oktober had te Leuven een grootse hulde ‘Piet Gillis’ plaats, n.a.v. de 60ste verjaardag van deze kunstschilder. Een overzichtstentoonstelling van zijn werk is tot 8 november te bezichtigen in de Academie voor Schone Kunsten, in de Stedelijke Tentoonstellingszaal en de Galerij ‘Bever’ te Leuven.
Onder de titel: ‘Grafische humor en strukturele schilderkunst’ stelde Ray Gilles van 13 tot 28 oktober tentoon te Brussel, in de galerij Luisa Muller.
Jan Hoogsteyns exposeerde van 27 september tot 10 oktober te Brussel in de galerij Tamara Pfeiffer.
In ons vorig nummer hebben wij melding gemaakt van het programma ‘Vluchtheuvel Parnassus’, dat ons medelid Dries Janssen elke week over de Gewestelijke Omroep Limburg presenteert, zulks met ingang van 5 oktober. Voor degenen, die van poëzie houden en op dit programma willen afstemmen, vermelden wij graag, dat zij dit moeten doen te 11 uur in de voormiddag.
Van 13 tot 23 oktober exposeerde Piet Janssens ‘Eigentijdse grafiek’ in de galerij Konvent, op het Begijnhof te Lier. Gaston Durnez leidde deze tentoonstelling in die o.m. een reeks van dertien houtsneden op het tema ‘Don Quichotte’ bevat, gemaakt in opdracht van een grote Belgische firma.
Bij het Guido-Gezellegenootschap verscheen van dr. B.F. Van Vlierden, alias Bernard Kemp, de studie: ‘Guido Gezelle tegenover het dichterschap. Poëzieopvatting en poëzie- | |||||||||||||||||
[pagina 362]
| |||||||||||||||||
op korte golfbeleving bij Guido Gezelle’. Bestellingen (ingenaaid ex: 295 fr.) te richten aan: De Nederlandsche Boekhandel, Sint-Jacobsmarkt, 7, Antwerpen 1.
In het cultureel centrum ‘Caryatide’ te Brussel stelde Magda Kint van 20 september tot 4 oktober haar werk tentoon.
Voor de omroep West-Vlaanderen leidt André Lammertijn weer elke week het quizprogramma: ‘Hak de knoop maar door’.
Etienne Le Compte nam deel aan de tentoonstelling ‘Schilderijen voor iedereen’ in het Cultureel Centrum te Schoten van 14 tot 22 oktober. Van 12 tot 24 november zal Etienne Le Compte in de galerij Vyncke-Van Eyck te Gent exposeren, en van 2 december tot 6 januari is zijn werk te bezichtigen in de ‘Eindejaarscollectieve’ in galerij Zwalmlandia te St.-Maria-Latem.
Guido Legrand nam op 30 september en 1 oktober deel aan de tentoonstelling der ingezonden werken voor de Prijs Beeldende Kunsten 1967, 1ste deel, in het Cultureel Centrum ‘Reinaert’ te St.-Job-in-'t-Goor.
Van beeldhouwer-letterkundige Georges Leroy werd de roman ‘De sluipwesp’ opgenomen in het Clauwaert-uitgavenprogramma 67-68.
Het Belgisch Kamerorkest o.l.v. Georges Maes verleende zijn medewerking aan het Festival van Vlaanderen o.m. aan het concert in de Kathedraal te Brussel, waarvan de twee delen respectievelijk op 4 en 11 oktober door B.R.T.-2 werden geprogrammeerd. Op 8 februari 1968 zal Georges Maes het Belgisch Kamerorkest te Brugge dirigeren in het kader van de reeks winterconcerten, ingericht door het Stadsbestuur, in samenwerking met B.R.T.-West-Vlaanderen.
In het uitgavenprogramma 67-68 van De Clauwaert, Leuven, zal een nieuwe roman van Leo Mets verschijnen, nl. ‘Kroniek van een pover minnaar’.
Achiel Pauwels exposeerde van 22 september tot 1 oktober keramiek in het cultureel centrum van de abdij van Affligem.
Van 30 september tot 13 oktober stelde André Penninck tentoon in het Concertgebouw te Brugge.
‘Achter de glazen wanden’ is de eerste dichtbundel van Roland Rambour. Hij is te bekomen mits storting van 50 fr. op p.r. 13899 van Spaarkrediet n.v., Menenstraat, 10, leper, met melding A.V. 7875 plus de de titel van de bundel.
Victor Renty stelde van 30 september tot 10 oktober zijn werken tentoon in de Gemeentelijke Feestzaal te Borgerhout. Kunstciritcus Guy Van Hoof verzorgde de inleiding. | |||||||||||||||||
ontmoetingenZo volgen er nog twaalf woorden. Heel anders wordt het in een gedichtje dat op zichzelf minder nieuw kan worden genoemd, maar toch waarde heeft: Er hangt een lijk
aan de boom;
aan de boom
van het land
van de Boss;
Op het land
van de Boss,
aan de boom
van de Boss,
aan de tak
van de Boss
hangt het rotte
lijk
van de Boss.
Het dichterschap van Bert Haman is op verre na geen revelatie. De bundel ‘Oud en nieuw’ beschouwen we nochtans als ernstig werk van een jonge kunstenaar die met de jaren zal rijper worden en de hoofdzaak steeds scherper zal scheiden van het bijkomstige. Het prozastuk ‘Zesentwintig aspirientjes’ (6 blz.) is niet onaardig geschreven. We geven de eerste regels ter kennismaking: ‘Het is zover. Ik ga er een eind aan maken. Het zal een propere zelfmoord zijn, bewust en in alle kalmte volbracht. Ik zit hier aan mijn keukentafel. En ben alleen in huis. 'n Geschikt moment dus. Het is 12 oktober 1965, halfnegen in de morgen. Gisteren was het de herdenking van de wapenstilstand. O, denk maar niet dat de gedachte hieraan me beïnvloed heeft. Niet in het minst...’
‘Tempelduiven’, de derde bundel van Joris Van Haelewijn, toont eens te meer een onbetwistbaar talent, dat beter zou tot zijn recht komen in meer geconcentreerde gedichten (Privé-uitgave: Zwarte Leertouwersstraat 19 b, Brugge, 1966, 52 blz.). In Joris Van Haelewijn schuilt niet alleen een dichter, maar ook, zoals hij het vroeger zelf heeft gezegd, een denker. En de dichter blijft nog altijd bedreigd door de denker. ... in dit teder-woeste hart
wordt elk gezang onttroond
door zoeken naar essentie
Een chaos nog
maar die zichzelf stilaan verteert
Eens zal een zuiver lied
veel schoons in mij begrenzen
Deze versregels wijzen op een helder bewustzijn dat zich rekenschap geeft van de feitelijke situatie. We denken er overigens ook niet aan de poëzie te herleiden tot gevoeligheid. Het ‘zoeken naar essentie’ wordt niet uitgesloten. Integendeel. In de hedendaagse poëzie is dit zoeken te zeldzaam. Joris Van Haelewijn, die universitaire titels heeft en wetenschappelijk werk verricht, weet dat en derhalve heeft hij over de dichtkunst zijn eigen opvatting: Het woord is sterker dan mijzelf
Al wou ik zwijgen in een woordenloos genieten
de avond slaat een prikkel in mijn flank
mijn geest draait actualiteit
Het is mijn lieve kwaal
de rover van mijn klein geluk
Ik begrijp maar half
het werkplan van mijn ziel
en het gesluierd doel
dat in de wijdse tuinen diep in mij
op een onthullen wacht
Het zal wel ergens op een ster
een rode bloem uitzaaien
voor wie voor wat
dat vraagt men niet
| |||||||||||||||||
[pagina 363]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenDe dichter deelt ons mede dat hij sedert enige tijd werkzaam is in Burundi, het ‘verre land’ ... het land
waar men het woord ontwent
zijn eigen naam vergeet
waar men de zangen tekent op de lucht
en men elkaar zijn dromen schenkt
Naar het einde van de bundel toe werden we getroffen door enkele gedichten die erop wijzen dat de nieuwe horizonten de poëzie van Joris Van Haelewijn zullen verruimen en dat de nieuwe temata direkter en pregnanter worden aangepakt. Waar slechts heuvels
steunen rug aan rug
de lucht een stolp plaatst op het heden
en alles roerloos rust
spreekt soms
uit een verloren dal
de doffe taal van een tamtam
Ons lichaam staat er onbewogen
en luistert
door de hete lucht
naar het verboeiend drommen
een ver verloren raadsel
en wij, getuigen,
die de kristallen droom doen spatten
bedreigd bevreesd
en heengaan spoedig
maar verrijkt
aan het facetoog van de wereld.
In een beperkte, voor de vrienden bestemde oplage heeft Paul Vanderschaeghe zijn bundel ‘tweemaal’ laten verschijnen (Handzame, Uitgeverij De Wilde, 1966, 46 blz.). Dat ‘tweemaal’ betreft ten eerste de gedichten en ten tweede de sprekende grafiek van Renaat Bosschaert. In het gedicht ‘Boom’ spreekt Vanderschaeghe zich uit als volgt: Ik noem hem broer van mijn verlatenheid:
Ik spaar zijn blaren als de herfst ons slaat
en noem ze zuster van mijn angst.
Twee hebben in zijn schors
- het was in eenenveertig toen men vijand zei
en haatte zonder vrezen -
hun naam gesneden met een zinloos alfabet.
Ik hoop voor hen, dat, toen zij aan zijn stam verrezen
uit het zwart mos dat nog altijd bevlekt,
zij van de dood die angst heet zijn genezen.
‘Ik moet / zorgvuldige woorden / wegen op een zilveren schaal’, zegt de dichter en hij doet het in haast elk gedicht. Vandaar zijn uiterste soberheid bij het uitspreken van zichzelf. De verzen hebben iets innerlijks dat ons rechtstreeks aangrijpt. Zoals in ‘straks’: De boer heeft al lang zijn hond
uit het hok aan de deur gehaald.
Binnen blaft hij tegen de haardvlam op.
De regen roffelt zijn droom.
In gesloten schuren zwijgt het hooi.
Geliefden delen een appel van stilte.
Het graan op de zolders wordt stof.
Straks waait de drijfsneeuw de ruiten dicht.
Dan wil ik naar buiten, de sporen zoeken
der schone dieren, de stap van de vrouw,
| |||||||||||||||||
op korte golfOp 13 november a.s. heeft te 20 uur, in het auditorium van de Muziekacademie te Izegem, de creatie plaats van de ‘Serenata per archi’ op. 41, van Herman Roelstraete. Dit stuk wordt ten gehore gebracht door het Belgisch Kamerorkest o.l.v. Georges Maes.
Tijdens het slotconcert van de Basiliekconcerten te Scherpenheuvel werd o.a. werk van Jozef Ryelandt en Kan. Vyverman uitgevoerd.
Bij Desclée De Brouwer verscheen de tweede roman ‘De Krabben’ van Willy Spillebeen. Een door de auteur genaamtekend exemplaar kan bekomen worden mits overschrijving van 125 fr. (gen.) of 155 fr. (geb.) op p.r. 5868.69 van de schrijver, Sluizenkaai, 47, te Menen.
Op de Antwerpse Boekenbeurs lagen van de Antwerpse schrijver Guido Staes niet minder dan 8 nieuwe kinderboeken, alle uitgegeven door Heideland-Het Fonteintje, o.m. ‘Het bloemenmeisje van Trastevere’, ‘Tjoepke en Controleur Stipt’, ‘Tjoepke op de kermis’, ‘De liftjongen en de meeuw’, ‘Tjoepke aan zee’, ‘Het knulletje in de sneeuw’, ‘Het meisje met de zonnehoed’ en ‘Tjoepke en de gebroeders Foei’. Op 2 november zendt B.R.T. West-Vlaanderen zijn hoorspel ‘Het merkteken’ uit en op 20 december gaat in Televisum zijn t.v.-spel ‘De plastieken soldaatjes’ op antenne.
Op 2 oktober werd ‘De Oogst’ naar het gelijknamige boek van Stijn Streuvels, als radioverhaal door Omroep West-Vlaanderen uitgezonden.
Kunstschilder Gilbert Swimberge stelde van 1 tot 8 oktober zijn werk tentoon in het Retorika-Tehuis, Gemeenteplaats, te St.-Michiels-Brugge. Letterkundige Lucien Dendooven fungeerde als inleider.
In het Concertgebouw te Brugge exposeert Gaston Theunynck van 28 oktober tot 14 november.
Corine Toussein exposeerde van 7 tot 31 oktober ‘Wol aan de wand’ in ‘Celbeton’ te Dendermonde. Inleider was Ludo Bekkers.
Van 14 tot 27 oktober exposeerden Geert Vanallemeersch (tekeningen en lino's) en Werner Lagae (beeldhouwwerk) in galerij Carlos Demeester te Roeselare.
Kunstschilder Jos. Van Belleghem stelde van 21 juli tot 11 augustus zijn werken tentoon in het Stadhuis te Veurne.
Frank-Ivo Van Damme fungeerde te Kampenhout als voorzitter van de jury van een tekenwedstrijd voor de jeugd.
Kunstschilder Leo Vandekerckhove stelde van 14 tot 24 oktober schilderijen en teke- | |||||||||||||||||
[pagina 364]
| |||||||||||||||||
op korte golfningen tentoon in de Galerie Albert te Hasselt.
Van de hand van Jacques Van den Bogaerde verscheen de historische roman: ‘De grote liefde van Maria van Magdalena’ bij de uitgeverij Oranje-De Eenhoorn te St.-Baafs-Vijve (geb. 110 fr.; gen. 80 fr.).
Gilbert Van den Bossche stelde, van 14 tot 27 oktober, landschappen, zee- en stadsgezichten tentoon in de Galerij Générale te Oostende.
Roland Vandenbussche stelt van 15 oktober tot 1 december grafische humor en ‘op-figuratie’ tentoon in het kader van het Nederlands Kamertoneel te Antwerpen.
Art van der Linden uit Antwerpen nam in september met vier werken deel aan de Openluchttentoonstelling voor beeldhouwkunst in ‘De Wal’ te Kemzeke.
De roman ‘De twee honden’ van Paul Vanderschaeghe zal verschijnen in de Clauwaertreeks 1967-68.
Van 9 tot 23 september stelde André Vandevoorde schilderijen en tekeningen tentoon in de galerij Zwalmlandia te St.-Maria-Latem.
Bert Vandoorne regisseert ‘Slissen en Cesar’ dat door ‘Kunst en Vreugd’ van Hooglede op 28 en 29 oktober wordt opgevoerd.
Remi Van Duyn zal voor de ‘Rhetoricakamer van de H. Geest’ te Brugge de regie voeren van het blijspel ‘Het eindexamen’ en voor ‘Volksveredeling’ te Roeselare van ‘Een parel van een meid’. Beide toneelgroepen nemen met genoemd stuk deel aan Remberts Westvlaams Toneeltornooi te Torhout.
Tijdens de maand september verzorgde Emiel Van Hemeldonck een reeks poëtische avondmijmeringen in het radioprogramma van Omroep West-Vlaanderen ‘Afscheid van de dag’.
In de ‘Standaard Bibliotheek’ verscheen een ‘Declamatorium der Nederlandse Poëzie’ samengesteld door Theresa Van der Meulen-Van Marcke uit werk van 248 dichters uit Noord en Zuid (331 blz., geb. 135 fr.; schooleditie: 95 fr.).
Leo Van Paemel exposeerde van 8 tot 21 september in de St.-Ann Gallery te Knokke-Zoute.
Het Tineke-van-Heule-beeld, dat te Gentbrugge werd onthuld, is het werk van beeldhouwer Van Parijs. Het is een geschenk van de V.T.B.-V.A.B. aan de gemeente Gentbrugge en meteen een hulde aan Emiel Hullebroeck, die er in 1878 geboren werd.
Bij de uitgeverij Van In te Lier zal het boek ‘Het sprekend geweer’ van Julien Van Remoortere verschijnen als stripverhaal. De | |||||||||||||||||
ontmoetingende langzame zekere schrede der mannen.
Ik zal wachten in mijn wereld;
warmen mijn woorden aan mijn adem,
onder mijn ogen de droom van mijn bloed.
Boven alles verkiezen we het gedicht ‘bij een verjaardag voor mijn vrouw’, waarin de dichter Vanderschaeghe het sterkst naar ons toekomt in zijn volledige rijkdom als dichter en mens: Een hond huilt het uur
van nacht tot morgen stuk
- hij is van grijs en wit
gevlekt, hij is trompet
en blues and when the saints
go marching in -.
Ik zal maar deel zijn van dit licht
wanneer de hemel scheurt
en alles zon wordt
voor het laatst.
Misschien zijn beide, gij
en ik, en in ons beiden kind
aan kind een vuurvonk voor
een ander huis, waar thans een koor
van hoop zich op het uur
bereidt en spreekt van heilig vuur
dat ooit hun harten klaart.
Ik laat de hond in mij.
En gij? De hond zijn schreeuw
- hij is van grijs en wit
gevlekt, hij is een meeuw
die storm schreeuwt. Hoor
de bleus en pijn and when
the saints go marching in! -
Misschien zijn beide, gij
en ik, en in ons beiden kind
aan kind de vuurvonk voor een mei...
De vrienden van de dichter mogen zich gelukkig achten met dit schoon geschenk!
Remi Van de Moortel | |||||||||||||||||
Fernand Etienne
| |||||||||||||||||
[pagina 365]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenFernand Etienne
artikels, beschouwingen en voordrachten, waarvan het merendeel te maken heeft met zijn grootste (culturele) liefde: het toneel. Wij citeren: ‘Waarom toneel?’, ‘Het Griekse drama’, ‘Kinder- en jeugdtoneel’, ‘De juiste expressie in de toneelkunst’, ‘De psychologische ontleding van stuk en figuur’, en nog veel andere meer. Kortom: een man, die er véél van af weet (omdat een mens er nu eenmaal niet àlles van kan weten). Wij zijn hem dankbaar, omdat bij hem de lamp niet onder de korenmaat verborgen bleef en hopen dat hij zijn rijke gaven nog minstens vijfentwintig jaar lang zou mogen ten dienste stellen én van het toneel én van ons volk. j.v.r. | |||||||||||||||||
designer Paul Ibou
| |||||||||||||||||
op korte golfstrips worden getekend door de befaamde Oostendse tekenfilmer Raoul Servais. Het werk zal voorjaar 1968 van de pers komen.
Kunstschilder-graficus Roger Vansevenant exposeert recent werk in de Korrekelder te Brugge van 28 oktober tot 10 november.
In de reeks ‘Heideland-Dokumenten’ verscheen het voortreffelijke boek van Louis Vercammen: ‘Vijftig jaar Pallieter’, zijnde: wat rond het boek ‘Pallieter’ aan verhelderende informatie kon worden samengebracht.
Beeldhouwer Willem Vermandere stelde van 14 tot 28 oktober tentoon in de galerij ‘Forum’ te Oostende.
Gerard Vermeersch verleende zijn medewerking als recitant aan de uitvoering van ‘De Zee’ van Paul Gilson, die op 24 september door B.R.T. 3 geprogrammeerd werd.
Frans Verstreken verzorgde de inleiding tot de tentoonstelling van cartoonist Pil, welke plaatsvond te Lier in kunstgalerij Konvent van 30 september tot 10 oktober. Voor de Omroep Limburg verzorgt Frans Verstreken elke vrijdag te 18.15 het programma: ‘Uiltjes vangen’.
De novelle ‘Water’ van Jan Veulemans zal verschijnen in de Clauwaertreeks 1967-68.
Van Theo Vonck zond Omroep Antwerpen op 23 augustus het satirisch radioverhaal uit: ‘Even de bloempjes buiten zetten’.
Herman Vos sprak de openingsrede uit tot de boeken- en platenbeurs die op 29 en 30 september en op 1 oktober te Kampenhout werd ingericht.
Kunstschilder Martin Wallaert stelde van 8 tot 20 oktober tentoon in de hall van de Generale Bankmaatschappij te Deinze.
Beeldhouwer Maurits Witdouck uit Lovendegem beitelde de Vlaamse Leeuw, die boven de ingangspoort van het kasteel van Male (dat nu de St.-Trudo-Abdij geworden is) werd onthuld.
Dit nummer van ‘Vlaanderen’ is het voorlaatste in de jaargang 1967. De laatste aflevering, gewijd aan ‘Protestkunst’, wordt momenteel gezet. Wij hopen dat U tevreden kan terugblikken op 1967 en dat U reeds belangstellend uitkijkt naar 1968. Bij al dat blikken en kijken vragen wij U echter een héél klein beetje hulp: stort vandaag reeds uw leesgeld voor 1968 en U ontlast onze administratie geweldig. Een kleine moeite voor U, maar een grote hulp voor ons. En dacht U er ook reeds aan, dat een abonnement op ‘Vlaanderen’ een schitterend eindejaarsgeschenk is voor ergens een vriend of kennis? | |||||||||||||||||
[pagina 366]
| |||||||||||||||||
kunstecho'sAntwerpen
| |||||||||||||||||
V.T.B.-nieuwsOktober is traditioneel de maand van de provinciale V.T.B.-vergaderingen tot voorbereiding van het winterprogramma. Deze vergaderingen, telkens met bijzondere bezoeken en recepties door provinciale of gemeentelijke overheid, hebben plaats op 1 oktober, te Hasselt-Bokrijk; op 8 oktober, te Halle-Vlezenbeek-Gaasbeek; op 15 oktober, te Heist-aan-Zee en op 22 oktober, te Sint-Niklaas. Op 4 oktober werd in het Antwerps bondsgebouw, Hilde Uitterlinden gehuldigd, laureate van de derde Oskar-de-Gruyterprijskamp, door de V.T.B. ingericht. Op 11 oktober houdt de Simon Stevinstichting, afdeling van de V.T.B., te Antwerpen een belangrijke vergadering. Op 24 oktober, laat de bond voor zijn leden in de K.N.S. te Antwerpen, Hoofts ‘Warenar’ opvoeren. Op 28 en 29 oktober onderzoekt een bevoegde jury reeds een gedeelte van de 114 filmen, ingezonden voor de vijfde nationale filmwedstrijd van de V.T.B. | |||||||||||||||||
Het jaar van UilenspiegelOmdat het, bij benadering, 450 jaar geleden is dat ‘In Die Rape bij Michiel van Hoogstraten’ te Antwerpen het eerste tot nu toe bekende Vlaamse Uilenspiegelboek is verschenen, en omdat, einde 1867, het wereldvermaarde epos van Charles De Coster werd gepubliceerd, wordt 1968 uitgeroepen tot ‘Internationaal Uilenspiegeljaar’. Delegaties uit Damme, Kalmthout, Neerpelt, Turnhout en Antwerpen hebben daarom besloten in 1968 in de Sinjorenstad een aantal culturele en toeristische evenementen te organiseren. De organisatie wordt toevertrouwd aan de ‘Antwerpse Uilenspiegelgezellen’, waarvan talrijke volkskundigen, geleerden en kunstenaars lid zijn. | |||||||||||||||||
ontmoetingenals ontwerper-typograaf, vervolgens in een klein agentschap en later werd hij supervisor-designer bij een babyvoedingsfirma te Aartselaar. In 1962 waagde hij de grote stap en werd hij free lance, in een oud huurhuis in het hartje van de sinjorenstad. Zeer snel verwierf hij een uitgebreid kliënteel: K.N.S., Nationaal Toneel en, voor de stad Antwerpen, de vormgeving voor het Rubenshuis, de toeristische diensten, de Biënnale Middelheim, e.d.m. Tal van uitgevers, drukkers, agentschappen en industrieën deden een beroep op hem: o.m. Philips, Nederland, en Leaf Brands Corp., Kilcock, Londen. In 1965 behaalde hij de Oscar voor verpakkingen en specialiseerde zich in verpakkingsontwerpen. Zijn huidige specialisaties bestaan voornamelijk uit het ontwerpen van merken, house-style of coordinated design style voor grotere firma's, omslagontwerpen, boekverzorging, direct-mail, folders, greetings, lay-outs, kalenders en vooral affiches. Hij is medestichter en vice-president van het Verbond voor Vlaamse Grafici, lid van Icograda en van de V.R.I. ontwerpersvereniging in Nederland. In 1962 hield hij zijn eerste tentoonstelling, nl. in het kasteel van Schoten. Daarna volgden verscheidene groepsexpo's en in 1966 andermaal een persoonlijke tentoonstelling bij G.H. Bührmann Papier te Antwerpen (500 personen aanwezig tijdens de opening!). In België alleen werden niet minder dan 60 affiches van hem verspreid, waarvan 11 baanaffiches van 20 en 10 m2. Terwijl wij deze regels schrijven, onderneemt Paul Ibou een studiereis in de U.S.A. en Canada. We zijn al benieuwd om te zien wat hij van ginds zal meebrengen: met hem kun je alle kanten uit in de wereld van de grafiek, want ‘hij heeft het vak werkelijk in de vingertoppen en hij beheerst het als een perfect ontwerper’, zoals prof. Hiroshi Ohchi, art director van Idea, onlangs over hem schreef. Aansluitend met deze reis, zal hij van 5 tot 25 januari e.k., telkens na 20 u., een tentoonstelling over house-style en design hebben in de Club Vecu te Antwerpen. Julien Van Remoortere | |||||||||||||||||
Fred Germonprez
| |||||||||||||||||
[pagina 367]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenis uit een overigens goede biografische roman van Germonprez? Al bij al blijft Teater Antigone prachtig werk leveren. Feit is dat er toneel gespeeld wordt in een zeer aanvaardbare stijl, in een verheffend en volksopvoedend klimaat. Bijzonder gelukkig zijn wij dat Antigone steeds oog heeft voor eigen auteurs en voor wat van eigen bodem is. Graag willen wij nog wijzen op de zeer goede, sterk sfeer-scheppende muziek van Gerard Favere en sluiten met allen, auteur Germonprez, regisseur De Wildeman, componist Favere, alle spelers en speelsters, allen die op een of andere wijze meewerkten aan deze prestatie, van harte en welgemeend geluk te wensen. G.O. | |||||||||||||||||
Dr. Karl Heeremans
| |||||||||||||||||
kunstecho'sEr wordt ook overwogen een monumentaal ‘Uilenspiegelgedenkboek’ uit te geven. In bedoeld album zouden, naast kritische studies, bijdragen en beschouwingen rond de figuur van Tijl, eveneens ruime fragmenten uit het Volksboek en De Costers epos, naast allerlei gedichten en illustraties worden opgenomen. Vooral de prenten, gaande van de middeleeuwse houtblokken tot de moderne houtsneden van Masereel, kunnen dit boek tot een kostbaar bezit maken. Lezers, die over curiosa in dit verband mochten beschikken, worden verzocht zich in verbinding te stellen met dhr. V. Peeters, secretaris der ‘Uilenspiegelgezellen’, Apollostraat, 47, Berchem-Antwerpen. | |||||||||||||||||
Reizend VolkstheaterOnlangs gaf het R.V.T. een mooi verzorgde folder uit i.v.m. zijn repertoire 1967-68. De volgende stukken komen aan bod: ‘Kabaal in Chioggia’ (Goldoni), ‘Het meisje van hiernaast’ (A. de Laiglesia & J. Vaszary), ‘Als in een veel te grote jas’ (K. van Deuren), ‘Rust à la Russe’ (V. Katajev), ‘Top secret’ (A. Watkyn), ‘Sakoentala’ (Kalidasa), ‘Schip zonder haven’ (Perrini), ‘En waar de ster bleef stille staan’ (Timmermans/Veterman), ‘De Pijnbank’ (Priestley), ‘De Man uit het Cirkus’ (R. Thoelen) en ‘Terreur’ (J. Ceuleers). Secretariaat en atelier: Kolveniersstraat, 16-18, Antwerpen 1. | |||||||||||||||||
Alex de Vries-steunfondsOp initiatief van mevr. de Vries-Tolkowsky, weduwe van de wereldbekende pianist, is een fonds opgericht om het levenswerk van haar echtgenoot, Alex de Vries, te bestendigen:
| |||||||||||||||||
Boekenbeurs en Boekenweek 1967De Boekenweek wordt dit jaar gehouden van woensdag 1 tot en met zondag 12 november. Tijdens deze periode vindt uiteraard - voor de 31e maal - de ‘Boekenbeurs voor Vlaanderen’ plaats in de Stedelijke Feestzaal, Meir, Antwerpen. Het aan de Boekenweek en Boekenbeurs meegegeven thema is ‘Jeugd en Boek’. Voor de eerste maal is volledige medewerking voorzien van alle onderwijsinstellingen voor secundair onderwijs; ‘volledig’ in deze | |||||||||||||||||
[pagina 368]
| |||||||||||||||||
kunstecho'szin dat de ‘Boekenweek’ in de scholen zal ‘beleefd’ worden (gesprekken over het boek in de school, de jeugd en de bibliotheek, het boek en de vrijetijdsbesteding, het boek in het gezin, e.d.m.) Centraal bij dit alles staat de ‘Boekenbeurs voor Vlaanderen’ te Antwerpen, met haar ca. 15.000 verschillende nederlandstalige titels, haar méér dan 30 geprogrammeerde voordrachten en lezingen. Wat deze laatste betreft, stippen wij aan: op 8 november, tussen 14 en 15 u., het programma ‘Humor en Kinderpoëzie’, waarin Gaston Durnez vertelt over zijn ‘Sire’ en tijdens hetwelk ‘De Meiklokjes’, o.l.v. M. Jacobs liedjes van Durnez zullen zingen, op muziek van Jos Wuytack; op dezelfde dag, tussen 17 en 18 u., ‘Jeugd en boek’. Jan Melis leidt in en de volgende jeugdauteurs lezen uit hun werk: Leo Roelants, Yvonne Waegemans, Albe, Olga de Wit, Guido Staes en Godelieve Melis; op 11 november, van 16 tot 17u.30, de ‘Clauwaert-namiddag’, m.m.v. Gaston Durnez, Jos Ghysen, Paul Vanderschaeghe en Georges Leroy. Gespreksleider: Dr. Marcel Janssens; 12 november, van 11 tot 12 u.: voorstelling van de nieuwste jeugdboeken, m.m.v. René Struelens, Clara Wagner-Timmermans en Leopold Vermeiren; 's namiddags, van 14 tot 15u.30, sluit het befaamde radio- en t.v.-kwartet Jos Ghysen, Gaston Durnez, Piet Theys, Louis Verbeeck cursief de 31ste Boekenbeurs. In het kader van Boekenbeurs en Boekenweek: een (eenvoudige) gratis ‘Boekenweekprijskamp’, met medewerking van alle erkende boekhandelaars. En vele andere zaken meer, die van ‘Boekenbeurs’ en ‘Boekenweek’ ook in 1967 weer de topgebeurtenis zullen maken wat het boek in Vlaanderen betreft. De Boekenweek en -beurs worden benut om de aandacht te vestigen op de typografische uitvoering van Vlaamse uitgaven. Een jury heeft uit de produktie van 1965 en 66 een aantal werken bekroond, die samen zullen geëxposeerd worden. Het bezorgt ons vreugde onder de bekroonde werken verscheidene uitgaven van Lannoo aan te treffen (o.m. de fotoalbums Antwerpen, Vlaanderen, Europa) alsmede ‘De zomer staat hoog en rijp’ (dichtbundel R. Verbeeck, uitg. Heideland) en ‘Plato, verzameld werk’ (X. de Win, uitg. De Nederlandsche Boekh. Antwerpen). Vermelden wij tenslotte nog dat het Gulden Boek dit jaar wordt toegekend aan een groep leraars, die het ‘Inrichtend Comité’ vormen van de Boekenweek Grensstreek, die jaarlijks wordt gehouden in het St.-Aloysiuscollege te Menen, zulks wegens hun onschatbare verdiensten in verband met de verspreiding van het boek. Wij wensen de laureaten langs deze weg van harte geluk. | |||||||||||||||||
ontmoetingeninviteerd om zijn werk te exposeren op de Italiaanse luxe-pakketboot ‘Anna C’, tijdens een nieuwjaarskruisvaart in de Middellandse Zee, én men vroeg hem eveneens deel te nemen aan de 4de Internationale Biënnale voor Schilderkunst te Amiens (einde 1967). Heeremans schijnt zijn tentoonstellingen ver vooruit te plannen; zo noteren wij reeds, voor de komende jaren, de volgende exposities: 1968: Oostende en Vyncke, Gent; 1969: Nova, Mechelen en La Vigie, Marseille; 1970: Montjoie, Brussel en El Bosco, Madrid; 1971: De Braekeleerstudio, Antwerpen. Bovendien zal zijn werk ook nog vertegenwoordigd zijn in enkele groepsexpo's. Hij vertelt ons, dat hij, buiten zijn normaal werk als arts, kan instaan voor zowat veertig akwarellen per jaar, die dan over twee tentoonstellingen worden verspreid: een binnenlands, de andere buiten onze grenzen. Als hij daaraan toevoegt, dat het voor iedereen mogelijk is wat tijd te bewaren om iets anders te doen dan het louter beroepswerk, dan kunnen wij daar volledig mee instemmen. Wij wensen hem nog van harte geluk bij zijn jongste onderscheiding en hopen dat zijn toekomst - die zich bijzonder rijk aankondigt - alle beloften zal mogen inlossen. Julien Van Remoortere | |||||||||||||||||
Boschvogel 65!Toen Boschvogel vijf jaar geleden zestig werd, bracht André Demedts hem hier een ontroerende hulde onder de titel ‘Een zalige verjaardag voor Boschvogel’ (jrg. 1962, blz. 446-447). Niemand kon beter zeggen wat wij allen denken en voelen over hem dan Demedts, die reeds zovele jaren zijn vriend en geestesverwant is en, evenals hij, hetzelfde doel nastreeft in de kunst: een ‘boodschap van bezield christendom, trouw aan zijn volk en genegenheid voor de mensen’. In deze laatste vijf jaar heeft Boschvogels pen niet stilgestaan. Het ene verhaal volgde het andere op in tal van tijdschriften. Het ene boek volgt ook op het andere. In deze boeken blijft hij steeds dezelfde onvervalste Boschvogel, met zijn onstuitbare verteldrift, zijn steeds jeugdig romantisme, zijn verlangen om de lezer iets waardevols voor hoofd en hart mede te geven. ‘Hoor die Rika fluiten’ is een korte boerenroman (Uitg. Cornille, Torhout). Het gaat er om een zeer actueel probleem: is de Vlaamse kleinboer ten dode opgeschreven? De auteur pakt het vraagstuk aan, niet met economische en statistische gegevens, maar met het hart: men had niet anders verwacht. De reeds ouder wordende boer van het Leeuwenhof, waarvan de labeurgrond ten gevolge van de industriële ontwikkeling steeds kleiner wordt, wil op zijn beurt naar de fabriek. Zijn vrouw wil hem dit beletten, want er staat zoveel op het spel: vooral de toekomst van de zoons en van de wakkere dochter Rika, die fluitend door het leven gaat, maar nu over heel wat energie blijkt te beschikken. Boschvogel is diep bekommerd om een stand, die zovele eeuwen de ruggegraat van ons volk uitmaakte en de bewaarder was van de schoonste Vlaamse tradities. ‘Kom, Hermine’, zo spreekt de scharensliep Leo tot het meisje uit het afgelegen huisje bij het bos: zij zal de roep van het bloed niet kunnen weerstaan, want ook haar ouders hebben jarenlang met een kreupele woonwagen de wegen van Europa afgeketst. Wat woonwagenmensen al kunnen meemaken aan vreugde en leed, liefde en hoop, ontgoocheling en drama's, dat weet Boschvogel omdat hij het van de mensen zelf heeft vernomen, die hem vrijmoedig hun vele lotgevallen | |||||||||||||||||
[pagina 369]
| |||||||||||||||||
ontmoetingenverhaalden, omdat zij voelden dat hij hen een goed hart toedroeg. Is het niet tekenend dat steeds het woord ‘hart’ terugkeert als men het over Boschvogel heeft? Het boek ‘Kom, Hermine’ wordt verkocht ten voordele van Home Zwaluwnest van het Woonwagenwerk te Oostkamp. Een roman dus over een zeer kleurige, maar weinig gekende en begrepene volksgroep. Het feit dat Boschvogels zoon, thans missionaris te Kinshasa, vijf jaar lang te Rome aan de Gregoriaanse Universiteit studeerde, bracht de auteur herhaaldelijk in Italië. Uit deze Italiaanse reizen is een nieuw boek ontstaan: ‘Gouden dagen in Italië’. Wij maken met de auteur een prachtige tocht van Turijn tot Amalfi en van Paestum tot Venetië, over al de beroemde pleisterplaatsen. Telkens vertelt hij op eenvoudige en boeiende wijze over historische en kunstschatten: een uitstekende reisgids ten behoeve van de volksmensen, voorzien met kaart en alfabetische naamlijst, die de bruikbaarheid ten zeerste vergroten. (Uitgave bouwpastoor Karel Vercruysse, St.-Kruis). Ook de jeugdschrijver Boschvogel heeft niet stilgestaan. Hij heeft bij de Uitgeverij Lescrauwaet te Brugge een nieuwe historische jeugdreeks ‘'t Verleden leeft in ons’ ingezet, waarin geromanceerd verhaal en verantwoorde geschiedkundige wetenschap in elkaar geweven zijn. Elke periode van het verleden maakt het onderwerp uit van een afzonderlijk deeltje. Reeds vier deeltjes verschenen. Twee ervan zijn van Robert Baccarne en Johanna Carmijn. De twee andere zijn van Boschvogel zelf. ‘Door een smal gangetje’ handelt over de Romeinse tijd, Caesars verovering van Gallië, het Keizerrijk en de eerste christenen. ‘Op het paard van de koning’ brengt een beeld van de Frankische samenleving met haar verhouding tot de Romeinen, de Frankische verovering en de kerstening der Franken. Elk deeltje sluit met een babbeltje tussen lezer en schrijver, dat meer didaktisch is bedoeld. Boschvogel verwierf naam als schrijver van historische romans. In de laatste jaren verschenen er geen meer. De reden ervan is dat hij reeds lang een grote historische roman op het getouw heeft, die een brede fries wil brengen over een te weinig gekende en toch spannende episode uit ons verleden: de avonturen van de Oost-Indische compagnie, met Oostende als centrum. Zoals altijd stelt de schrijver er prijs op door grondige historische studie zijn verhalen stevig te funderen; daar ligt de reden waarom het werk, dat nog geen titel heeft, ook nog niet verschenen is. Wij wensen Boschvogel nu reeds alle sukses toe! Wie Boschvogel ontmoet, verlaat hem niet zonder een beetje heimwee. Heimwee naar de tijd toen alle Vlaamse auteurs hun schrijverstaak opvatten, zoals Boschvogel het nu nog doet: als een dienst voor het volk. Dr. A. Smeets | |||||||||||||||||
Gesprek met het Verbond der Vlaamse GraficiDe leden van het Verbond der Vlaamse Grafici kregen, aan de ronde tafel, een aantal vragen gesteld. Uit hun, soms gepassioneerde, reacties condenseer ik u antwoorden die een grootste gemene deler moeten zijn, uiteraard zonder de vurige toon waarop zij oorspronkelijk werden verwoord. Hun mening moet immers geen aanleiding zijn tot debat maar eenvoudigweg een opstellen van de bakens der verzuchtingen en verwachtingen.
Welk gevoel geeft het jullie, in regionaal perspectief gezien, een VVG te hebben opgericht?
Een samenbundeling van de krachten is noodzakelijk. Wij moeten ons immers veilig stellen, eerst en vooral tegen de oneerlijke concurrentie en dan ook tegenover de klant. De enige manier om open en eerlijke verhoudingen te scheppen met onze klant is hem duidelijk in te lichten over de waarde van het artistieke werk en over de materiële waarde ervan. Dat klinkt wellicht pedant en betweterig, maar de ongelukkige resultaten van het gebrek aan waardering dwingen heel wat grafici in het onderwijs hun elementaire levensbehoeften te gaan voorzien. Zolang het beroep van grafieker niet leefbaar is, kan de kwaliteit niet stijgen. Het is een vicieuze kringloop. | |||||||||||||||||
kunstecho'sPrijs Frans van CauwelaertHet van Cauwelaert-Fonds, Eric Sasselaan, 55, Antwerpen, schrijft voor 1968 een prijs van 100.000 fr. uit voor een oorspronkelijk, in het Nederlands gesteld werk van wetenschappelijke waarde, hetzij in boekvorm, hetzij in manuscript (geen licenciaatsverhandelingen, handleidingen noch handboeken). Inzenden vóór 1 januari a.s. | |||||||||||||||||
Bijeenkomst Kempense SchrijversDe jaarlijkse algemene vergadering van de Kempense Schrijvers gaat op 11 november a.s. te Antwerpen door. Bij die gelegenheid zal hulde gebracht worden aan jarige en verdienstelijke leden: Lambert Swerts 60 (door Jozef Droogmans), Prof. Dr. E. Rombauts 65 (door Prof. Dr. A. Keersmaekers), Leo Mets, romanprijs 67 Hilvarenbeek (door E.P. Em. Janssen), Karel Vertommen 60 (door Drs. F. Verbiest). | |||||||||||||||||
Antwerpse MuziekdagenDeze dagen gaan van 7 tot 15 november a.s. door in de Scheldestad en zijn, in de werkelijke zin van het woord, een echt festival. De acht interessante concerten vinden plaats in het unieke decor van de St.-Caroluskerk, het Sterckshof en de Campogalerij. De Halewijnstichting, die deze dagen organiseerde, verdient een hartelijke gelukwens. | |||||||||||||||||
Brugge
|
- | Tentoonstelling ‘Kunstschatten in West-Vlaanderen’. |
- | Uitvoering van ‘War Requiem’ van B. Britten, St.-Maartenskathedraal, leper, 4 november. |
- | Proclamatie van de Provinciale Prijskampen 1967, Conferentiezaal van het leperse stadhuis, 5 november. |
- | Jeugdboekenbeurs, ingericht door Altiora, Averbode, in de leperse Lakenhalle van 28 oktober tot 5 nov. en te Brugge, Provinciaal Hof, van 10 tot 16 november. |
- | De uitvoering van ‘De vier jaargetijden’ van Haydn, Knokke, Casino, 19 november, 16 uur, zulks n.a.v. het 10-jarig bestaan van het Gemengd Koor Cantabile Knokke-Heist en m.m.v. dit koor, van het St.-Servatiuschor Siegburg en het Westvlaams Orkest o.l.v. Jacques Maertens. Kaarten van 100, 75 en 50 fr. te bekomen bij Lecture Générale, Lippenslaan, 187, Knokke (tel. 633.07). |
- | Concert door het jeugdkoor en -orkest |
kunstecho's
‘Ons Dorado’ te Middelburg, op 29 november, in het kader van de culturele uitwisseling tussen de provincies Zeeland en West-Vlaanderen.
- | Kunstbeurs ‘Artiesten stellen tentoon, ten bate van het rampenfonds’, Provinciaal Hof, Brugge, 1 tot 4 dec. (zie Verbondsberichten). |
- | XIVe Provinciaal tornooi voor zangkoren, St.-Jozefsinstituut Torhout, 3 december. |
- | Tentoonstelling Fotografie 1967 (St.-Michiels, Avelgem, leper, Veurne). |
- | Het XXe Provinciaal muziektornooi 1967 voor harmonies en fanfares. |
Wintervoordrachten 1967-68
De Vrienden van de Stedelijke Musea richten deze winter een reeks belangrijke voordrachten in:
‘Het probleem Isenbrant’ (Dr. A. Janssens de Bisthoven, 22 okt.); ‘De Dood van Maria, van H. van der Goes’ (Prof. Dr. V. Denis, 26 nov.); ‘Kant in Gruuthuse en elders’ (Drs. Jan Walgrave, 21 jan.) en ‘Nieuw licht op kunstwerken uit Gruuthuse’ (Drs. V. Vermeersch, 24 maart 1968).
Al deze voordrachten gaan door in het Groeningemuseum, Dyver 12, te 10.30 u. stipt.
Concerten Winterseizoen 1967-68
Het Brugse Stadsbestuur richt de komende winter, in samenwerking met de B.R.T. West-Vlaanderen, een reeks concerten in: 5 oktober (concertgebouw): Assmann-Quartett; 23 oktober (Gothische zaal, stadhuis): Sebastian Orkest Praha; 29 november (Foyer Stadsschouwburg): Barokensemble uit Brussel; 8 februari 1968 (Concertgebouw): Het Belgisch Kamerorkest, o.l.v. Georges Maes. Toegangsprijs: 50 fr. (20 fr. voor studenten) - abonnementen: 150 fr. (studenten: 60 fr.). Locatie: Stadsschouwburg, tel. 050/381.67. Inlichtingen: Muziekinitiatie ‘Orpheus’, J. Breydellaan, 50, Brugge 3, tel. 050/169.35.
‘Een jaarkrans van Schoonheid’
De merkwaardige Gezellefilm ‘Een Jaarkrans van Schoonheid’ van Gilbert Lambert, werd op 2 oktober te Brugge in première vertoond. Deze prent bestaat uit 2 delen van elk 47 minuten:
Voorwoord, Zomer, Herfst en, anderzijds, Winter, Lente.
Een indrukwekkende groep specialisten en kunstenaars werkte aan de realisatie van deze film mee:
Karel Berquin (aanzet), Karel de Busschere (tekstkeuze), Herman Roelstraete (muziek - uitvoering: Het Belgisch Kamerorkest, o.l.v. Georges Maes), voordracht: Rita Lommée, Rosa Jonckheere, Guido Cafmeyer, Luc Reynaert en Gerard Vermeersch (die tevens de voordrachtregie voerde), klankopname: Studio Reusens (woord en klankmontage), Ka-
ontmoetingen
Vinden jullie het nodig het beroep van grafieker te gaan beschermen?
Billijke waardering eisen voor het artistieke werk is bescherming. Het gebrek aan waardering begint al in het onderwijs zelf: schilders, beeldhouwers geven les van grafiek, maar hebben terzelfdertijd een ingeboren minachting voor de publiciteit die noodzakelijk buiten hun gevoelssfeer ligt. Kunstenaars zijn niet noodzakelijk grafiekers, en zeker niet publicitaire grafiekers, maar toch beginnen zij affiches te maken, want het publiek (de klant) zegt: ‘Een artiest kan alles...’ eenvoudigweg omdat zij de publiciteit als minderwaardig, ondergeschikt aan de kunst-met-grote-K, beschouwen.
Is het beroep van grafieker dan een gevaarlijk beroep, in de zin van ‘onbestendig’ en ‘onzeker’?
Ja, voor de mensen die niet zelf in hun eigen beroep geloven. En zo zijn er velen. Men kan niet verwachten dat dergelijke mensen zichzelf kunnen verkopen, wat noodzakelijk is in het beroep.
Onze grootste bekommernis is het garanderen van kwaliteit. Die wint het uiteindelijk toch. Men zal op de lange duur weten waar de kwaliteit zit.
Het publiek, en de klant, is immers niet dom, wat men een beetje voortvarend zou kunnen besluiten, afgaande op wat zij ogenschijnlijk goedvinden en laten uitvoeren. Zij kopen alleen die minderwaardige zaken omdat zij denken dat er niets anders is, niets beters. Het klassieke Vlaamse minderwaardigheidscomplex. Als er beter is, zullen ze beter kopen. Zij moeten het alleen maar te weten komen. Moeilijk is dat als amateurs heel hard gaan schreeuwen, vooral amateurs die daarenboven nog aan zichzelf twijfelen. Vandaar bescherming plus informatie.
Waar klasseert u zelf ergens de grafieker op de schaal van de sociale status nu?
Laag. Lager dan architect. De status van de vrije kunstenaar ligt veel, veel hoger. De ontwerper wordt niet opgemerkt, eenvoudigweg omdat hij niet bestaat. In Nederland wordt de industrial designer met het publiek en met het leven geconfronteerd. Hier kent men de image van de designer niet. Alles is afgestemd op de activiteiten van de vrije kunstenaars: Brussel kent de grootste verzamelaars. Al het geld steekt in de pure artistieke bedrijvigheid.
Hoopgevend is het Design Center, uniek in Vlaanderen, maar daar is uiterst weinig werk van onze mensen te zien.
Welk is volgens jullie het beeld van een erkend grafieker in Vlaanderen?
Dat is de man die zijn klanten kan kiezen en die sommige opdrachten kan weigeren; die zijn werk kan beperken om de kwaliteit te verhogen.
Hij moet ook het aangezicht van iets volledig kunnen bepalen. Verantwoordelijk zijn voor de vormgeving van tentoonstellingen, het stadsbeeld beïnvloeden door de affiches, de postbussen, enz. Daarom moeten de officiële instanties hem meer opdrachten geven, daarom moet een stad een grafisch adviseur hebben.
Dat dit alles niet zo gebeurt, is nog ten dele te wijten aan het gebrek aan informatie. Het geven van informatie over ons beroep is een van de voornaamste actiepunten van de VVG, komt telkens terug, want het gebrek aan informatie (en dus het gebrek aan waardering) is oorzaak van de meeste kwalen, waarmee wij hebben af te rekenen en waartegen wij moeten vechten.
Onze eerste en enige hulp is de wereldtentoonstelling van 1958 geweest: daar hebben de mensen zich min of meer een beeld kunnen vormen van onze activiteiten.
Zijn de Vlaamse klanten van de grafiekers en is het Vlaams publiek een rem op de vrije ontplooiing van de activiteiten van onze grafiekers?
In zover dat de klant zelf denkt dat hij het beter weet, ja, want dat is een gebrek aan vertrouwen. Gebrek aan vertrouwen bevordert de samenwerking niet.
In zoverre de klant van oordeel is dat geen geld ter beschikking is (daarvoor niet...), ja, want dat is een gebrek aan waardering. Gebrek aan waardering schept zeker geen gunstig werkklimaat.
In zoverre een opdracht niet tot in alle details wordt uitgevoerd, ja, want halfvoltooide arbeid is een hopeloze mislukking. Het hangt weer samen met het gebrek aan oprechte waardering van het werk.
In zoverre de klant een ontwerp als zijn eigendom beschouwt (als een verkoops-
verbondsberichten
Op 19 september jl. werd door het C.V.K.V. de volgende brief gericht tot het Presidium van het ‘Nationaal Komitee 5 November’:
De Voorzitter en de Leden van de Raad van Beheer van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond hebben met belangstelling kennis genomen van Uw initiatief om het Vlaamse volk op te roepen om te Antwerpen, op 5 november aanstaande, te betogen.
Daar wij ervan overtuigd zijn dat een eensgezind nastreven van de doelstellingen van de betoging slechts tot de bloei van het Vlaamse kunst- en kultuurleven kan bijdragen, meent het C.V.K.V. Uw oproep ‘het gaat ons allen aan’ te moeten onderschrijven en het verzoekt U om toetreding tot het inrichtend komitee.
Nieuwe leden
In de zittingen dd. 16 september en 21 oktober van onze Raad van Beheer, werden de volgende nieuwe leden aanvaard:
Antwerpen
Dr. Piet Baudouin, Deurne (P); Fred de Swert, Mechelen (L); Lic. Roger Geerts, Zwijndrecht (L); Leo Mets, Zwijndrecht (L); Albert Vanderleenen, Edegem (L) en Rik Wijnants, Herentals (P).
Brabant
Lode Vandeput, Tienen (L) en Ignace Veys, Dilbeek (L).
Limburg
Mw. de Brabandere-Van Acker, Leopoldsburg (L); Gerbrand Jespers, Beringen (P) en Hendrik Jespers, Beringen (L).
Oost-Vlaanderen
Noël De Mey, Oostakker (L); Jan Devos, Maldegem (P); Frans L. Flameng, Gent (P) en Armand Leroy, Aalter (P).
West-Vlaanderen
Erik De Backer, Brugge (P); Bertrand Dejonckheere, Roeselare (P); Lucien Dekimpe, Menen (M); Nicole Doise, Kortrijk (L); Erik van Biervliet, St.-Andries (P); Julien Vandekerckhove, Deerlijk (P) en Jacques Vanden Bogaerde, Bissegem (L).
object) en er zelf mee verder knoeit, ja, want het is een gebrek aan waardering van de geestesarbeid.
In zoverre de klant, door gebrek aan commercieel inzicht, niet bereid is een paar drastische beslissingen te nemen, ja, want het bewijst dat men geen volle vertrouwen heeft in de designer, en zo wordt die geremd.
Maar vijftig jaar traditie van wantrouwen is blijkbaar onoverkomelijk... Het VVG zal trachten de brug te slaan, in beider voordeel.
Jullie zijn er zich van bewust dat de grootste en interessantste publiciteitscampagnes in handen worden gegeven van enkele Brusselse top-agentschappen, waarbij free-lance grafiekers niet meer betrokken worden?
Ja, en voor het prestige werken zij dan nog dikwijls met buitenlanders. Wij zouden bijna moeten gaan besluiten dat de Vlamingen hun kansen moeten gaan waarnemen in het buitenland, op hun beurt.
Daarenboven zijn het franstalige firma's met heel belangrijke klanten in Vlaanderen. En zo gebeuren tactische en ook gewoon taalkundige blunders.
Aan de leiding van die topfirma's zitten zestigers: jonge mensen krijgen moeilijk een kans. Maar binnenkort is de belle-époquestijl voorbij. Dan komen wij aan de beurt.
Het VVG verenigt voor het ogenblik de grafiekers Gerard Alsteens, Jeanine Behaegel, Henri Branton, Rob Buytaert, Hugo de Kempeneer, Boudewijn Delaere, Paul Ibou, Herman Lampaert, Luk Mestdagh, Robert Neyrinck, Willem Peleman, Albert Setola, Geert Setola, Gommaar Timmermans, Ernest Verkest, Johan Zutterman.
P.
kunstecho's
rel Anneessens (muziek) en Gilbert Lambert (natuur). Scenario en realisatie: Gilbert Lambert.
Na de première werd door de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen een receptie aangeboden, die bijgewoond werd door tal van prominenten. Inlichtingen nopens vertoningen en voorwaarden te bekomen bij cineast Gilbert Lambert, Brugsestraat, 25, Oostkamp, tel. 050/821.12.
Tentoonstellingen Huidevettershuis
Het nieuwe expositieseizoen in het Huidevettershuis wordt ingezet met een belangrijke tentoonstelling van Graphic Design, gewijd aan het werk van een baanbreker op dit gebied, nl. Prof. Walter Breker, hoogleraar aan de Staatliche Kunstakademie van Düsseldorf, Hochschule für bildende Künste. Deze tentoonstelling, die loopt van 14 oktober tot en met 5 november 1967, werd geopend met een inleidend woord door de heer Dr. Wenzel uit Düsseldorf.
Van het werk van de eersterangsgrafieker Prof. W. Breker gingen reeds tentoonstellingen door te Londen, Parijs, Wenen, Praag, Tokio, Milaan en Oslo. Laatst in 1966 te New-York in het Lincoln Centre en het Institute of graphic Arts.
Als tweede expositie van het winterseizoen in het Huidevettershuis volgt dan een tentoonstelling, expliciet gewijd aan Nieuwe Kantcreaties. Opening: zaterdag, 11 november, te 17 u. Tot en met 26 november 1967.
Aanwinsten voor musea
Door het Brugse Stadsbestuur werd onlangs beslist tot de aankoop van twee schilderijen voor de stedelijke musea, nl. een aan Marcus Geeraerts de jongere toegeschreven portret anno 1631 en een recent doek van de Brugse schilder Gilbert Swimberghe, betiteld: ‘Compositie met rood’.
Brussel
Wedstrijd ontwerpen van glasramen en wandtapijten
De Nationale Commissie voor Kunstambachten bij het Ministerie van Middenstand richt twee wedstrijden in voor het vervaardigen van kartons voor wandtapijten en glasramen. Deze prijskampen zijn voorbehouden aan kunstenaars van minder dan 35 jaar. Inlichtingen en reglement bij: Afdeling Wandtapijt en Glasraam van de bovenvermelde Commissie, Bisschopsstraat, 1, Brussel 1, tel. 02/12.90.40.
Stichtingen van de Koninklijke Academie
In de loop van dit najaar zullen de termijnen van verschillende prijzen, uitgeschreven
kunstecho's
door de Koninklijke Academie, vervallen, o.m. Schilderkunst (60.000 fr. en 12.000 fr.) en Bouwkunst (600.000 fr.). Deelnemingsvoorwaarden te verkrijgen bij de Bestendige Secretaris van de Academie, Paleis der Academiën 1, Hertogstraat, Brussel 1.
De Lyrische Kunst - een Probleem?
Ten aanzien van de lyrische kunst werden tijdens de jongste vier jaar twee belangrijke initiatieven genomen, nl. de overname door de Staat van de Koninklijke Muntschouwburg als parastatale instelling en de oprichting in 1966 van de ‘Opéra de Wallonie’. En in Vlaanderen?
Wanneer men de situatie van de lyrische kunst in Vlaanderen objectief onderzoekt, blijkt het verantwoord en noodzakelijk aan een reorganisatie van haar verschillende componenten te denken.
De Kultuurraad voor Vlaanderen is van oordeel dat gelijk welke hervorming slechts kan resulteren uit een open en eerlijk gesprek tussen alle belanghebbende partijen. Met het colloquium ‘De lyrische kunst in Vlaanderen - een probleem?’ op 23 september jl. te Brussel gehouden, wou de Raad een eerste dialoog over de gestelde problemen mogelijk maken. Een inleidend referaat werd gehouden door A. van Impe, adviseur-kabinetssecretaris van de Minister van de Nederlandse Cultuur. De discussie werd gevoerd over een aantal componenten van de lyrische kunst zoals bv.: vast gezelschap of impressario-systeem? - eigen orkest of stedelijk orkest? - het operaballet in Vlaanderen, e.a.
Dit colloquium werd bijgewoond door een 70-tal personen, meestal prominenten op het gebied van de opera.
De Vrienden van de Opvoedende Diensten
Deze vereniging maakte onlangs haar programma 1967-68 bekend. Wij vermelden talrijke zondagvoordrachten, verscheidene uitstappen en bezoeken aan tentoonstellingen, de ene al interessanter dan de andere.
Alle inlichtingen bij: Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Jubelpark, 10, Brussel 4.
Detroit
Vlaamse klokken
De eerste septemberzondag was een grote dag voor onze emigranten van Detroit en omgeving. Na een plechtige mis - muzikaal opgeluisterd door Vlaamse studenten en organist Noel Goemare - in de kerk ‘Our Lady of Sorrows’, werden drie nieuwe klokken, geschenk van vrienden uit Vlaanderen, aan de Vlaamse nederzetting te Detroit overhandigd.
verbondsberichten
Wedstrijden 100ste nummer
De reglementen voor de talrijke wedstrijden, die ons Verbond n.a.v. het verschijnen van het honderdste ‘Vlaanderen’-nummer inricht, werden via onze ‘Tijdingen’ gedetailleerd medegedeeld aan al onze leden. Eén détail werd evenwel over het hoofd gezien en wij zullen dat maar meteen herstellen. Het is nl. zo, dat de ingezonden gedichten, verhalen, hoorspelen en eenakters niet voorheen mogen gepubliceerd zijn. Dat is normaal in praktisch elke wedstrijd zo, maar wij stelden er evenwel toch prijs op dit nog eens uitdrukkelijk aan te stippen.
kunstbeurzen te antwerpen en te brugge
Zoals eveneens medegedeeld via ‘Tijdingen’ en de pers, richt ons Verbond te Antwerpen (24-27 nov.) en te Brugge (1-4 dec.), in samenwerking met de Provinciale Culturele Diensten, twee grote kunstbeurzen in voor de getroffenen van Oostmalle en de Westhoek. Alle kunstenaars worden vriendelijk uitgenodigd om deel te nemen aan deze beurzen (plastici met 3 werken en letterkundigen en musici met genaamtekende boeken en handschriften) en zij dienen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met onze Verbondssecretaris/Administratie, Luk Vercruysse, Gentsesteenweg, 57, Kortrijk. Wij hopen vast dat dit menslievend initiatief het succes zal kennen, dat het verdient.
onze jaarvergadering
Onze statutaire jaarvergadering gaat door te Gent, in het Casino, op zondag, 10 december a.s. Het programma zal aan al onze leden medegedeeld worden. Zoals de goede traditie het wil, zullen wij onze bekroonde en jarige kunstenaars in een korte hulde betrekken - en ook hun dames, die dus eveneens hartelijk worden uitgenodigd.
Wij doen een beroep op iedereen om ons ten spoedigste de namen te berichten van te huldigen personen, die op de lijst, gepubliceerd in ‘Tijdingen’ nr. 18, mochten ontbreken. Het mag niet zijn, dat er ook maar één persoon vergeten wordt. Adres: Luc Vercruysse (zie vorig bericht).
tentoonstellingen 1968
Vlaamse Symbolisten
Het C.V.K.V. treft reeds volop toebereidselen tot de grote tentoonstelling ‘Vlaamse Symbolisten’, die volgend jaar te Brugge (begin juli tot einde oogst) en te Antwerpen (begin september tot einde oktober) zal gehouden worden.
Zoals reeds voorheen medegedeeld, zal ons mei-juninummer aan dit onderwerp worden gewijd.
Religieuze kunst
In samenwerking met het Provinciaal Bestuur van Limburg zal ons Verbond in oogst 1967 eveneens een belangrijke expo inrichten in het Hasselts Begijnhof, zulks n.a.v. de zevenjaarlijkse feesten. Deze tentoonstelling zal betrekking hebben op de religieuze kunst van onze leden. Nadere inlichtingen zullen tijdig medegedeeld worden.
contacten met s.i.a.c.
Van 15 tot 18 september hield de SIAC (Internationale Vereniging van Christelijke Kunstenaars) haar algemeen congres te Bologna. Slechts één Vlaming nam eraan deel: Architect M. Driessen van Hasselt/As. Een uitvoerig verslag vindt men in de ‘Tijdingen’ van het CVKV, nr. 19 (november).
De SIAC wordt voorgezeten door Prof. Dr. N.R.A. Vroom. De vereniging bestaat uit verschillende taalgroepen of regionen met een eigen Regionale Secretaris. De Germaanse taalgroep groepeert Scandinaviërs, Nederlanders, Vlamingen, Duitsers, Oostenrijkers en D.-Zwitsers; de regionale secretaris is Dr. Franz Tack, 4 Buchheimer Ring, Köln-Mülheim 5; men kan het lidmaatschap aanvragen (inschr. D.M. 12,50) door bemiddeling van het CVKV door storting van het inschrijfgeld op p.r. 95.76, Bank van Roeselare, met vermelding ‘Op rekening CVKV voor aansluiting bij de SIAC’. De leden ontvangen het Bulletijn van de SIAC.
Het volgend Algemeen Congres van de SIAC gaat door in 1969 te Salzburg. In voorbereiding hiervan kwamen de gedelegeerden van de Germaanstalige landen samen te Gent in het H.I.S.-Sint Lucas, van 24 tot 26 oktober; een afgevaardigde van het CVKV nam deel aan de besprekingen.
kunstecho's
Talrijke personaliteiten woonden deze plechtigheid bij.
Gent
Prijs Eredeken Theo Goethals
De Aloude ende Souvereine Princelijke Camere van der Rhetorycke ‘Jhesus met der Balsemblomme’ uit Gent, schrijft een wedstrijd uit voor eenakters. Prijs: 5.000 fr., plus eventueel bijkomende prijzen aan niet bekroond, doch verdienstelijk werk.
Inzendingen: onder kenspreuk, in vijfvoud en uiterlijk op 30 november aan dhr. E.A. Rooms, Schoolstraat, 63, St.-Amandsberg, tel. 09/28.25.27.
Installatie nieuwe leden Academie
Op 25 oktober kwam de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde bijeen n.a.v. de installatie als lid der Academie van de heren Prof. Dr. J. Moors, Prof. Dr. A. Van Elslander en Dr. Herman Thiery. Na een inleidend woord van Dr. V.F. Vanacker, Bestuurder, herdachten de geinstalleerde leden hun voorganger en werden zij begroet door Prof. Dr. J.L. Pauwels, G. Schmook en R. Herreman.
Nadien werden de prijzen der Academie uitgereikt.
150 Jaar Rijksuniversiteit
In het Cultureel Centrum (St.-Pietersabdij) werd van 16 oogst tot 15 oktober een tentoonstelling ingericht ‘De Rijksuniversiteit te Gent 150 Jaar’. Deze expo omvatte 347 publicaties en documenten over de universiteit en haar afzonderlijke diensten, met als opzet een inzicht te verwerven over de inrichting en de groei van de Hogeschool. Een verzorgde catalogus werd te dier gelegenheid uitgegeven.
Hasselt
Tentoonstellingen
In het Provinciaal Begijnhof te Hasselt hebben de volgende tentoonstellingen plaats:
20 oktober - 12 november: Joris Minne zeventig.
17 november - 10 december: Gaston Wallaert.
Deze exposities werden gerealiseerd door het Limburgs Provinciaal Bestuur, Culturele Dienst, o.l.v. Albert Dusar.
Heidelandprijs
De uitgeverij Heideland schrijft een poëzieprijs uit, ten bedrage van 50.000 fr. Gevraagd wordt een bundel van min. 25 en max. 30 gedichten (onuitgegeven). In drievoud in te zenden, niet noodzakelijk onder schuilnaam, en vóór 30 april 1968, aan dhr. Marcel Beerten, secretaris van de jury, Havermarkt, 1, Hasselt. Volledige inlichtingen op dit adres.
Jabbeke
‘Vrouw Permeke’ terug thuis
Tussen de provincie West-Vlaanderen en heer en mevrouw Luc Peire werd een akkoord bereikt aangaande het in bruikleen nemen door het Provinciaal museum C. Permeke, van een werk van Luc Peire: ‘Portret van Mevrouw Permeke’.
Het geldt hier een schilderstuk, dat in het huis van Permeke zelf ontstond in het jaar 1942, toen Peire daar in de leer was. Dit blijkt in de stijl, kleur- en techniekconceptie van het werk.
Dit doek moeten we een belangrijke aanwinst achten van dubbele betekenis voor het provinciaal museum, omdat het enerzijds een leerling en anderzijds de vrouw van Permeke in hun vertrouwd milieu terugbrengt.
Kortrijk
Taal en Kunst 1967-68
Het Toneelgezelschap ‘Taal en Kunst’ van Kortrijk publiceerde onlangs zijn speelkalender 1967-68:
5 en 17 november: ‘Ik ben er, en blijf!’ (J. Valmy/R. Vinci), regie: Joris Sustronck; 25 februari en 8 maart: ‘Opsporingsbrigade 21’ (S. Kingsley), regie: Antoon Vander Plaetse.
n.a.v. de galaopvoering van 8 maart 1968, zal, in de Koninklijke Stadsschouwburg, een tentoonstelling te bezichtigen zijn onder het motto: ‘60 Jaar “Taal en Kunst”’.
Lier
Felix Timmermansherdenking
Op 15 september had in het Lierse Begijnhof een fel opgemerkte Timmermansherdenking plaats, op touw gezet door de kunstkring ‘Het Konvent’. Het werk van de Fé werd sfeervol opgeroepen door het toneellabo ‘Arlecchino’ en de talrijke aanwezigen - waaronder mevrouw Timmermans en dochter Clara - vonden het wàt jammer, dat de regen op het laatst als spelbreker optrad. In het lokaal zelf werd vervolgens een tentoonstelling geopend, die in feite geconcentreerd was op het nieuwe werk van José De Ceulaer (een boek over de laatste zeven levensjaren van Timmermans, onder de titel ‘En toch!’) en cineast Frans Verstreken (een film naar de novelle ‘Onze-Lieve-Vrouw der Visschen’). Gaston Durnez leidde de openingsplechtigheid, waarna Herman Vos én De Ceulaer én Verstreken in perspectief stelde.
Op de expo waren ook de Koventplaat en het interessante boekje van Bert Verbist ‘Felix Timmermans en het Liers Begijnhof’ te verkrijgen.
Vermelden wij nog, dat Frans Verstreken eveneens een boek op stapel heeft staan: een fotografisch verslag van zijn film, waarin de novelle van Timmermans en het scenario zijn opgenomen. Dit werk zal beslist de belangstelling - ook buiten de filmwereld - opwekken. Aan de typografie wordt bijzondere zorg besteed, wat deze uitvoerig geïllustreerde uitgave in royaal albumformaat ook een bibliofiele waarde verleent. Omvang: ca. 120 pag., talrijke tussentekstplaten, 50 grote illustraties op zwaar kunstdrukpapier, linnen stempelband met stofomslag. Voorintekening: 250 fr. (geldig tot 15 november; nadien: 295 fr.), giro nr. 48.99.84 t.n.v. de auteur, Kan. Davidlaan, 22, Lier.
Mechelen
Retrospectieve G. Van de Woestijne
Op 15 oktober sloot de retrospectieve G. Van de Woestijne, die te Mechelen doorging in het Cultureel Centrum, zijn deuren. Deze expo kende een opgemerkt succes en was bedoeld als hulde aan de bekende kunstschilder, die 20 jaar geleden overleed en die van 1925 tot 1939 directeur geweest is van de Mechelse Kon. Academie voor Beeldende Kunsten, periode tijdens dewelke hij zijn voornaamste werken schiep.
Oostende
Boekenbeurs D.F.
Van 31 oktober t/m. 8 november richt het Davidsfonds, afd. Oostende, een boekenbeurs in, in het Feestpaleis, Wapenplein, Oostende. Een gelegenheidsexpo van boeken uit het fonds Ostendiana, ter beschikking gesteld door de stadsbibliotheek, zal eveneens te bezichtigen zijn. Openingsuren: werkdagen van 18 tot 22 u., weekends van 15 tot 22 u. Toegang vrij.
Roeselare
Internationale Poppenspelwedstrijd
Van 25 april tot 26 mei 1968 zal te Roeselare een Internationale Poppenspelwedstrijd doorgaan. Deze wedstrijd - de vijfde in de reeks en de eerste in West-Vlaanderen - wordt ingericht door het Vlaams Verbond voor het Poppenspel. De organisatie berust
kunstecho's
bij het Poppentheater Blekkerik. Naast de wedstrijd, waaraan Nederlandse en Vlaamse Poppentheaters deelnemen, wordt ook het optreden gepland van theaters met internationale faam, waaronder uit Frankrijk, Engeland, Duitsland en Nederland.
Rome
5de Internationale Compositiewedstrijd 1968
Deze wedstrijd is onderverdeeld in zes categorieën, waarvoor telkens een belangrijke geldprijs wordt voorzien.
1) | Opera in één bedrijf of nieuwe vormen van muzikaal toneel van dezelfde duur (1 miljoen lire). |
2) | Koor (zelfs met solisten) en orkest of instrumentaal ensemble (500.000 lire). |
3) | Symfonisch orkest, zelfs met solisten (500.000 lire). |
4) | Kamerorkest (zelfs met solisten) tot 36 uitvoerders (500.000 lire). |
5) | Instrumentale ensembles, vocaal of gemengd, van 6 tot 11 uitvoerders (250.000 lire). |
6) | Kamermuziek, 1 tot 5 uitvoerders (250.000 lire). |
Inzenden, tot 31 december 1967, aan: S.I.M.C., Segreteria del Concorso, Via Flaminia, 141, Roma. Geen anonimiteit vereist. Zelfs uitgegeven werken mogen deelnemen, op voorwaarde dat de publicatie niet vóór 1966 plaatshad.
Scherpenheuvel
Basiliekconcerten
Onder impuls van Felix Hullebroeck, organist aan de basiliek, hadden in september andermaal drie opgemerkte concerten plaats te Scherpenheuvel. Op 8 september hield Leopold Sluys een uitstekend orgelrecital, op 18 september volgde een Haendelconcert door de solisten van het Belgisch Kamerorkest, o.l.v. Georges Maes, en op 30 september werd de reeks besloten met ‘Geestelijke Avondmuziek’, door het H. Hartkoor van de basiliek van Koekelberg, o.l.v. Marcel de Broeck.
Sint-Amandsberg
Yang Prijs
De werkgroep Yang heeft beslist met ingang van het septembernummer van de vierde jaargang van ‘Yang - werkschrift voor literatuur’ de jaarlijkse Yang Prijs in te stellen. De prijs zal jaarlijks worden toegekend en in het laatste nummer van de jaargang worden bekendgemaakt. De prijs zal worden toegekend aan een Vlaams literair werk, zonder onderscheid van genre, dat in de loop van de afgelopen jaargang verschenen is. Voor 1967 heeft de werkgroep beslist de Yang Prijs toe te kennen aan Fernand Auwera, voor zijn roman, ‘Mathias 't Kofschip’.
Sint-Andries
Speelkalender ‘De Valk’
De toneelkring ‘De Valk’ programmeert voor het seizoen 67-68, de volgende stukken: ‘Daar moet je vrouw voor zijn’ (5 en 6 nov.), ‘Niets dan de waarheid’ (14 en 15 jan.) en ‘De kat en de kanarie’ (17 en 18 maart), telkens in de regie van Julien Longueville. Bovendien is er op 10 dec. een gastvoorstelling door ‘Scerpdeure onder 't H. Kruis’ uit Diksmuide en op 11 februari een voorstelling onder de auspiciën van het Ministerie van Cultuur.
Tienen
Toneelletterkundige prijsvraag
De K.T. Volharding uit Tienen schrijft een wedstrijd uit voor toneelwerken met een duur van een stuk in drie bedrijven. Prijzen: 15.000 en 5.000 fr.
Inzenden: in 3 exemplaren, onder kenspreuk en uiterlijk op 15 november aan dhr E. Swillen, Donystraat, 103, Tienen.
Tongeren
Tentoonstellingen
Van 30 september tot 22 oktober werden in het Gallo-Romeins museum te Tongeren twee tentoonstellingen ingericht: een groepsexpo van oud-leerlingen en leerlingen van de Hasseltse Akademie (die nu al 105 jaar bestaat!) en een eenmanstentoonstelling van schilder G. Konings. Inspecteur L.Th. van Looy, die de openingsrede hield, stelde de Hasseltse Akademie, onder de dynamische leiding van Robert van der Eycker, als voorbeeld van een gunstige evolutie inzake de didactiek in het kunstonderwijs.
Woumen
Volkshogeschool De Blankaart
Uit het najaarsprogramma van De Blankaart stippen wij de volgende punten aan: ‘Het geluk vrouw te zijn’ (25-29 sept.); ‘Verder studeren’ (28 okt. - 1 nov.); Weekeind Literatuur (2 en 3 dec.).
vrije tribune
Bronnen der hedendaagse kunst
Vóór de welwillende lezer aan dit artikel begint, moet hij even de reeks bijgaande platen met kritische blik bekijken.
Zo te zien hebben we hier duidelijk met zes kanjers uit onze hedendaagse kunst te maken, en geen kleintjes ook. Dit is duidelijk te merken aan het uitgesproken avant-garde karakter en hun Europese raakpunten.
Tot nog toe zijn de scheppers van deze werken niet in de openbaarheid getreden, hun namen zullen trouwens steeds onbekend blijven omdat... ze niet bestaan.
Even voorstellen:
Het eerste werk is een stuk wit onderlegkarton, waarop driehoekjes uit zwart karton werden gesneden, het karton werd toen weggeworpen.
Het tweede en derde zijn luchtfoto's van landerijen vóór en na de ruilverkaveling.
Het vierde is wat iedere drukkers-leerjongen maakt, wanneer hij van zijn baas het machien moet reinigen en een paar bladen tussen de rollen schiet om de overtollige inkt weg te nemen.
Het vijfde is een eerste bewust rol-oefeningetje van de jongens van het eerste jaar drukker.
Het zesde is een werkje uit de krabbelperiode van een tweejarig kind.
En zo bestaan ze bij duizenden, de onbekende ongelukjes die, tot een systeem uitgewerkt, de kunstwereld met verbazing slaan. Zij hebben ontegenzeglijk de juiste allure die in ons hedendaags kraam past. Alleen, dit is toevalskunst, de zogenaamde gevalletjes van lichte zeden. Dit als illustratie om aan te tonen hoe verbazend gemakkelijk het publiek en de dieppeilende kritici in de plomp gelokt worden. Dit geeft een beeld van het feit, hoe rijp onze tijd gemaakt wordt om, als een vallende rotte appel, een onuitwisbare vlek te maken op wat steeds met zoveel schroom ‘kunst’ werd genoemd.
Iedere kunstuiting kan een reactie zijn, dat hebben Goya en Brecht al aangetoond, maar dan moet het bewust gebeuren. Zij stelden de vooisheid aan de kaak door middel van hun kunst. De sadistische kunst moet een vermaning inhouden, mag echter geen kunstrichting worden, geen doel worden in plaats van middel, daar ligt de fout.
De rotheid van een generatie blootleggen kan, wanneer dit op de goede manier geschiedt, lovenswaardig zijn, maar men behandelt dit onderwerp tegenwoordig zo intensief, dat men er schijnbaar de smaak van te pakken heeft en het geworden is tot een middel om op een kunstig ingeklede manier zijn eigen vieze bedoelingen te exposeren. Het is tot de amusementskunst geworden voor triënalen.
Sedert de Duitsers het woord ‘entartete Kunst’ gelanceerd hebben en nadien bewezen nog ‘entarterter’ te zijn, is deze betiteling mee weggezonken met de andere leuzen van het derde rijk. Wat wij nu, onder andere namen en officieel met decoraties en al zien terugkeren, zijn de stuiptrekkingen van een ziekgevreten generatie, aan de rand van de waanzin. Hun geestelijke kinderen zijn in al hun mooigeprate afzichtelijkheid te vergelijken met de kinderen van drankzuchtigen of syfilitiekers. Moesten deze genieën dergelijke natuurlijke kinderen ter wereld brengen, zij zouden zich alvast doodschamen. Een terwijl zij ze met zoveel schwung afleveren, zitten wij ermee opgeschept. Zij dragen hun schaamteloosheid met een koninklijke waardigheid. Ze houden ons met een onverholen genoegen een misvormde spiegel voor, waardoorheen wij willens nillens gewoon raken aan ons eigen verwordingsbeeld.
Wat men nu op de markt gooit als erotiek - dat artikel waar wij al zó lang op zitten te wachten... - is gewoon pornografie voor intellectuelen. Het hoofdartikel ‘vrouw’ brengen zij op de vulgairste, quasi problematische manier nl. in ‘offersituaties’. Zij is het ‘lijdend’ voorwerp; in dergelijke situaties ziet de sadist steeds zijn slachtoffers. Onder de uiterst verzorgde oppervlakte van deze werken ligt het duidelijk herkenbaar gezicht van de goedkoopste boulevardsensatie. Deze nieuwacademische kitsch wordt ons met veel kennis van zaken aangeprezen door een heel gamma van geinteresseerden, gaande van levensgrote schurken tot en met minderwaardige dieren. Mogen wij dat dan eindelijk eens zeggen om niet steeds mee te moeten huilen met de wolven, op gevaar af voor achterlijk te worden gedoodverfd. Waar blijven dan de opbouwende krachten waaraan wij zo'n nood hebben? Ik kan niet geloven dat alle kunstenaars naar het executiepeleton zijn overgelopen om niet geëxecuteerd te moeten worden.
Kunnen wij niet eveneens hedendaags zijn, als wij het mest op het land kruien in plaats van in onze zalen?
Albert Setola, Sint-Michiels
Zoekertjes
Albert Setola, Zevenbergenlaan, 21, Sint-Michiels (Brugge) zoekt de volgende nummers van ‘West-Vlaanderen’: 4de en 5de nummer van de 6de jaargang, evenals nr. 53. M. Hardeman, Plaats, 113, Tiegem (W.-VI.), tel. 056/68170, is op zoek naar de volgende nummers van ‘West-Vlaanderen’: jg. 1953, nr. 2 en jg. 1958, nr. 1.
vrije tribune
Verkeerd woord
Ik lees dat het volgende nummer van ‘Vlaanderen’ gewijd zal zijn aan ‘De publiciteit in haar esthetische vorm’.
Mag ik even uw aandacht erop vestigen dat het woord publiciteit in het Nederlands alleen de betekenis heeft van bekendheid, ruchtbaarheid, en niet die van bijv. reclame, adverteren...
Ik zou het jammer vinden indien U dit woord een paar dozijn keren zou gaan gebruiken in een verkeerde betekenis.
E. Covemaeker, Brussel 2
Wij hebben enkele taalgeleerden en woordenboeken onder de arm genomen en ziehier de resultaten: sommige woordenboeken (o.a. Van Dale) beschouwen ‘publiciteit’ als een gallicisme, maar de meest recente maken daar geen gewag meer van. Kramers geeft o.m. als betekenis: het reclame maken. Coenen zegt dat ‘publiciteit’ is: middelen tot publicering.
De taalgeleerden waren van oordeel dat ‘publiciteit’ niet meer uit het Nederlands is te bannen, omdat het een woord is, dat wij blijkbaar nodig hebben. Waaruit eens te meer blijkt, dat een taal een levend iets is... Derhalve hebben wij gemeend dat ‘publiciteit’ behouden mocht worden. In ons taalgevoel - maar dat is dan weer zeer subjectief - is de titel ‘De publiciteit in haar esthetische vorm’ méér veelzeggend dan b.v. ‘De reclame in haar esthetische vorm’. Trouwens, heeft het woord ‘reclame’ dan wel volbloed-Nederlandse voorouders?... Idem voor ‘adverteren’.
Atelier P.K. Harelbeke
Van ‘De Kunstvrienden van Harelbeke & Leiestreek’ ontvingen wij onlangs ter kennisgeving het onderstaande schrijven:
Harelbeke, 9-9-67
Mevrouw,
Mijnheer,
Geacht Erelid,
De vereniging zonder Stadssubsidies...
Het Atelier P.K. gesaboteerd...
Om het zeer beknopt te schrijven waar wij aan toe zijn.
De heer M. Callaert, stichter van het Atelier in 1959, door wiens initiatief en volharding het Atelier ruim honderd leerlingen telt onder leiding van 7 leraars, werd vervangen door een nieuwe waarnemende Direkteur. De heer Callaert liet het Atelier evolueren langs de Staatserkenning (1962) tot een Stedelijke Instelling (1966).
Is dat zijn dank voor al het vele dat hij in al die jaren presteerde ten dienste van Harelbeke en de Jeugd? Hij is goed genoeg geweest de kastanjes... voor anderen uit het vuur te halen.
En er gebeurt nog meer. De Kunstvrienden van Harelbeke en Leiestreek v.z.w., waarvan voornoemde derhalve Voorzitter is, de Vereniging welke het Atelier onder haar bescherming nam, die Harelbeke en de Leiestreek talrijke tentoonstellingen bracht, die ook de stille drijfveer was voor vele losstaande kulturele gebeurtenissen, blijft nu sinds twee jaar verstoken van elke stedelijke financiële tussenkomst.
Geacht Erelid, vindt U het billijk dat dergelijke beslissingen een Stadsbestuur waardig zijn?
Ten zeerste geschokt en vernederd ziet het Bestuur van de Kunstvrienden zich genoopt, omwille van dergelijke tekortkomingen al haar aktiviteiten stil te leggen. Het voltallig Bestuur, vraagt U met aandrang tussen te komen waar het kan, opdat het Stadsbestuur dit onrecht ten opzichte van de Kunst en de Gemeenschap, ongedaan zou maken.
Met hoogachting,
Voor het bestuur
De sekretaris
André Debaveye
Opbouwende kritiek
Om kort te zijn: 'k onderwerp U misschien wel aan kritiek, maar 't is toch opbouwende. Graag had 'k de volgende zaken veranderd gezien aan Uw ‘verzorgd tijdschrift’:
- | een maandelijks (i.p.v. tweemaandelijks): om beter en korter op de culturele activiteiten te volgen, zoals bij voorbeeld de tentoonstelling Picasso te Parijs, dood van Margritte en Teirlinck.
Zodoende zou U eraan een kroniek kunnen wijden. |
- | in de inhoud een plaatsje voorbehouden aan de plastische kunsten in het bijzonder, desgewenst gestoffeerd met een reproduktie (indien mogelijk: verzorgder dan de reproduktie R. Wouters in het april-nummer) en bespreking van het werk. |
- | een rubriek te wijden aan de kunstuitgaven, telkens wanneer er uitkomen, met kritiek en waar ze te bekomen zijn. |
- | vroeger mijn nummer (Vlaanderen) thuis besteld te zien; zo bij voorbeeld ontving ik het mei-juninummer thuis besteld op 15 juli, wat 2 maand te laat is. |
Mogelijk zal de prijs van het tijdschrift stijgen, maar het zal beslist in waarde winnen. Indien er aan mijn wensen tegemoetgekomen wordt zal 'k mij bereid verklaren niet gewoon abonnee te zijn, maar beschermend lid (misschien te brutaal uitgedrukt?... wil het mij dan vergeven).
In afwachting van een gunstig resultaat, bedankt bij voorbaat. Een tevreden lezer. Mark Soetemans, Beveren-Waas.
Een gecondenseerd antwoord in vier puntjes:
- | stof te over om maandelijks een aflevering te vullen op een interessante wijze, maar financieel totaal onmogelijk. Wij leven voor een goed part van subsidie; de abonnementsgelden dekken lang niet de werkelijke uitgave. |
- | wij trachten aan élke kunsttak te geven wat deze toekomt en menen dat de plastische kunsten zeer zeker ruim bedeeld worden. |
- | wij bespreken jaarlijks een aantal uitgaven, die met kunst te maken hebben; dit zou nog méér kunnen, maar wij zijn gehouden aan een strikt bepaald aantal bladzijden (budget!). |
- | ons streefdoel is steeds elk nummer te doen verschijnen in het begin van de eerste maand, waarop het betrekking heeft. Nu moet er slechts één medewerker ziek worden, om heel de planning ondersteboven te gooien... En verder is het zó, dat al het redactionele werk in de vrije tijd geschiedt, d.w.z. 's avonds en 's nachts. Wij hebben geen geld voor een vrijgestelde. |
Tevreden lezer (11)
...wenst U van harte proficiat met de uitgave van een F. Timmermansnummer! Voorwaar een prachtig initiatief!
W. Willockx, Antwerpen 1
Tevreden lezer (12)
Proficiat met uw prachtig tijdschrift ‘Vlaanderen’. Ik hoop dat alle abonnees, die ik destijds aanbracht, er ook evenveel verfijnd en cultureel genot aan beleven!
Motie
Op haar plenaire vergadering van 21 juni 1967 heeft de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde de hier volgende motie goedgekeurd; de tekst werd ons ter publicatie toegezonden.
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde spreekt haar waardering uit voor het zware werk dat de Belgisch-Nederlandse Commissie voor de spelling van de bastaardwoorden zich heeft opgelegd. De Academie meent dat het rapport van deze Commissie bewijst dat het een hachelijke onderneming is de spelling van de vreemde woorden en bastaardwoorden te willen vernederlandsen ‘volgens fonologische principes’. De Academie acht de gehele of gedeeltlijke vernederlandsing van bepaalde grafieën, woorden of woordgroepen niet gelukkig, in sommige gevallen zelfs moeilijk te verantwoorden. Gelet op het feit dat algemene en consequente vernederlandsing niet uitvoerbaar, althans inopportuun is gebleken, geeft de Academie er de voorkeur aan de vernederlandsing van de bastaardwoorden niet verder door te voeren dan binnen de mogelijkheden door de woordenlijst van 1954 geboden.
vrije tribune
Zijn schilders machteloos? (2)
Wie open oog en oor heeft, weet dat de bijdrage van Albert Setola in de rubriek ‘Vrije Tribune’ (Vlaanderen nr. 92) onder de titel ‘Zijn schilders machteloos?’ heel wat stof heeft doen opwaaien.
Mij schijnt het verwonderlijk dat kunstfotograaf Albert Setola ditmaal zijn pen scherpt om een artikel persklaar te krijgen en dit onder de voormelde titel. Hij hekelt vooral de zaken omtrent het toekennen van prijzen. Maar ook kunstfotograaf Setola werd reeds met prijzen bedacht, omzeggens de prijs voor humor in de foto.
Graag neem ik uit zijn artikel over ‘Dichters beoordelen dichters, musici de musici, schilders worden prijzen toegekend door een jury van diverse pluimage. Wanneer nemen de schilders zelf het roer in handen?’
Ik hoop dat men zich zal ergeren, wanneer ik durf te verklaren dat een schilder, die zich reeds arrivist noemt in een welomschreven strekking, zich nog hals-over-kop zal verdiepen in het werk van de jongere generatie, die zich pop-schilder noemt, aan jung-art doet of aan assemblage. Ik meen dat een schilder meer creëert, dan een beeldhouwer en kunstfotograaf (kwantitatief dan) en zo over minder vrije tijd beschikt. En dit kan een reden te meer zijn, waarom er zo weinig schilders in diverse jury's zetelen. Maar zeker is het buitengewoon erg te noemen dat veel te veel mensen (soms met grote naam), die kiekjes produceren in zwartwit of in kleuren, zich kunstschilder of kunstfotograaf noemen, en zich in diverse gezelschappen aandienen als dé kunstenaar. Er wordt weleens met tijd en materie gemorst, als men even overdenkt dat echte kunstenaars én materialen én tijd te kort hebben om zich te veropenbaren en te bevestigen.
Wie anderzijds tijd en geld gebruikt om exposities en prijzen te volgen, weet dat het adembenemend kan zijn. Maar, weet derhalve ook dat het in biezonder veel prijzen altijd de zelfde mensen zijn, die én de slagen én de lakens uitdelen, alles samenstellen en beoordelen, veroordelen en verwerpen. Ik noem het enorm spijtig dat er zo weinig erkende juryleden zijn, en wat door deze elite kritici werd samengesteld is nogal dikwijls alles behalve. Misschien uit noodzaak? Maar wij, bezoekers, worden niet eens gekonfronteerd met alle inzendingen voor de prijs, zodat ook onze waardebepaling soms fout is. Ik meen een schildersprijs te kennen, waarvoor de werken slechts een week vóór de opening van de tentoonstelling moeten binnen zijn. De jury selecteert een tachtigtal werken van de ruim driehonderd inzendingen. Deze jury zorgt voor samenstelling van expositie en kataloog, en dan maar zorgen voor de goede gang van zaken tijdens de officiële ontvangst en proklamatie van de schildersprijs. Ofwel beschikken deze juryleden (vier mensen) over enorme selectievermogens ofwel over de restjes van de onfeilbaarheid van onze vroegere kerkvaders. Een werk moet men dikwijls zien, proberen te benaderen en te bestuderen en, indien men het kan genieten, dan kan men het kwalificeren. Weet dat een tentoonstelling de spiegel moet zijn van zijn tijd en dat ieder werk, dat op een expositie van een schildersprijs te zien is, voor het publiek in is.
Uiteraard zijn de juryleden enkele jaren, soms vele jaren, ouder dan de inzenders, die allen hopen erbij te zijn. En dan maar zeggen en weten dat jongeren van verschillende rangen en leeftijdsgroepen al zoveel moeite moeten doen om mee ‘in’ te zijn. Wat een zinloos tuig wordt vandaag nog geduld en op een frapante wijze te koop gesteld door een verouderde massa, die het prentje-, blaadje- en beeldje-kijken opdringt, instampt en aankweekt. Ook die verouderde massa zorgt dat de opvoeding van de kinderen van nu, verder beantwoordt aan het eeuwige schoolse en slaafse patroon. Als alles zo blijft draaien, dan kennen wij nog in de eerste vijftig jaren geen echte kriticus. Blijven de jury's. Neem bijvoorbeeld een voorzitter(ster) van gelijk welke vereniging, die zal beslist blijven zitten tot men hem (haar) met stoel en al naar buiten zal dragen of erevoorzitter zal maken. Maar kunnen vrije tribune de jury's niet reeds jaren ook als een vereniging beschouwd worden?
Stel b.v. een jury samen met schilders, die reeds naam hebben. Ik meen dat het én voor de bekroonden én voor de toeschouwers nog erger zou zijn dan heden. Kan iemand mij een jurylid van een schildersprijs noemen, die met geen enkel schilder, dichter of beeldhouwer bevriend is? Of kan iemand mij een jurylid aanwijzen, dat zich nog nooit om het onbezegelde lot van een kunstenaar heeft bekommerd? Indien alleen kunstschilders in de jury van een prijs zouden zetelen, dan zou de kans tot verdere ontplooiing van laureaten zeer miniem zijn. Mede omdat deze schildersjury weinig zou optreden als manager. Kunstschilders zien graag hun eigen werk in de musea, waar altijd veel te weinig plaats is voor hedendaagse plastische werken. Daarentegen wordt in discotheken en bibliotheken wel heel recent werk van jonge kunstenaars opgenomen en uitgeleend, en dat is maar goed ook.
Naar mijn bescheiden mening moeten allerlei prijzen, reis- en studiebeurzen, en vooral de schildersprijzen, worden beschermd. Maar bij elke samenstelling van een werkgroep of een jury van een schildersprijs, zou uit een willekeurige groep schilders of critici een tweetal mensen moeten worden opgenomen om er deel van uit te maken.
En tot slot, iemand onmondig zetten? Als een echte kunstenaar iets te zeggen heeft, dan zal hij dit doen. Hij koestert meer dan wie ook de eeuwigheidsgedachte, het verder leven in zijn werk. Of zijn schepping voor of achteraan de kataloog of expositie zal staan, laat hem koud. En als iemand onbevoegd en machteloos is, dan zijn het de kijkers en niet de kunstenaar, die zich volledig wegschenkt en in zijn creatie de volmaaktheid zoekt en zijn innerlijke visie en kracht aanboort zoals geen enkel ander mens kan. Laat de echte kunstenaar verder werken, zijn grote sterkte is zichzelf te bevestigen in zijn werk.
Hubert Dejonghe, Geluwe.