Bioscooppubliciteit
een braakliggend kunstgebied
Het is hoogst zeldzaam als men in ons land eens bioscooppubliciteit te zien krijgt die het peil te boven gaat van de huis-en-tuin-erwtjes-reclame. Men kan het met de beste wil niet meer onder de titel ‘grafiek’ laten doorgaan. Het zal wel niet te achterhalen zijn wie voor dit laagwaterpeil verantwoordeijk is. Financiële bezwaren kunnen het toch eigenlijk niet zijn, te oordelen naar wat bij een filmmaatschappij aan kosten wordt gemaakt. Blijft nog de man die de distributie in handen heeft voor ons land en die de opdrachten blijkbaar ergens een publiciteitsbureau toegooit als een been naar een hond. Als wij onze krant openslaan, dan zien we dat filmadvertenties, afgezien van het feit dat onze krantenzetters er een typografische knoeiboel van maken, soms van een dergelijke mediocriteit blijk geven, dat men zich afvraagt of men daarvoor wel tekenaars heeft aangetrokken. Zij gaan vergezeld van de banaalste en goedkoopste sensatieliteratuur die men zich indenken kan. Wat bewijst dat er nog minder sprake is van tekstschrijvers dan van tekenaars. Enkele voorbeelden.
Slavinnen der liefde: deze keer geen truc of namaak. En de zenuwen barsten! De gesel: alle vormen van de plaag der ontucht. Zulk 'n mooie zomer: verloren onschuld in eastmancolor. De drempel der bekoring: bruut realisme en sensualiteit. Zachte huid in zwarte zijde: met schandaalvedette nr. 1 in Duitsland. Lulu: satan, venus en eros, alle mannen zijn haar ondergang. En satan leidt het bal: ongebreidelde hartstochten met satanisch genoegen geleid. Het duivels masker: die de moeilijksten zal bevredigen. De wereld bij nacht: de bloem der zonde. Modellen en call-girls: ze worden wrakken in de handen van gewetenloze schurken. En God schiep de vrouw: kom naar me zien hoe ik ben! Drie meisjes voor een kolonel: gezien de ‘meisjes’, kinderen geweigerd. Als het bloed kookt: al de wonnige wellust van ontketende perverse hartstochten. Minima bikini: een film die alles toont.
En terwijl de onschuldigen in wrakken veranderen, schreeuwen ons de zoeterige bioscoop-affiches hun smakeloosheden in het gezicht. Zij zijn letterlijk ‘ontbloot’ van artistieke en andere kwaliteiten.
Hoe men een onderwerp, gaande over liefdesaangelegenheden en dergelijke, op een uiterst kitschige maar ook op een grafisch hoogstaande manier kan uitwerken, bewijzen de vergelijkende Belgische en Duitse afgebeelde affiches. Men heeft het aspekt van ons falen op nationaal plan weinig of niet aan de orde gesteld. Nochtans ligt hier een gebied dat helemaal niet ontgonnen is en dat, door bemoeiingen van de juiste personen of instanties (wellicht door verenigingen voor grafiekers) gestreefd kan worden om door tussenkomst van ‘echte’ grafiekers ons grafisch gezicht terug te krijgen.
Goede en jonge grafiekers zitten bij ons met de handen in het haar door het onbegrip vanwege het grootste gedeelte van onze industriëlen wat prijzen en smaak betreft en de daaruit voortspruitende laagstand van de interessante opdrachten.
Wij zijn nu in een periode, waarin stilaan de aandacht op de grafiek als beroep is gevestigd. Onze scholen leveren jaarlijks een aantal hoopvolle elementen af, die alle moeite hebben om op gang te komen.
Kan men de verdelers van filmpubliciteit niet, door het tonen van goede voorbeelden, het vertrouwen in onze om opdrachten springende goede grafiekers bijbrengen, zodat het tenslotte een genoegen wordt in onze straten of cafés de bloem van ons artistiek kunnen te mogen bewonderen? Zo zal het dan misschien zover komen, net als in Zwitserland, dat speciale zuilen of plaatsen voorbehouden worden voor het aanplakken van artistiek verantwoorde plakkaten.
Albert Setola