Affiche / problematiek van de moderne affiche
Met de moderne publicitaire media welke we vandaag te onzer beschikking hebben, zouden we kunnen aannemen dat de affiche van haar populariteit heeft ingeboet. Niets is minder waar.
Is de affiche van ‘face’ veranderd, ze blijft één der attrakties van de firma's, die er gebruik van maken en van de man in de straat, voor wie ze ontworpen wordt. Ze is volgens mij ook één der (betrekkelijke) goedkope media welke in de publiciteit worden gebruikt. Oordeelkundig geplaatste affiches kunnen massa's mensen bewegen - één affiche kan duizenden paren ogen aantrekken. Of deze pallissander affichage nu estetisch kan genoemd worden is een andere zaak. Als stadsbeeld doet het wel pijnlijk en slordig aan, en de urbanisatie van onze moderne steden voorziet nu immers geen speciale plaatsen voor affichages, doch als medium bereikt het een maximum aan rendement. Ik geloof dat het bewijs geleverd wordt door de honderden firma's welke van deze soort publiciteit gebruik maken.
De affiche, zoals we ze nu kennen, heeft een evolutie doorgemaakt die wel in het nadeel uitvalt van de grafische schepper, dit natuurlijk in de beperkte zin van het woord; meer en meer kan men de Amerikaanse invloed waarnemen. Blijft de conceptie eventueel bij de grafieker of publicitair tekenaar, de realisatie komt meer en meer in de handen van de fotograaf, die natuurlijk ook over scheppend vermogen kan beschikken.
Het realistisch fotobeeld neemt vandaag wel de bovenhand op de creatietekening.
Men beweert wel eens dat de publiciteit rekening moet houden met de smaak van het grote publiek om sukses te hebben. Het niveau van de smaak van de massa hangt meer af van de smaak van de publiciteit op zichzelf dan omgekeerd, want de kwaliteit van de publiciteit hangt af van degenen die haar maken. Men dient de artistieke kant van de creatie niet te verwaarlozen om een affiche te ontwerpen welke door iedereen aanvaard en gesnapt kan worden. Het is weliswaar geen gemakkelijke taak om voor onze medeburgers 'n waar kontakt te leggen met de kunst, zelfs de affichekunst, doch dit is veelal voor een groot deel de fout van de ontwerpers zelf. Zonder hun creatieve capaciteiten te willen in twijfel trekken, vraagt men zich soms af of zij zichzelf wel willen laten begrijpen. Een affiche kan en mag wel met 'n grote ‘K’ worden gemaakt, doch mag zeker geen ‘plaisanterie’ worden. Ze is er eerst en vooral om een zaak, een voorwerp of een idee aan de man te brengen, aan de man die ze begrijpen kan, en dit aan de man brengen moet intelligent en kan estetisch gebeuren.
De tijd dat de ontwerper zich naar de massa moest neerbuigen is voorbij. Door een paar voorlopers, zoals Savignac, Herbert Leupin, Donald Brun, enz. heeft de massa de affiche in haar esthetische vorm leren waarderen en aanvaarden.
De algemene ontwikkeling en opvoeding, het immer groeiende kontakt met het buitenland, heeft onze doorsnee burger op een zeer degelijke middelmaat gebracht. Vergeet men niet dat deze mensen de rage van de abstrakte kunst hebben doorgemaakt, gevolgd door ‘pop’ en ‘op’ art, het ‘nouveau realisme’ en vele ander ‘ismen’, zodat ze nu 'n modern opgevat affiche als zeer gewoon gaan bekijken. Ik zou zelf durven beweren dat de affiche vandaag, de moderne affiche, de estetisch verantwoorde affiche, voor velen van onze moderne mensen het enige werkelijke middel is om in kontakt te komen met de artistieke kreatie van hun tijd - ze worden er dagelijks mee geconfronteerd, zelfs zonder er rechtstreeks de aandacht op te vestigen.
Naast dit alles mag men niet vergeten dat een affiche eerst en vooral dient om tot kopen te bewegen. Zoals elk publicitair medium zijn eigen problemen heeft, dient de affiche dit deel van de gemeenschap te bereiken voor wie het bestemd is; waspoeder, schoonheidsartikelen, enz. moeten een vrouwelijk ‘cachet’ hebben, fijner en delicater van kleur zijn - en 'n mooie meid zal het steeds doen bij de man. Wat ook de affiche moet doen verkopen, het komt er nogmaals op aan op welke manier het tema wordt verwerkt. Hier ligt dan de opvoedende taak van de ontwerper. Hij is het die de commerciële en direkte verkoopsideeën van de opdrachtgever moet vijlen en aanpassen om met zijn artistieke visie ‘dé’ affiche te maken, die morgen op onze muren, jong en oud dient aan te trekken. Het spreekt vanzelf dat het probleem ‘affiche’ niet met enkele woorden is op te lossen en niet enkel ligt bij wat de man in de straat op de muur vindt. Dit is het eindstadium. Voordien hebben tientallen mensen hun krachten moeten bundelen, hebben 'n grondige kennis moeten opdoen van elk probleem, hebben een gezamenlijke politiek moeten uitwerken, hebben ze moeten instaan voor het kreatief werk, weten zorgen voor 'n perfekte uitvoering en 'n doelmatige verspreiding, zonder de bestendige kontrole en kontakten met de kliënt uit het oog te verliezen. Deze studie en coördinatie van alle gegevens en krachten maken het mogelijk 'n ‘idee’ en een ‘thema’ te vinden dat op grafisch en redaktioneel vlak verantwoord is. Daarvoor zijn de tekenaar en de redacteur-ontwerper verantwoordelijk. Zij staan ervoor in dat de affiche de aandacht zal trekken, verlangen opwekken, overtuigen en tot aktie aanzetten.
Willy Bosschem