De affiche/ historische flitsen
ffiche, getekend door Henri e Toulouse-Lautrec.
Telkens als ik luimig wil doen, duik ik even terug in mijn studentenjaren. Want dan is men luimig! Toen rijmden wij surrealistische gekheden samen. Wij zagen Christus op een tram... Beeld u zich in: Christus haast zich, haalt nog net z'n tram...
En wie komt daar nóg aanhollen, gebrekkig en kreupel? Ja, hij is het, Toulouse-Lautrec. ‘Henri’ noemt men hem. Een nette, rijk geklede kreupele. Sedert hij herhaalde malen gevallen is, zal hij wel altijd gebrekkig blijven. Het lijkt alsof de groei uit zijn benen is (deze groei kan best in het gipsverband gebleven zijn...). Hij zal een brief schrijven aan zijn kameraad en de tekst verluchten met tekeningen: over zijn bevindingen bij deze ‘krabbels’ zal hij, in hetzelfde schrijven, andermaal veel lol maken. Als hij de bomen wil weergeven - en dit valt niet mee - dan weet hij dit wel goed te krijgen door een sprankel humor. Zijn bomen, zo luidt zijn kommentaar, zien eruit als brokken spinazie (foei!).
Wanneer hij thuis bij zijn moeder is, rest hem wellicht nog de tijd om een bootje te knutselen voor zijn makker. Kan hij naderhand ook om gekscheren...
In feite hebben wij niet dadelijk bemerkt, dat Henri ten voeten uit helemaal uitgerust was als ‘beroepsfotograaf’. Want zo is het inderdaad! Hij weet met ‘nerveuze’ scherpte een beeld vast te leggen (flash-stijl) én met een gelijkaardige scherpte weet hij evengoed een ziel naakt te leggen, even naakt als de diverse ontspoorden, die hij kent, waarmee hij omgang heeft en die bezongen worden door Baudelaire, Rimbaud en anderen uit zijn omgeving. Hij is het die de affiche tot een ware kunst zou weten te verheffen.
Wanneer wij willen ontleden wat ‘eigen’ is aan een affiche-ontwerp, dan kunnen wij m.i. niet beter doen dan het ‘geslaagde’ schema af te drukken, verschenen op pagina 7 van Lo Duca's ‘L'Affiche’ (nr. 153 uit de reeks ‘Que sais-je?’, Les Presses Universitaires de France, Parijs). Persoonlijk vond ik dit schema uiterst passend en aangewezen en het is beslist rijker, dan men bij de eerste oogopslag vermoedt.
Op de vraag ‘Wanneer stemt een letter-karakter overeen met zijn publicitaire boodschap?’ - of, identiek ermee, maar anders geformuleerd - ‘Hoé zal een letter-teken zich met zijn publicitaire boodschap identificeren?’ (Eug. Nerdinger: ‘Zeichen, Schrift & Ornament’, uitg. Callway), brengen de plakaatcreaties van Henri de Toulouse-Lautrec hét antwoord: ‘L'affiche est un moyen plastique qui peut atteindre une haute valeur esthétique où l'idée, l'invention, la trouvaille dominent toute l'oeuvre de l'artiste’.
Ten jare 1830 was reeds alles betreffende de affiche vast-