Graphic designer of commercial artist?
Wat is het verschil tussen een graphic designer en een commercial artist? Kan dat verschil überhaupt gedefinieerd worden? Moet het verschil serieus opgevat worden, of gaat het slechts om een tijdelijke splitsing? Is het maken van een ondersheid ook van belang voor mensen buiten het vak, of is het slechts een (internationaal) probleem binnen het vak? De titel beweert in ieder geval, dat er twee verschillende uitdrukkingen en vormen bestaan binnen het beroep van de grafische en typografische vormgeving.
Tijdens een interne vergadering van de AGI (Alliance Graphique Internationale), werden we ons opnieuw bewust van en herinnerd aan het belang en de noodzaak om over dit probleem te diskussiëren. De referaten die daar gehouden werden, lieten dit weer eens duidelijk blijken. De ‘vriendelijke’ disputanten waren enerzijds de vrije klassieke ontwerpers, die zich met een teken- of schilderachtige oplossing van een opdracht bezig houden, en anderzijds de ontwerpers, die zich met de konstruktieve, intellektuele en funktionele oplossing van een opdracht bezig houden. Over de zogenaamde ‘koude grafiek’, die in Zürich en Basel geproduceerd wordt, werd heftig gediskussieerd. Hoe is de situatie waarin wij ons bevinden ontstaan? Is de kern van de zaak een kwestie van filosofische en levensbeschouwelijke aard? Gaat de splitsing erg diep, of bestaat er alleen maar een oppervlakkig verschil van inzicht?
We brengen dit probleem op deze vergadering ten berde, omdat we werkelijk tot de kern van de zaak willen doordringen. Misschien zal de hierop volgende diskussie het hele geval wat eenvoudiger en duidelijker maken. Tegelijkertijd vragen wij ons echter ook af, wie er profijt van zal hebben en of de ‘familieruzie’ van enig algemeen belang zal zijn. De opdrachtgever interesseert zich hoegenaamd niet voor de teoretische overtuigingen van de ontwerper of vormgever, die zijn markt- en verkoopproblemen moet oplossen. Wat hij in de eerste plaats verlangt, is een goed, duidelijk en pakkend ontwerp. Geen enkele opdrachtgever maakt zich werkelijk zorgen over een bepaalde stijl, zelfs niet wanneer hij het karakter en de individualiteit van de ontwerper waardeert. Hij is er alleen maar op gebrand, dat de ontwerper een goede vorm voor zijn publikaties weet te vinden en zich geheel voor de opdracht inzet. Het probleem lijkt dus een intern probleem.
Tijdens voornoemde AGI-vergadering bleek het verschil van opvatting op het gebied van de grafische en typografische vormgeving intussen meer te betekenen dan alleen maar een ideologisch verschil van inzicht. Het verschil duidde op een bijna niet te overbruggen kloof tussen twee extremen.
Dit zou een kleine misstap mogen heten, als het verder maar geen invloed zou hebben op de kreativiteit van de jongere generatie.
Jammer genoeg zijn er echter de ongunstige bewijzen dat dit wel het geval is en dat kunnen wij niet over het hoofd zien. Ook dit is een goed argument om het bovengenoemde verschil naar voren te brengen en er over te diskussiëren.
Toen het ‘reklame ontwerpen’ veelvuldig ingang vond, voelde een jonge groep mensen met artistiek talent, die dachten dat ze voor de publiciteit geschikt waren, zich daartoe aangetrokken. Tijdens de laatste halve eeuw hebben deze commercial artists, ten dele geholpen door adviseurs en ten dele door eigen initiatief, hun gevoel voor publiciteit gekultiveerd en hun expressiemiddelen verfijnd in aanpassing bij de toenemende eisen. Op die wijze heeft het reklame ontwerpen een zeker peil bereikt. Ideeën en originaliteit zijn in overvloed op elk gebied van de visuele kommunikatie aanwezig. Het reklame ontwerpen heeft zelfs een kulturele status verworven. Maar al met al heeft deze ontwikkeling toch een kwakzalverig verloop gekregen. De laatste jaren is echter, buiten de traditionele wijze van reklame ontwerpen, een nieuwe konceptie in de grafische vormgeving ontstaan, die gebaseerd is op bepaalde principes binnen het vak. In deze nieuwe konceptie hebben konstruktieve elementen, voor positieve en praktische doeleinden, de overhand gekregen. Artistieke intuïtie en fantasie (droombeelden) hebben plaats gemaakt voor een meer methodische en wiskundige benadering van de vormgeving.
Als gevolg van deze benaderingswijze, worden de nieuwe graphic designers (we zullen deze aanduiding gebruiken om hen van het oude type commercial artists te onderscheiden) vaak beschouwd als formalisten en lieden die de levende elementen van het ‘reklame ontwerpen’ hebben laten stollen tot een streng technisch systeem.
Toch kan men niet ontkennen, dat de graphic designer zijn bestaansrecht heeft aangetoond door te bewijzen, dat hij met zijn wijze van werken net zo veel en misschien nog wel meer sukses heeft dan zijn rivaal van de oude richting. Zij hebben dit sukses niet bereikt door hun werk beter te verkopen, maar door de kracht van de dokumentaire en informatieve werking van hun ontwerpen. Vele van deze graphic designers hebben hierdoor een inter-