die elk hart ontroerden.
Zo heeft de Indische poëzie steeds vrede boven alles gewaardeerd, maar zij wierp zich eveneens altijd op als een dam tegen de tirannie en de bezetting.
De invloed van het Gandhisme en het socialisme op de hedendaagse poëzie is volkomen duidelijk. De dichters kozen de zijde van de zwakken, de verdrukten, de vertrapten en de lagere klassen. De dichtkunst werd meer en meer realistisch, ten koste van het louter imaginaire. Nu eens ironisch, dan weer satirisch, beukt zij met kracht op de voorbijgestreefde oude gebruiken en tradities, zodat wij kunnen zeggen, dat de poëzie eveneens een reformatief karakter bezit. Sommige dichters kunnen wij trouwens eerder als propagandisten bestempelen. Asi, Nadim, Arif, Masterji (Zindakaul) en Roshan (Kashmiri) werden de spreekbuizen van de grieven en de woede van de zeelui, boeren en koelies. In Urdu zijn Faiz, ‘Firacq’, Miraji, Rashid, Jan Nisar Akthar, Sardar Jafri, Sahir Ludhiyanvi, Nadim Kasimi belangrijke progressieve dichters, die de problemen niet uit de weg gaan en overtuigend pleiten voor een broederschap boven het communalisme. Deze vooruitstrevende ideeën vindt men eveneens terug bij de volgende dichters: Mohansingh, Petrumsingh ‘Safir’ (Punjabi); Vekunthanath Patnayak, Kunjbeharidas (Odiya); Hem Barua, Nav Kant Barua (Asamese); Uma Shankar Joshi, Sundaram, Prahalad Parekh (Gujrati); Premendra Mitra, Sukant Bhattacharya, Jeewananand Das, Jagannath Chakarvati, Buddha Deo Basu (Gengla); Shri Narain Gupte, Ram Ganesh Gadkari, ‘Anil’, Kusumagraj, Merdhekar (Marathi); Shri-Shri, Mallavarapu Visheweshwar Rao, Pilka Ganapati Shastri (Telgu); Subramanhya Bharti, Bharti Dasan (Tamil); K.V. Puttap, D.R. Bendre, Dinkar Desai, S. Doddamani, Rajratnam (Kannad); Kumaran Ashan, N.V. Krishna Variar, V.G. Kurup (Malyalum); ‘Nirala’, Nagarjun, ‘Navin’, ‘Dinkar’, ‘Milind’, Virendra Mishra, Bhawani Mishra (Hindi). Sedert ze hun kunst baseerden op de Indische cultuur en folklore, gingen deze dichters het werkelijk leven in India afbeelden in hun werk.
Daarnaast bezitten wij dichters, die de mystiek, de liefde tot de natuur en het idealisme vertegenwoordigen. Men heeft zeer veel geëxperimenteerd om de natuur te personifiëren. Het idealisme en de verbeelding schitterden verblindend. De ‘Chhayavad’ in het Hindi is een monument van taalkunst en subtiele verbeeldingskracht. Het progressisme en de menselijke kijk op de zaken verhinderen de opgang van deze soort poëzie.
De Goa-bevrijdingsbeweging fungeert als onderwerp in de Konkani- en Marathigedichten. De slag, door de Chinese aanval toegebracht aan de Indische trots, moest geheeld worden door nieuwe moed en bemoediging en weldra schreef Dinkar zijn ‘Parashuram Ki Pratiksha’. Deze gedichten geven een klare kijk op het conflict en op de tegenstelling vrede-oorlog.
De Indische poëzie werd ook beroerd door de wereldproblemen en wierp zich op als banierdraagster van de menswaardigheid en het internationalisme.
Er werd verder gepoogd emotionele conflicten uit te drukken. Observatie en presentatie van het detail werden onderwerp van de poëzie en bijgevolg gebruikte men een nieuwe taal, met nieuwe beeldspraak, nieuwe symbolen en nieuwe metaforen. Het rationalisme werd belangrijk. Individualisme, socialisme, intellectualisme en sensibiliteit waren om beurten opgedoken in de dichtkunst. De belangrijkheid van de landelijke cultuur en het landbouwtijdperk maakte plaats voor de mechanische industrialisatie en de stadscultuur. De wijze van denken werd beïnvloed. Emotionele instabiliteit, dubbelzinnigheid en de snelle sociale veranderingen beïnvloedden de gevoeligheid. Thema én stijl ondergingen wijzigingen. Men experimenteerde veel. De dichtkunst was onderhevig aan wisselwerkingen met de grondregels van andere kunsten. Maar de hedendaagse poëzie brak nooit met het karakteristiek Indische.
‘Nai Kavita’ (Nieuwe Poëzie) was aanvankelijk beknopt, moeilijk en droog, maar won nadien aan klaarheid, ritme, rationaliteit en gevoeligheid. In de taal werd ‘Shabd-Shakti’ (woordkracht) geëxperimenteerd met het oog op het bereiken van de gewenste effecten en emoties; de strenge poëtische regels en tradities had men niet meer vandoen. Dit avontuur had nood aan ondervinding, geduld en het overwinnen van grote moeilijkheden. Daar de dichters nog vasthingen aan vroegere patronen en vastgeroeste standpunten, kon de verwarring verder groeien. En deze verwarring werd in de gedichten geprojecteerd. Men vindt de voorbeelden ervan in de Marathi-, Gujrathi-, Bengla- en Hindi-gedichten.
Wat het Hindi betreft, kunnen wij geen betere voorbeelden aanhalen, dan ‘Tar Saptak’, ‘Dusra Saptak’ en ‘Tisra Saptak’. In elke verzameling gedichten was werk aanwezig van zeven poëten uit verschillende maatschappelijke standen. Zij beschreven de veranderende sfeer en de complicaties teweeggebracht door de nieuwe maatschappelijke voorwaarden. Ook zij verschillen in stijl.
In het Marathi gebeurde dit eveneens.
Onze hedendaagse dichtkunst is diep begrip en realistische weergave van het individu en de maatschappij, beladen met een menigte onbeantwoorde vragen, ongelijke houdingen en verschillende logica's. Geloof en vertrouwen zijn niet vrij van ongeloof, droefheid en vrees. De poëzie reflecteert de sociale condities en valt de traditie aan. Daarenboven is de invloed van de Beatles en Beatniks niet te veronachtzamen. Dichters van deze groepen worden genoemd: ‘Angry Generation’, ‘Hungru Generation’ en ‘Nacked Generation’. Sinds enkele jaren maken dichters van deze generaties furore in alle Indische talen. Zij tekenen in hun werk de realiteit, tot in het extreme toe. Zij beschuldigen de oudere generatie ervan geen recht te laten