betekenis, want voor de allereerste maal werd deze dans uitgevoerd door kunstenaars, die buiten de erfelijke traditie stonden, waarmee deze kunst was geassocieerd. Andere klassieke dansen, zoals de Koodiyattam (uit Kerala), de Sattriya (uit Assam), de Yakshagana (uit Mysore) en de Chhau (uit Bihar) werden voor het eerst in hun geschiedenis ten tonele gebracht in andere streken dan deze, waaruit zij stamden. En tenslotte zijn er traditionele dansvormen zoals de Kuchipudi en de Mohini Attam, die meer dan ooit tevoren worden uitgevoerd en genoten.
En er is niet alleen de erkenning van verscheidene traditionele dansen als zijnde klassiek, maar er bestaan honderden dansers, overal in het land, die deze vormen aanleren en uitvoeren. Een andere merkwaardige wijziging is deze, dat de restrictie, die voorhield dat sommige dansen uitsluitend door mannen en andere uitsluitend door vrouwen dienden uitgevoerd, voortaan niet meer geldt. Zo waren de Kathakali en de Kuchipudi oorspronkelijk alleen voor mannen bestemd - vandaag de dag worden zij evengoed door vrouwen uitgevoerd; het omgekeerde gold bij voorbeeld voor de Bharata Natyam en de Manipuri. Meer nog: er bestaan nu verscheidene dansers, die meer dan één stijl ten tonele brengen en dit is vanzelfsprekend een van de meest opmerkelijke feiten in de hedendaagse Indische danskunst. Hetzelfde kan trouwens toegepast worden op de leraars, van wie er veel in staat zijn twee of meer dansstijlen aan te leren.
De volks- en stamdansen kwamen eveneens tot nieuw leven. Grote verdienste op dit gebied bezitten de National Folk Dance Festivals, die, sinds 1954, een belangrijke gebeurtenis zijn tijdens de jaarlijkse viering van de Dag der Republiek te New Delhi. Jaar na jaar brachten deze Festivals dansen uit de verscheidene uithoeken van het land en dit feit heeft vanzelfsprekend veel bijgedragen tot de ontpopping van de onmetelijke weelde aan dansen, die India rijk is en waarvan nog veel wacht op ontsluiting en ontsluiering. Tijdens de eerste Festivaljaren werden de dansen aan het oordeel onderworpen van een experten-paneel en het beste dansteam van het jaar verwierf een trofee. Men heeft hier evenwel van afgezien, want de deelnemers dansten al té zeer met het oog op de prijs en wijzigden daarvoor dikwijls hun dans, ten einde hem meer ‘podiumwaardig’ te maken. In navolging van New Delhi organiseerden andere Indische staten, zoals Madras, Bihar en Gujarat in de voorbije jaren hun eigen regionale volksdansfestivals en ook dit heeft vanzelfsprekend de danskunst in verhoogde mate nader tot de massa gebracht.
Inachtgenomen de grote vooruitgang, die de Indische dans boekte in de jongste jaren, kan met reden worden beweerd, dat deze kunstvorm zich niet meer tevreden stelt met binnen in een onveranderlijk schema te blijven, maar dat hij bestemd is om mét de tijden mee te bewegen. Wij verwijzen daarvoor naar het grote aantal balletten, dat geproduceerd werd in de pasvoorbije jaren. Het ballet - en dit moet eens en voorgoed duidelijk gezegd worden - is een nieuwe kunstvorm wat India betreft en bereikte ons uit het Westen. De danstechniek, in ons ballet gebruikt, is vanzelfsprekend Indisch, maar de inspiratie tot dergelijk choreografisch werk kwam uit het Westen en de pioniers in dit verband waren de Russische ballerina Anna Pavlova en de Amerikaanse dansers Ted Shawn en diens vrouw Ruth St. Denis. De befaamde Indische danser Uday Shankar bracht het ballet in India en zijn balletten behoren, zelfs vandaag de dag, tot de grootste in ons land. Aanvankelijk werden uitsluitend thema's uit de Hindumythologie aangewend in de Indische dans, maar heden komen evenzeer actuele of sociologische onderwerpen voor. Zo zijn er balletten gecreëerd geworden met als (veelzeggende) titels: ‘Bengal is Hungry’, ‘Labour and Machinery’, ‘The Rhythm of Life’ en ‘The Discovery of India’. Anderzijds was het ook zo, dat de vroegere balletten in India uiterst creatief waren, in déze zin, dat zij niet steunden op of afhingen van een of andere erkende Indische danstechniek; maar tijdens de voorbije jaren wendde men de steven en men ontwierp balletten in de Bharata Natyam-, de Kathakali-, de Kathak, de Manipuri- en Orissi-technieken. En in feite dragen sommige balletten méér dan één klassieke dansstijl in zich. Er werden zelfs pogingen aangewend om in de balletten van de creatieve stijl nieuwe expressiemiddelen binnen te leiden; dit was b.v. het geval met de ‘Ramayana’, geproduceerd op
een poppendans-wijze door de begaafde choreograaf Santi Bardhan.
Er werden ook een massa boeken en monografieën uitgegeven over de Indische dans. Sommige van deze publicaties vertegenwoordigen de vrucht van jarenlange studie en opzoekingswerk door de geleerden - andere zijn evenwel louter kunst- en vliegwerk. Het voornaamste is echter, dat vandaag de dag meer dan ooit tevoren gepubliceerd wordt omtrent de danskunst in India, en zulks in zoveel verscheidene talen. De dagbladen, tijdschriften en nieuwsbladen hebben eveneens het hunne bijgedragen tot het geven van informatie en het scheppen van interesse in de danskunst; voor de eerste maal in de geschiedenis is praktisch aan alle leidinggevende nieuwsbladen een bijzondere danscriticus verbonden.
Ook het Gouvernement heeft inspanningen gedaan om het prestige en de verspreiding van de danskunst te bevorderen. Zo voorzag het onderscheidingen, die jaarlijks uitgereikt worden aan degenen die zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt op welk gebied ook, inbegrepen de danskunst. Het heeft een systeem van subsidies ontworpen ten voordele van culturele studiebeurzen, die ter beschikking gesteld worden van kunstenaars met uitzonderlijk talent; ook daarvan heeft een flink aantal dansstudenten kunnen