gedragspatronen hebben de eeuwen overleefd; zij zijn een aanbreng voor de niet-materiële waarden, verheffen het aanzien van de wetenschap en de studie, zijn allesomvattend gericht op het zoeken naar de waarheid en, bovenal, zijn dragers van een grote verdraagzaamheid inzake standpunten, opinies, godsdiensten en waarnemingen van anderen. Deze elementen kon men, meer dan ooit te voren, herkennen in de jaren, onmiddellijk na de onafhankelijkheid, dus na 1947, tijdens dewelke India evolueerde tot soevereine republiek en lid van de grote familie der natiën, en het zijne bijdroeg tot de bestudering en het interpreteren van actuele gebeurtenissen, en zich inspande om mee te helpen aan de oplossing van de wereldproblemen.
Terwijl deze inspanningen verder doorgezet worden, wacht binnenlands als meest dringende taak inmiddels de opbouw van het land op economisch, sociaal en cultureel plan. Een bevolking van meer dan vijfhonderd miljoen zielen, die jaarlijks aangroeit met ca. 2,5 procent - hoofdzakelijk te danken aan de snelle daling van het sterftecijfer - een zeer laag inkomen per hoofd, levens- en verbruiksstandaard onder de laagste ter wereld, stelt zeer moeilijke en niet minder dringende problemen. Het opdrijven van het inkomen en van de levensstandaard en het leggen van een gezonde, stevige basis voor een economie, die zichzelf kan bedruipen, schreeuwen om zeer aanzienlijke investeringen en om een dergelijke concentratie van vredelievende, opbouwende krachten, dat er nauwelijks tijd of middelen overblijven voor andere plannen. Tijdens de uitwerking van zijn drie plannen, vond India, binnen zijn eigen magere hulpbronnen, ongeveer tachtig procent van de inbreng voor een massale inspanning, gericht op de ontwikkeling. Bevriende landen hebben vrijgevig bijgedragen tot het welslagen van dit opzet, maar er zullen nog heelwat tijd, werkkracht, hulp en toewijding nodig zijn, opdat India een voldoende sterk lid van de natiënfamilie zal worden, dat zichzelf kan bedruipen en dat dan op zijn beurt kan bijdragen tot de ontwikkeling van andere landen in de wereld, die ontwikkelingshulp nodig hebben. Wij geloven vast, dat India - de grootste democratie ter wereld - in het vervullen van deze taak al de hulp zal krijgen, dat het nodig heeft.
Ik wens ‘Vlaanderen’ alle succes toe in zijn streven naar beter wederzijds begrip tussen het Belgische en Indiase volk, in dit geval dan door middel van de publicatie van een serie studiën, die de schatkamer van de Indiase culturele erfenis ontsluiten.
T. Swaminathan
Ambassadeur van India in België