I.C.S.I.D.
Het internationaal organisme voor industrial design
De I.C.S.I.D., Internationale Raad van Verenigingen voor Industriële Vormgeving, is in 1957 te Londen ontstaan en bestond bij de aanvang uit 12 verenigingen van 10 landen. In 1964 telt het 33 aangesloten verenigingen uit 21 landen, die samen een 25.000 leden vertegenwoordigen.
Anderzijds staat de I.C.S.I.D. in voortdurend kontakt met de nieuwe groeperingen voor industrial design, die tot stand komen in landen zoals Argentinië, Brazilië, Bulgarië, Ghana, Hongarije, Indië, Mexico, Polen, Tsjechoslovakije, U.S.S.R., enz. Hieromtrent is het interessant te noteren dat twee van de jongste industrial design-verenigingen ontstaan zijn in Argentinië en U.S.S.R. Argentinië: het Nationaal instituut voor Industriële Technologie heeft een uitgebreid komplex gekreëerd, dat een studie-organisme bevat, evenals een tentoonstellingscentrum dat ook wedstrijden en prijzen uitschrijft. Het instituut zelf hangt af van het Staatssekretariaat voor Nijverheid en Mijnen. De U.S.S.R. anderzijds, heeft in juni 1962 een instituut opgericht onder de benaming ‘All Research Institute for Industrial Design’. Betekenisvol is het feit dat dit nieuw organisme afhankelijk is van de sektor voor wetenschappelijke opzoekingen. De voorgenomen aktie is zeer uitgebreid en hoogst belangrijk; zij zal honderden leden omvatten.
Noteren wij, dat deze beide landen, die nochtans een volkomen verschillende ekonomie hebben, de industrial design beschouwen als en element ter verhoging van de levensstandaard, een werktuig ter verbetering van de industriële produktie en een konkurrentieel element. zowel voor de nationale als voor de buitenlandse markten.
In 1963 werd de I.C.S.I.D. erkend door de Unesco die haar het konsultatief statuut verleende.
Zijn doeleinden kunnen als volgt samengevat worden:
- het niveau van de industrial design in de wereld hoog houden;
- de vorming van designers verbeteren en aldus een solide professionele basis scheppen;
- de kennis en de toepassing van de industrial design verspreiden in alle landen, ongeacht hun ekonomie of hun politiek stelsel.
- aan de designers en verenigingen voor industrial design praktische hulp verlenen op Internationaal vlak en vooral dan aan die landen, waar de industrial design zich tracht te ontwikkelen;
- met alle nationale en internationale organisaties samenwerken ten einde de kwaliteit van de industrial design te bevorderen;
- de uitwisseling van leraars en andere technici uit verschillende landen aanmoedigen, met het oog op een verhoging van het welzijn der gemeenschappen.
De I.C.S.I.D. bestaat uit een ‘bureau’ van 7 leden en 7 werkgroepen (die samen een vijftigtal personen tellen) die zich respectievelijk om een afzonderlijke aktiviteitssektor bekommeren: de opleiding, beroepsaangelegenheden, tentoonstellingen, de informatie, de definitie van het beroep, de internationale organisatie en de financies.
Staan o.a. op het programma van de I.C.S.I.D.:
- het realiseren van films en de samenstelling van dia-verzamelingen met gesynchroniseerde teksten, die aan de diverse betrokken sektoren (nl. bedrijfsleiders, ingenieurs, scholen en het grote publiek) moeten tonen wat Industrial design eigenlijk is;
- de samenstelling van een internationale bibliografie over industrial design die speciaal ter beschikking staat van designers en studenten;
- de organisatie van rondreizende tentoonstellingen;
- het vastleggen van bepaalde regels voor organisatie van nationale en internationale industrial design-wedstrijden;
- de samenstelling van een praktische dokumentatie ten gerieve van designers en industriëlen: lijst van de industrial design-verenigingen, van de design-bureau's, van de gespecialiseerde magazines en tijdschriften enz.
Deze tamelijk oppervlakkige opsomming geeft echter geen duidelijk beeld, noch van de werkelijke service die de I.C.S.I.D. verleent, noch van de uitzonderlijke entoesiaste sfeer waarin zijn aktiviteiten zich ontwikkelen.
Om de twee jaren houdt de I.C.S.I.D. een Kongres en een Algemene Vergadering De jongste hadden plaats in juni 1963 in het Unescopaleis te Parijs en de volgende zullen te Wenen doorgaan in september 1965. Het thema ervan luidt: ‘De industrial design en de Gemeenschap’ of de verantwoordelijkheid van de industrial designers en de Publieke Overheid inzake de ontwikkeling en de verbetering van de uitrusting voor openbaar gebruik. Vier aspekten van dit onderwerp zullen vooral behandeld worden: nl. de volksgezondheid, het onderwijs, de vervoermiddelen en de openbare wegen.
Designers en vertegenwoordigers van de administratie uit diverse landen zullen uitgenodigd worden, ten einde er een aantal praktische gevallen aan te halen en ze met de aanwezigen op het Kongres te bespreken.
Een internationale tentoonstelling zal ditzelfde thema illustreren.
Wenen, trefpunt tussen Oost en West, zou het kader kunnen worden voor een mogelijke samenwerking tussen twee wereldblokken, die, alhoewel ze op ekonomisch en kultureel gebied totaal verschillen, het inzake industrial design zouden kunnen eens worden.
J. des Cressonnlères
Secretaris-generaal van de I.C.S.I.D.