| |
| |
| |
Betekenis en inhoud van de industriële vormgeving
De wereld die ons omringt
Het is eigen aan de menselijke natuur de meest voor de hand liggende feiten, zelfs al zijn ze van groot belang, te over-zien, langs ze heen te kijken.
Zo ook met de dingen die ons dagelijks levensmilieu uitmaken, ons privaat, professioneel en openbaar levenskader. Weinigen onder ons denken na over het stijgend aandeel dat de industrieel gefabriceerde produkten daar innemen.
Alles wat niet organisch is, is arte facto, door de mens gemaakt en ipso facto ‘ontworpen’: de schoenen die wij dragen, de auto of de trein en de fiets waarmee wij ons verplaatsen, onze schrijf- of wasmachine, de werktuigen, de meubels en meubelstoffen, het straatmeubilair, vele eetwaren en hun verpakking.
Een ook maar benaderende opsomming is onmogelijk en overbodig. Het is echter essentieel zich bewust te zijn van het enorme aantal dezer ‘ontworpen voorwerpen’ rondom ons. Het belang van deze door de mens bedachte en machinaal vervaardigde produkten wordt treffend onderstreept in volgend citaat uit het merkwaardig werk ‘Le nouvel âge’ van H. Van Lier: ‘L'objet technique façonne profondément la culture. Hommes, femmes, enfants le voient, le palpent, le manipulent. Il pénètre le corps humain de ses rythmes, Ie configure autant qu'il est configuré par lui. Il intervient sans cesse entre l'homme et la nature, entre l'homme et l'homme, et l'on aurait beau jeu de montrer comment bien de théories sublimes n'en sont souvent qu'un reflet. Il agit dans toutes les civilisations, et non point seulement dans quelques unes, comme la science; il concerne toutes les classes d'une société, et non point seulement une élite comme l'art’.
In dezelfde geest verklaart de Franse filosoof Gilbert Simondon in ‘Du mode d'existence des objets techniques’ het volgende: ‘De kultuur is uit haar evenwicht geschokt omdat zij zekere voorwerpen, zoals het esthetisch voorwerp, erkent en bestaansrecht toekent in de wereld der betekenissen; terwijl zij andere voorwerpen uitstoot, en in het bijzonder de technische voorwerpen, naar de wereld zonder struktuur, van wat geen betekenis heeft, maar enkel een gebruikswaarde, een nuttige funktie’.
Dat dit algemeen menselijk belang der industriële produkten benevens kulturele ook verreikende ekonomische en sociale aspekten vertoont is evident.
De huidige ekonomie is gebonden aan het industrieel produkt en de wisselwerking ekonomie - maatschappelijke toestanden - kultureel niveau is zo eng en wederzijds bepalend, dat geen dezer drie kategorieën alleenstaand of afzonderlijk-evoluerend denkbaar is.
Daarom is de vormgeving aan die industriële produkten van zo determinerend belang.
Men zou kunnen beweren dat een beschaving diè gebruiksvoorwerpen voortbrengt die zij waardig is; wat bij het objektief beschouwen van ons levenskader, in de meerderheid van zijn materiële uitingen, weinig vleiend is voor ónze beschaving. Wat voor de overheid, de industrie, de distributie, de opvoeders, de informatiemiddens, in één woord de verantwoordelijken voor de vormgeving aan ons hedendaags levenskader aanleiding moet geven tot bezinning, onderzoek en vooral daadwerkelijke aanpak van het probleem: ‘vormgeving aan de wereld die ons omringt’.
| |
Poging tot definitie van Industriële Vormgeving
Historisch gezien is Industriële Vormgeving een recente techniek. Haar verspreiding werd daarenboven sterk geremd niet alleen door misverstanden, geboren uit haar historische achtergrond en uit, voor wat Frankrijk en België betreft, de ongelukkige benaming ‘esthétique industrielle’ maar tevens omdat de industriële vormgeving zich beweegt op het moeilijke terrein ergens tussen techniek en gevoel voor harmonie en proporties en er van haar een komplex antwoord gevraagd wordt niet alleen op het ‘wat’ maar op het ‘hoe’ van de dingen.
Industriële Vormgeving is geboren uit een reaktie van kunstenaars en sociologen tegen het lelijke en het miserabele van de toenmalige industrie (1880-1890), zowel van de produkten als van de machines en het werkmilieu. De eerste reaktie bestond in een definitieve veroordeling van de mechanische produktie, een pleidooi voor een algemene terugkeer naar het ambacht en een verheerlijking van de dekoratie. Haar promotors, Ruskin en Morris lagen aan de
| |
| |
Draaibank ‘Gallic 16’. Design: Roger Tallon.
| |
| |
Draaibank ‘Gallic 16’, detail. Design: Roger Tallon.
| |
| |
basis van een hele reeks bewegingen, waaronder ‘l'Art Nouveau’ waarin onze landgenoot Henry Van de Velde een belangrijke rol speelde. Hij streefde nochtans zeer vlug het ambachtelijk esthetisme van Morris en Ruskin voorbij toen hij pleitte voor: ‘La structure rationnelle de l'objet, une logique sans compromis dans l'emploi des matériaux’. Later werd in verschillende bewegingen de verzoening gezocht tussen ambacht en industrie. Men is echter tamelijk vlug gaan inzien dat er een essentieel verschil bestond tussen de werkwijze, de middelen en mogelijkheden en de bestemming enerzijds van ambachtelijke en anderzijds van industriële produkten.
In het ambacht zijn ontwerper en maker één en dezelfde persoon in rechtstreeks menselijk kontakt met het voorwerp. Bij het maken zelf bestaat mogelijkheid voor verandering en verbetering. De maker weet over het algemeen voor wie hij werkt en houdt daar bewust of onbewust rekening mede. Het mislukken van een voorwerp is vervelend maar betekent enkel het verlies van dat éne voorwerp. In de industrie zijn ontwerper en maker totaal gescheiden; de maker is dan nog een blinde machine die onverbiddelijk-korrekt uitvoert wat haar opgegeven is, en dit voor de duizenden, miljoenen stukken van de serie zonder enige mogelijkheid tot verandering; de klant is een anonieme massa; het verkeerde of onvoldoende doordacht ontwerp verwekt duizenden of miljoenen slechte of minder goede produkten, met de financiële gevolgen daarvan voor de onderneming.
Ook de dekoratie waarachter men de lelijkheid en het onbeholpen uitzicht van de industriële produkten trachtte te verstoppen (en nog tracht te verstoppen) heeft geen enkele kans tot duurzaam bestaan in de industrie. Dekoratie inderdaad is per definitie ‘bijgevoegd’ en betekent in het modern industrieel produktieproces bijkomende onkosten, daar waar de massa-fabrikage toch principieel drukking van kostprijs beoogt.
De strukturatie van industriële, dus machinaal, vervaardigde produkten moet in haar eigen middelen, met eigen materialen, naar eigen aard, met respekt voor eigen specifieke imperatieven de oplossing zoeken en het antwoord voor de menselijke behoefte aan schoonheid. Zij moet die vinden in soberheid, in harmonie en proportie van volumes en kleuren. De Franse filosoof Souriau drukt op kernachtige wijze het verschil uit in zijn gekende formule: dekoratie is: ‘art appliqué’, industriële vormgeving is ‘art impliqué’.
Wat de ongelukkige benaming ‘esthétique industrielle’ betreft, men kan niet genoeg haar algemeen geworden gebruik betreuren. Zij heeft inderdaad de artistieke oorsprong van de industriële vormgeving om zo te zeggen vereeuwigd en gestereotypeerd. De macht van het woord is er dusdanig in geslaagd een eigentijdse werkelijkheid en noodzaak te remmen. Dat is dan ook de reden waarom zo vaak gebruik gemaakt wordt van de Engelse benaming: industrial design. Volgens het Oxford-woordenboek betekent ‘design’ een mentaal plan, een doelstelling, een aanpassing van de middelen tot het bereiken van een doel, het vermogen een struktuur of een uitvinding te ‘ontwikkelen’, te verwezenlijken. De intentie van uitwerken, realiseren geeft aanleiding tot zoeken naar de middelen: hoe en met welke eigentijdse middelen tot die verwezenlijking komen? De middelen voor Industriële Vormgeving zijn enerzijds de te verwerken materialen en anderzijds het produktieapparaat.
Deze doelgerichtheid onderscheidt onmiddellijk de industriële vormgeving van de kunst die uitdrukking, expressie van zich zelf of van persoonlijke gevoelens en gemoedstoestanden is.
Industriële Vormgeving daarentegen is essentieel dienstbaarheid ten behoeve van industrie, distributie en verbruik.
| |
Toepassingsvelden van de Industriële Vormgeving
De hierboven toegelichte alomtegenwoordigheid van de industriële produkten in de wereld die ons omringt, maakt dat de toepassingsvelden van de vormgeving zeer verscheiden en veelomvattend zijn.
Zij gaan van het verzorgen van een briefhoofd en van publieke kommunikatiemedia, over vormgeving aan 3-dimensionale verbruiksgoederen en uitrustingen, naar het verwerven van ‘uiterlijke afspiegeling van niveau’ door een onderneming of instelilng, tot nationaal prestige.
Daarom is het misschien nodig onderscheid te maken tussen a) marginale industriële vormgeving waaronder men zou kunnen rangschikken de 2-dimensionale vormgeving in de grafiek en de textielindustrie, en de moeizaam aan ambachtelijkheid ontgroeiende keramiek- en houtmeubelnijverheid.
De meer artistieke kant van de kreativiteit is hier van groter belang.
b) de werkelijke ‘industrial design’, de 3-dimensionale vormgeving aan technisch meer komplexe produkten, langs technologisch ingewikkelder produktieprocessen.
| |
Produktontwerpen
De stijgende komplexiteit van het bedrijf en de steeds nieuwe erbij te pas komende technieken hebben er toe geleid dat het ‘produkt’ niet meer de centrale plaats bekleedt die de zijne zou moeten zijn in een onderneming. Inderdaad, indien één der doelstellingen van een industrieel bedrijf het voldoen is van aktuele behoeften, dan is het langs het ‘produkt’ dat aan die behoeften moet beantwoord worden.
| |
| |
Stapelservies TC 100. Design: Hogeschool voor Vormgeving, Ulm.
| |
| |
Menigvuldige statistieken tonen aan dat 80 à 90% van de nieuw op de markt gebrachte produkten binnen de 4 jaar kommercieel falen. Dit vroegtijdig uitvallen gaat misschien niet altijd gepaard met verlies, maar betekent onvermijdelijk een ‘manque à gagner’. Een in alle opzichten bestudeerd ontwerp, dat ook rekening houdt met de emotionele meerwaarde, zou duurzamer verkoopkracht inhouden, waarschijnlijk beperkingen van de produktiekosten meebrengen en in alle geval verspreiding toelaten van de algemene en produktiekosten op een belangrijker serie. Het koncept ‘voldoen aan een behoefte’ is niet gemakkelijk uit te drukken in een industrieel produkt. Het is in de huidige omstandigheden moeilijk te verwezenlijken door één persoon en zeker niet door één discipline of volgens de kriteria van één ondernemingsafdeling.
Deze beschouwingen brengen ons op het vlak van de noodzakelijke taakverdeling in de onderneming. De komplexiteit van het bedrijf legt op de schouders van de bedrijfsleider lasten van zo verscheiden aard dat hij zich onmogelijk persoonlijk met specifieke funkties in het bedrijf kan bezighouden. Het zijn vooral de verantwoordelijken voor produktie en verkoop die rechtstreeks betrokken worden bij de vormgeving van het produkt. Volstaat hun specifieke competentie om over de vormgeving van dat produkt afdoende te beslissen en vooral, hebben zij de nodige kreatieve en strukturerende gaven om daaraan te voldoen? Op grote uitzonderingen na, kan hier enkel ontkennend op worden geantwoord. De techniek kan aan een funktie voldoen. Het is te betwijfelen of de techniek alléén aan de menselijke behoeften kan voldoen.
Vormgeving aan 3-dimensionale produkten vereist in eerste instantie, strukturatie in de ruimte, zin voor proporties en evenwichten, oog voor perspektief en kleur. Het veronderstelt geoefende verbeelding en specifieke opleiding ter zake. Het veronderstelt anderzijds het bezitten van een minimum algemene wetenschappelijke kennis die de dialoog tussen vormgever en technieker enerzijds, vormgever en verkoop anderzijds mogelijk moet maken.
Het besluit van dit alles is dat de industriële vormgever een nieuwe schakel is in het industrieel proces, een schakel die tot voor korte tijd vergeten werd en ook ontbrak. De vormgever vervangt niemand; hij vult aan. Een tweede konklusie is dat het ontwerpproces in de huidige technisch ver-doorgedreven industriële produktie, onvermijdelijk team-work is.
| |
Industriële Vormgeving en produktiviteit
Welke zijn, praktisch gezien, de hoofdbekommernissen van de industriële vormgever?
De studiebesluiten van een werkgroep bestaande uit leden van de Engelse Council of Industrial Design en van de British Productivity Council weerhouden volgende belangrijke faktoren:
1. | Reduktie van de omvang van het produkt, ook miniaturizatie genoemd. |
2. | Reduktie van het aantal onderdelen. |
3. | Beperking van het aantal produktiebehandelingen. |
4. | Maximaal gebruik van het beschikbare materiaal en minimale afval. |
5. | Toevlucht tot nieuwere en goedkopere of meer adekwate materialen en methodes. |
6. | Standardisatie en beperking van het aantal materialen. |
Zeer algemeen beschouwd kan men deze bekommernissen resumeren in: zoeken naar soberheid onder het motto: een minimum van middelen voor een maximum van kwaliteit. Nu ligt het voor de hand dat soberheid vaak gepaard gaat met gunstige proportie van volumes, vormen en lijnen en automatisch het algemeen uitzicht, de ‘Gestalt’ ten goede komt.
Hierbij komt nog dat de produktiviteit van de werkende mens gunstig beïnvloed wordt door eenvoudige, vormschone werktuigen en lokalen, werkplaatsen, bureaus.
| |
Produktplanning
Produktplanning veronderstelt ontwerpen van specifieke produkten voor specifieke markten van vandaag en vooral van morgen. Eigen bewuste en konsekwente produktieplanning moet onttrokken worden aan diegenen die gebonden zijn aan de dagelijkse sleur van het produceren en verkopen. Grote bedrijven kunnen zich een eigen ontwerpbureau veroorloven. Kleinere ondernemingen kunnen beroep doen op zelfstandige ontwerpers of ontwerpbureaus. Hoe dan ook, het scheppen van een eigen persoonlijke produktie heeft verschillende belangrijke voordelen.
Het laat toe zelf zijn markt te kiezen zowel met verbruiksgoederen als met toeleveringsproduktie. Een zelfgekozen markt voor verbruiksgoederen kan beantwoorden aan een behoefte die te gering is om grootbedrijven te interesseren en aldus de konkurrentie van deze laatste en hun prijzenpolitiek gebaseerd op enorme series ontwijken.
Het laat toe, na beslissing van de bedrijfsleiding en produktiebeheer, betreffende de aard, het kwaliteitsniveau en de serie, systematisch aan specialisatie, simplifikatie en standardisatie te doen.
Toevlucht tot Industriële Vormgeving in een geest van specialisatie, simplifikatie en standardisatie, verwezenlijkt kontinuïteit in het produktiebeheer die zowel op het vlak van de produktiviteit als op dat van de personalisatie van produkten en firma renderend is.
| |
| |
Snoeischaren. Design: Chadwick, ARIBA, ARCA, FSIA.
| |
Produktpresentatie
De technische mogelijkheden zijn heden ten dage zo sterk ontwikkeld en zo algemeen verspreid dat het verwezenlijken van een kwaliteitsprodukt geen uitzonderlijke problemen meer stelt. Vormgeving kan aan dat produkt, benevens de technische hoedanigheden, dié formele kwaliteiten verzekeren die het ‘in het oog vallend’ maken. Nu is het algemeen gekend dat de visuele verkoopargumenten zeer sterk zijn. Zij winnen daarenboven met de dag aan belang naarmate de distributie evolueert naar zelfbediening. De eigen aantrekkings- en visuele kommunikatiekracht van het produkt is dus uiterst belangrijk. Het moet in staat zijn zich zelf te verkopen. Vele produkten echter worden verkocht onder verpakking. Sommige, zoals eetwaren, smeerolie, zelfs tabak en ontelbare andere, lenen zich ten andere niet tot eigen vormgeving. In dat geval is de verpakking het verkoopargument. Daarom ook is de verpakking haar oorspronkelijke, beperkte rol van beschermen van inhoud en gebruiker, of van transportmiddel voorbijgestreefd. Dit zijn de technische funkties van de verpakking. Verpakking is daarenboven kommunikatie en verkoopargumentatie geworden.
| |
House-Style
‘Onbekend is onbemind’ is een oude waarheid die ook toepasselijk is op industrieel en kommercieel vlak. De snelle ontwikkeling van de kommunikatie-techniek en het enorme aantal kommunikatiemedia voor voorlichting en reklame, hebben de sollicitaties waaraan elkeen van ons blootgesteld wordt op kwasi onbeperkte wijze vermenigvuldigd. In deze omstandigheden zal wel niemand betwijfelen dat personalisatie van produkt en bedrijf een zeer efficiënt hulpmiddel is voor de kommunikatie met de buitenwereld, met de klant.
Deze personalisatie is echter niet alleen verworven door een typische vormgeving aan het produkt. Er moet benevens het produkt evenveel aandacht besteed worden aan de andere uitingen en manifestaties-naar-buiten van het bedrijf: architektuur en inplanting van het bedrijf, ontvangstzalen, expositie-stands, vervoermiddelen, grafiek in briefpapier, fakturen, reklamefolders, enz... Wereldgekende firma's hebben zodanig wat de Hollandse publicist Jan Van Keulen noemt, ‘een eigen uiterlijke afspiegeling van niveau’ verworven, met de even gekende kommerciële gevolgen van dien.
Er is een domein waar alle ondernemingen, zonder meldingwaardige kosten, een eerste zeer belangrijke stap kunnen doen in de richting van het verwerven van een eigen ‘gezicht’, namelijk het grafisch domein. Elk bedrijf moet noodzakelijkerwijze over briefhoofdingen, prospektiefolders en allerhande interne dokumenten beschikken. Vele hebben tevens een ‘embleem’ of kenteken. Het zijn echter uitzonderingen die eraan denken dat de duidelijkheid, de verstaanbaarheid, de herkenningskracht ervan door derden, een uiterst belangrijke rol kan spelen. Een onduidelijke en verwarde belettering, een ouderwets uitzicht, kunnen een even verwarde en ouderwetse mening doen ontstaan over de firma zelf. De kostprijs van een studie van de grafische behoeften van een bedrijf is onbeduidend, vergeleken bij de totale kostprijs van een werkmiddel dat in alle geval moet voorhanden zijn.
Deze beschouwingen brengen ons tot de vaststelling dat de eerste ‘vormgever’ van het bedrijf, de bedrijfsleider zelf is. Hij is het die moet besluiten of hij, ja dan nee, wenst rekening te houden met de plus-waarde van de hierboven genoemde ‘uiterlijke afspiegeling van niveau’, met de noodzaak aan personalisatie, met de algemene tendens die vooral blijkt uit de vormgeving van de steeds menigvuldiger buitenlandse produkten die op de markt komen en de steeds talrijker buitenlandse firma's die zich in België inplanten.
In de eerste en laatste instantie is industriële vormgeving een kwestie van bewustwording en aanpak door de bedrijfsleider zelf. Hij moet weten ‘waarom’ en de uitvoering toevertrouwen aan iemand die weet ‘hoe’.
| |
| |
Op deze bladzijde en hiernaast brengen wij een uitstekend voorbeeld van wat I.D. in feite vermag, ook in openbare dienst.
Drie beelden van het Branch Post Office, South Molton Street, Londen W. 1. Hierboven het postkantoor zoals het was vóór de wijzigingen. Hiernaast, boven: een algemeen gezicht op het nieuwe interieur en, onderaan: de telefooncellen in hetzelfde kantoor. Ook in Vlaanderen wachten tientallen postkantoren op een designer...
| |
| |
| |
| |
| |
Industriële Vormgeving ook en vooral Overheidstaak
In het kader van de ekonomische programmatie, van de industriële rekonversie der produktie van halffabrikaten naar deze van konsumptiegoederen en van de onontbeerlijke aanpassing van de Belgische nijverheid aan de grote markten, is het ontbreken, en erger nog, het negeren van een systematische design-politiek, ondenkbaar.
Verscherpte, internationale konkurrentie kan stimulerend werken, voor zover men met gelijke wapens strijdt. Het belang dat de andere regeringen hechten aan een van staatswege gepromoveerde design-politiek, wordt verder uitvoerig besproken. De steun die de meeste regeringen verlenen aan officiële promotieorganen is zo omvangrijk dat de Belgische industrie niet langer onverschillig kan blijven en zich verplicht zal zien vroeg of laat de vraag te stellen: Kan onze ekonomie het zonder nationale politiek van Industriële Vormgeving blijven stellen?
Een nationale politiek van Industriële Vormgeving is inderdaad een ekonomische noodzaak.
Er wordt, maar dan verkeerdelijk, beweerd dat Industriële Vormgeving uitsluitend privaatzaak is. Is het wel aangewezen dat de privé-sektor alleen de design-politiek voor België in handen zou hebben? Is het aangewezen dat de officiële instanties niet over de mogelijkheid beschikken die politiek te koördineren, een nationale eigen aard van de produktie na te streven, en zelf, in eigen overheidsdiensten, aan Industriële Vormgeving te doen?
Er wordt ten slotte veel gesproken over ‘politique concertée’, over de noodzaak van een dialoog tussen regering en bevolking.
De meeste regeringen spannen zich dan ook in om ‘dichter bij de bevolking te komen’.
Van zeer groot, maar vaak over het hoofd gezien, belang zijn hiertoe het uitzicht, de duidelijkheid, de kommunikatiekracht, de gemakkelijke bruikbaarheid, de ‘afspiegeling van niveau’ van de officiële dokumenten en geschriften en van alle openbare uitrustingen: publiek vervoer, straatnaamplaten, wegensignalisatie, postkantoren, openbare verlichting, speelpleinen, enz...
Een land heeft evenveel of meer noodzaak aan ‘uiterlijke afspiegeling van niveau’ dan een firma. En deze afspiegeling van niveau heeft niet alleen gunstige gevolgen voor de versoepeling van de dialoog regering-bevolking maar kan, indien systematisch doorgevoerd, aan gans het land een nationaal prestige verzekeren, waarvan de gunstige gevolgen op gelijk welk vlak niet te loochenen zijn.
Elke regering heeft verder eigen verantwoordelijkheid in het kader van haar eigen diensten, en dit zowel om redenen van produktiviteit, besparing en ergonomie als uit sociaal en kultureel standpunt en dit ten overstaan van zowat 400.000 werknemers.
Om al deze redenen draagt de regering ook op het vlak van de industriële vormgeving een welbepaalde verantwoordelijkheid, vooral dan wat de eerste impuls en de verspreiding betreft.
| |
Stand van zaken in België
Elke situatie is relatief. Gezien de ver-internationalisering van industrie en handel is het van belang de stand van zaken in eigen land te beoordelen in vergelijking met, niet alleen de onmiddellijke buurlanden en konkurrenten, maar met die gewesten, die zich koortsachtig voorbereiden om in het internationaal ekonomisch strijdperk een belangrijke en ten andere voor hun levensstandaard en hun sociaal en politiek evenwicht onontbeerlijke rol te spelen. Men mag dan ook wel spreken van achter-stand van zaken. Ziehier enkele feiten ter appreciatie:
Groot-Brittanje: in 1944, gedurende de tweede wereldoorlog, vindt de regering tijd, geld en personen om een nationaal instituut op te richten. Jaarlijkse toelage die schommelt tussen 33 en 38 miljoen B.F. en die in 1964 op meer dan 48.000.000 B.F. is gebracht. Merkwaardige realisaties in het domein van Post, drukwerk van de overheid, treinvervoer, straatmeubilair, enz. De Engelse Council of Industrial Design beschikt over 200 vaste personeelsleden en een begroting van meer dan 100 miljoen B.F. India: de Indische regering heeft besloten, met de hulp van de Ford Foundation, een nationaal design-instituut op te richten om de problemen die voortvloeien uit de industrialisatie van Indië het hoofd te bieden.
C.I.D.E. (Centro de Investigation del Designo Industrial) is opgericht in december 1962 onder de bescherming van het Nationaal Instituut voor Industriële Technologie. Pakistan: de Beheerraad van het Instituut voor Industriële Vormgeving bestaat uit zes leden van de regering (Ministeries van Nijverheid, Handel en Financiën en Nationaal College voor Kunst en Design) en elf vertegenwoordigers van nijverheid en handel.
Thailand: Designonderwijs aan de universiteit van Ghulalongkorn.
Rusland: het Staatscomité van de Sovjetunie voor de Koördinatie van de Wetenschappelijke Opzoekingen heeft onlangs een Instituut opgericht onder de benaming ‘All-Union Scientific Research Institute of Industrial Design’. Een centraal opzoekingsbureau werd te Moskou geopend. Van dit bureau hangen zes andere bureaus af, die opgericht werden in de provincie van Baku, Kiev, Tiflis, Sverdlovsk, Leningrad en Karkov.
Hongarije: de Hongaarse Akademie voor Toegepaste Kunsten omvat een fakulteit ‘Industrial Design’, evenals een
| |
| |
1 Quanta
2 Divisumma 24
3 Multisumma 24 G.T.
4 Boekhoudmachine Audit
5 Faktureermachine Mercator 500
De dingen die ons omringen... Reken- en boekhoudmachines van Olivetti.
fakulteit ‘Textile Design’. De studies duren vijf jaar. De regering vertrouwde het ontwerpen van geartikuleerde trams en de inrichting van een sanatorium aan designers toe. Bulgarije: de Bulgaarse regering heeft besloten een Raad voor Industrial Design in het kader van het Staatskomitee voor wetenschap en technische vooruitgang op te richten. Oost-Duitsland: bij een besluit van 6 november 1963, werd het Instituut voor toegepaste kunst van Oost-Berlijn veranderd in het ‘Centraal Instituut voor Industriële Vormgeving’, met het doel de toepassing van de vormgeving in de industrie te versterken.
| |
Knelpunten in België
Op overheidsvlak
Tot voor korte tijd was het standpunt van de overheid: aangezien de industrie beneficieert van de industriële vormgeving als hulptechniek in het produktieproces, moet zij zelf de lasten van de promotie ervan dragen. Dit is klaarblijkelijk een ‘cercle vicieux’. Inderdaad, zolang de industrie niet voldoende over de mogelijkheden van industriële vormgeving ingelicht is, kan zij nut en noodzaak ervan niet inzien en is er van haar natuurlijk geen financiële inspanning ter zake te verwachten. Het is dan ook zonder twijfel overheidstaak de oorspronkelijke, voorafgaande impuls te geven. Daarenboven is de opvatting als zou industriële vormgeving alleen de industrie ten goede komen, niet alleen beperkend maar onjuist.
| |
In de privaatsektor
Hier is nog een zeer brede miskenning te bespeuren van de werkelijke inhoud van de industriële vormgeving. Het gebrek aan afdoende voorlichting is zeker één der redenen hiervan.
Anderzijds was de Belgische industrie tot voor korte tijd in hoofdzaak afgesteld op semi-afgewerkte produkten waarbij vormgeving minder te pas komt. Deze toestand evolueert echter zeer vlug.
| |
Tekenen van kentering
De dwang van de feiten is echter zo sterk dat zich sedert korte tijd een kentering ten gunste opgedrongen heeft. België beschikt nu over twee promotie-instellingen die o.a. over overheidssteun beschikken het Instituut voor Industriële Vormgeving en het Design Centre. Het Instituut voor Industriële Vormgeving is een vereniging zonder winstgevend doel gesticht in 1956. Zijn doelstelling: promotie van de idee en diffusie van de discipline Industriële Vormgeving.
| |
| |
Het beschikt over een dokumentatiecentrum dat volgend materiaal ter beschikking stelt:
bibliotheek waarin al de basiswerken over industriële vormgeving voorkomen en een 40-tal gespecialiseerde internationale tijdschriften;
een uitvoerige dokumentatie over de ontwerpers-leden; een kaartenstel waarin alle belangrijke gegevens gerepertorieerd en regelmatig aangevuld worden.
Het Instituut geeft verder twee publikaties uit. Ten eerste ‘Infor-Design’, een informatieblad voor de leden dat hoofdzakelijk gespecialiseerde voorlichting geeft over alle gebeurtenissen, realisaties, studies, op het vlak van de industriële vormgeving, en over de aktiviteiten van het Instituut, alsook bibliografie ter zake. Ten tweede, de ‘Berichten’ bestemd voor out-siders, overheids- en informatiemiddens. Naast het Instituut voor Industriële Vormgeving bestaat er een Design Centre waarover méér, elders in dit nummer.
| |
Besluit
Er is niettegenstaande deze kentering in België een dringende behoefte aan een snelle veralgemening van de nog versnipperde bewustwording aangaande nut en noodzaak van industriële vormgeving.
Deze noodzaak is vooral scherp op het vlak van de bestaande maar over onvoldoende middelen beschikkende promotie-organismen, op dat van het onderwijs en tevens in het domein van de openbare uitrustingen waarvan de verantwoordelijken de draagwijdte van hun beslissingen onvoldoende inzien; hun beslissingen treffen niet alleen de ganse bevolking maar dat voor soms onbeperkte tijd en voor generaties.
En, last but not least, de informatiemiddens, pers, radio en televisie, die over de middelen beschikken om het groot publiek wakker te schudden en genoemde bewustwording te versnellen ten bate van onze ekonomie, ons sociaal en kultureel niveau en ons nationaal prestige.
Hubert De Sy
Directeur van het Instituut voor Industriële Vormgeving.
Studio 44
Lettera 32
Tekne 3
Diaspron 82
Schrijfmachines Olivetti
| |
Het dokumentatiecentrum van het instituut voor industriele vormgeving Dit centrum biedt u.o.a.:
1. | tweehonderdvijftig werken over de verschillende ekonomische, sociale en kulturele aspekten van de Industriële Vormgeving. |
2. | Een veertigtal gespecialiseerde tijdschriften. |
Alle dokumentatie staat gratis ter beschikking van de leden van het Instituut voor industriële Vormgeving. Zij worden op aanvraag aan huis verstuurd ter inzage.
|
|