gelijke voorlezingen een ‘vermakelijkheid’ zijn en daarom mooten getaxeerd worden. De kroegbazen en de poëten protesteren en spreken van sabotage van de kunst met een hoofdletter. Dikwijls eindigen deze conflicten voor een tribunaal en meestal zijn de rechters genadig.
Niemand kan berekenen hoeveel geniale gedichten, romans of composities er in de Village worden voortgebracht. O'Neill heeft er destijds zijn eerste toneelstukken geproduceerd en het is stellig dat vele begaafde kunstenaars van uit de Village hun vlucht hebben genomen, want het werkelijke bewijs van succes is, dat de schrijver of schilder het zó ver brengt, dat hij de Village kan verlaten en hoger op kan gaan wonen in een meer bourgeoise buurt.
Als intellectueel milieu speelt de Village zeker een zeer verdienstelijke rol. Het is daar dat avant-garde toneel kan vertoond worden. Beckett, de Ghelderode, Brecht, zijn er huisgoden. Toneelstukken, die in Broadway het slechts drie weken volhouden, worden daar soms jarenlang gespeeld. Huis-clos van Sartre dat viel als een baksteen in een elegant theater van Times Square, speelde meer dan een jaar in de Village en het Dreigroschen-oper, met Lotte Lenya die het creëerde in Duitsland, hield het hier meer dan acht jaar vol. Het is ook in de Village dat Dylon Thomas aan zijn alcoholisch einde kwam.
De zondagnamiddag is Washington Square druk bevolkt, dan komen van heinde en ver groepjes jonge lui afgezakt uit de Bronx en Brooklyn om rond de centrale waterpartij en op het gazon mandoline of guitaar te spelen en volksliederen te zingen, en tweemaal per jaar wordt er op en rond de Square een ‘foire aux croûtes’ georganiseerd, waar men soms werkelijk verdienstelijke doeken en beeldhouwwerken te zien krijgt. Deze exposities in openlucht geven een uitstekend criterium voor de tendens der plastische kunst. Aan de ene kant ziet men er de permanente motieven: danseressen, clowns, biddende rabbijnen, portretten van Einstein of van de Paus. Daarnaast zijn de zondagsschilders vertegenwoordigd met ‘sous-bois’ en marines, maar dan zijn er ook de avant-garde schilders, die het éne jaar surrealistisch getint zijn, dan weer abstract. Deze tendens is duidelijk aan het verzwakken in de laatste jaren.
Men zegt soms van een of andere Amerikaanse stad: ‘It is not a state, it is a state of mind’. Dat kan men van de Village ook zeggen. Wie er wonen en leven zijn overtuigd, dat ze op een eiland verblijven, omringd door bourgeois en philisters. Zij die - door succes bekroond - het verlaten hebben, denken er aan terug met nostalgie en vertedering, want de Village is het symbool der vrije jeugd, het symbool van een leven zonder berekening en zonder veel zorgen.
Mamix Gijsen
The Mews, bij Washington Square. Vroeger stallingen, nu zeer gezochte woonhuizen.
Foto Jan Yoors, New York.