Alleenlijk tijdens de vakantiedagen verbleef André bij ons thuis en dan moest hij nog onder vaders schrandere leiding acht uren daags studeren. Toch gebeurde het wel eens, dat mijn broer vrijaf kreeg en zich dan met ons aan het spel kon begeven. Hij was uiterst eenvoudig, levenslustig, en beminnelijk, hield veel van grappen en kon soms moppen vertellen aan de lopende band. Nooit sprak hij met ons over zijn studies, noch over zijn successen en als wij het waagden te vragen ‘André, speel eens op de piano?’, dan ging hij al lachend naar zijn klavier en vertolkte 't een of 't ander straatliedje, met al de mogelijke bewegingen, die een grappenmaker kan maken. Doch wanneer hij terug ter studie ging, was hij zoals vader, zeer streng tegenover ons.
Vader leefde zeer teruggetrokken; sedert de vroege dood van moeder voelde hij zich eenzaam en vertoefde altijd in zijn studeerkamer, waar hij af en toe klavier speelde. 's Morgens waren het meest gammen of andere studies ter oefening. 's Avonds hoorden wij het meest Beethoven, Wagner, List en Bach. Hij was zeer gewaardigd als orgelist en vooral als Bach-vertolker, niet alleen te Kortrijk, doch eveneens te Brussel en in het Vlaamse landgedeelte. De successen van André waren talrijk, vaak trad hij op in zijn geboortestad, in het Kursaal te Oostende, te Ieper, Verviers, Leuven, Doornik enz. In al deze steden boekte hij grote bijval, doch hij bleef nederig en minzaam, en al werkende, ging hij volhoudend de toekomst met veel vreugde te gemoet.
Te Kortrijk was hij door iedereen bemind en zeer geacht om zijn eenvoud en lieftalligheid. Een comité André De Vaere werd in het leven geroepen onder voorzitterschap van de organist R. De Bo, welke tot doel had de jonge virtuoos te steunen en meer bekend te maken in den lande. Nu en dan gebeurde het wel eens dat in het vaderlijk huis muziekavonden werden ingericht, waaraan verscheidene bekende musici der provincie deelnamen. Ondermeer ontmoetten wij de talentvolle violist, Godfried De Vreese, die zeer dikwijls met André samen musiceerde en die dan later benoemd werd tot Directeur van het Conservatorium te Mechelen. En zo was ons huis een centrum van kunst en muziek.
Op de programma's van zijn recitals vinden wij vooral Chopin, List, Beethoven, Bach en later de impressionist De Bussy, die André, volgens de critici, zowel wat de techniek als de stijl betreft met een buitengewone begaafdheid interpreteerde.
Zo volgden de successen te Oostende, te Ieper, te Leuven, en in veel andere steden, elkaar op.
Als toondichter was hij nog een debutant, hij schreef enkele liederen op franstalige teksten, zoals ‘La lettre’, ‘La plainte’ en enkele andere. Doch het beste dat wij van hem kregen, was een Prelude en Fugen voor orgel, opgedragen aan zijn professor Edgard Tinel.
De vreselijke oorlog 1914-1918 maakte een einde aan de muzikale loopbaan van de nog zo jonge virtuoos. Hij werd ingelijfd in het Belgisch leger en moest naar het front. Hij maakte de aftocht mede tot aan de IJzervlakte, waar hij zijn strijdmakkers vervoegde tot in de eerste linies. Weinig of geen nieuws over de strijd aan het front kon ons bereiken: veel later zijn enkele brieven aan zijn familie en vrienden aan het daglicht gekomen, waarin hij de ellende, de moeilijkheden, de onmenselijke behandelingen beschreef: De beesten zijn beter behandeld dan wij. Hier telt men geen mannen, maar de geweren... Een opeenstapelen van uitingen van droefheid, hetgeen te begrijpen was. Hij was vooral geen jongen om in het slijk te moorden of te zien sterven. Hij die van in zijn jeugdige jaren succes boekte aan zijn zingend klavier, zo schreef Robert Gillon, voorzitter van het Senaat, in een kleine levensschets, als slot van zijn beschouwingen, ‘hij was een kleine soldaat en een groot kunstenaar’.
De fatale dag kwam meedogenloos, een voltreffer raakte zijn teer en tenger lichaam, André viel ten gronde zeer zwaar gekwetst; brancardiers voerden de bloedende soldaat met de meeste spoed naar het hospitaal te Kales. Na een paar dagen gaf hij de geest, verlaten van zijn familie, zijn vrienden en bewonderaars.
In 1915 kwam een politie-officier de dood van André officieel aan vader melden en zo was dit het einde van een jong, en succesrijk kunstenaarsleven.
Te Kales rust hij. Als grafschrift staat gebeiteld: André De Vaere, Klaviervirtuoos, Gesneuveld te St.-Joris aan de IJzer, 14 november 1914. Zijn geboortestad heeft de jonge virtuoos vereeuwigd door een bronzen gedenkplaat aan te brengen met zijn beeltenis, spelend op het klavier, in de wandelgang van de stedelijke schouwburg te Kortrijk. Een blijvende herinnering voor het nageslacht en voor heel de Kortrijkse bevolking.
Tony De Vaere