De vooruitstrevende fotografie en de jongeren
De foto's, gepubliceerd op pag. 205-210, zijn een selectie uit de bekroonde beelden van de Nationale Fotowedstrijd voor de Jeugd 1963.
(Gevapan Gevaert-film)
De oude strijdvraag of de fotografie werkelijk kunst is, zal vermoedelijk nooit verdwijnen. En ik weet nu eenmaal niet of ik dit moet betreuren, inachtgenomen de vruchtbare, zelfkritische spanning, die voor de fotografie voortvloeit uit deze vraagstelling.
In de loop van de jaren, tijdens dewelke ik onderwijs gaf, ben ik er noodzakelijkerwijze toe gekomen het onderricht in te delen in ‘toegepaste’ en ‘vrije’ fotografie. In het gebruik van deze begrippen ligt evenwel geen waardemaatstaf besloten, zoals ik trouwens steeds opnieuw benadrukken moet.
Net zoals architectonische werken of industrial design meer scheppend en groter kunnen zijn dan de zogenaamde ‘vrije kunst’ (bv. schilderen, beeldhouwen), zo kunnen ook de resultaten van de toegepaste fotografie - bv. in de illustratie- of modefotografie (en ik denk hierbij aan Irvin Penn) - volmaakter zijn dan veel getuigenissen van de vrije fotografie. Want steeds is de persoonlijkheid van de ideeëndrager doorslaggevend. Een groot schilder blijft een groot kunstenaar, ook wanneer hij zich op het terrein van de toegepaste kunst begeeft.
Bij de keuze van beroepsfotografen, d.w.z. reeds bij het uitkiezen van mijn leerlingen, ben ik verplicht hun begaafdheid als kunstenaar en als technicus voorop te stellen. Of wij nu fotoplakaten ontwerpen, ons bezighouden met collages, portretten of architectuur-opnamen, steeds en in elk geval hebben wij mensen met kunstzin nodig. En vermits het nu eenmaal een ‘machientje’ is, waarmee wij werken, moeten deze mensen ook technisch begaafd zijn.
Naast het lopende, laten wij zeggen reglementaire schoolwerk, bekoort steeds weer het kunstexperiment; de nieuwe aanwending van bekende of zelfgevonden fototechnische en fotochemische precédés oefent op de leerling een fascinerende aantrekkingskracht uit. Op deze wijze worden middelen en wegen gevonden om bepaalde, gloednieuwe fotografische terreinen te ontsluiten. Een leerling vond bij voorbeeld een bijzondere toepassing van het Callier-effect in het vergrotingsapparaat, hetgeen tot kristalheldere, bijna overscherpe afdrukken leidde. Er vallen tal van voorbeelden aan te halen van experimenten, waarbij, door het juiste richten van kunstvaardige en technische begaafdheid, foto's ontstonden met een zeer persoonlijk handschrift.
Het is uiteraard evenwel niet gemakkelijk jonge mensen tot ongedwongen, intuïtieve arbeid te brengen, daar wegens de eenzijdig logische scholing in de opvoeding, die de beroepsstudie voorafgaat, vaak de ‘zien-kracht’ onderontwikkeld is. Men is dus verplicht hen aan te sporen om zonder terughoudendheid alle fotografische registers open te trekken, die ze in atelier en laboratorium aantreffen, want de mogelijkheden van het fotografisch experiment zijn nog lang niet uitgeput. De in deze zin bedoelde vooruitstrevende foto heeft reeds lang haar bestaansrecht bewezen, vermits de veeleisende publiciteitsfotografie - net zoals de gebruiksgrafiek - eveneens aanspraken doet op het magische element uit de moderne schilderkunst.