West-Vlaanderen. Jaargang 13
(1964)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 208]
| |||||||||||||||
Schoolfotografie: functie van hogere levenswaardeOngetwijfeld is de fotografie een nieuwe en belangrijke factor geworden in het moderne leven. Elke pedagogie blijft in gebreke indien zij zich niet steeds aan de nieuwe noodwendigheden aanpast. Deze bijdrage wenst een betoog te zijn om op de verantwoordelijkheid te wijzen van degenen die het belang van de schoolfotografie nog niet hebben ingezien. | |||||||||||||||
Schoolfotografie een economische noodwendigheidIn ons land is schoolfotografie alleen reeds om een economische noodwendigheid verantwoord. Wij bedoelen hier natuurlijk de noodwendigheid van onze nationale fotoindustrie, op de eerste plaats de ‘Gevaert fotoproducten’ maar ook alle nationale bedrijven die met de fotografie in betrekking staan. Wij begaan maar al te dikwijls de dwaasheid onze eigen waardeGa naar eind1 te onderschatten en niet in te zien dat de economische uitbouw op onze bodem als een nationaal Patrimonium moet beschouwd worden, waarvan wij de vooruitgang eerder dienen te bevorderen dan door een ondoordachte critiek te vernietigen. Zelfs indien wij de evolutie van onze nationale economie op Europees formaat en waarom ook niet op wereldformaat zouden wensen, dan blijft het nog altijd een creatie van eigen bodem en volk, iets van ons zelf, een prestatie van eigen denken en eigen energie. | |||||||||||||||
Schoolfotografie functie van hogere levenswaardeMaar de schoolfotografie heeft op de eerste plaats een geestelijke waarde. De tijd waarin de fotografie zich beperkte tot het nemen van ‘kiekjes’ gaat voorbij en het fotografisch beeld of liever het filmbeeld onder al zijn vormen, dient een nieuwe culturele waarde in ons pedagogisch systeem te verwerven. Tot heden was ons onderwijs hoofdzakelijk afgestemd op het woordsymbool als expressiemiddel van geestelijke waarden; het plastisch beeld en het klankbeeld hadden ook wel burgerrecht verworven. Maar het filmbeeld bleek slechts documentaire waarde te bezitten als illustrerend en aanschouwelijk hulpmiddel voor de andere disciplines. Dit kunnen wij nog aanvaarden voor de natuurwetenschappen en voor de geschiedenis, maar met de uitbreiding van de bioscoop en vooral van de televisie in de huiskring komt men stilaan tot het besef dat het filmbeeld een geestelijke waarde sui generis bezit. Wij weten maar al te wel hoe moeilijk het is de diepten van ons innerlijk leven te peilen en mede te delen, door te dringen tot het onderbewuste, filosofische en religieuze waarden uit te drukken, de structuur van Leven en Kosmos in een duidelijke visie te vatten. De wetenschappelijke psychanalyse maakt slechts traag vorderingen, de symbolistische, surrealistische en existentialistische stromingen die zich bewust zijn geworden dat de taak van de kun- | |||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||
stenaar hoofdzakelijk erin bestaat de innerlijke rijkdom van de mens uit te drukken, moeten zich meestal beperken tot woordbeelden die slechts een suggestie zijn van het intuïtieve denken, terwijl het discursieve denken in klare taal uitgedrukt kan worden. Derhalve vragen wij ons af of het filmbeeld dat een veel directer begrijpen toelaat, niet zou kunnen bijdragen om op zich zelf of eventueel in verband met woordbeelden een bewuster begrijpen van ons zieleleven en van de zin van ons bestaan mede te brengen. Hebben wij daarvan niet een prachtig voorbeeld in het aangrijpend werk van Edward Steichen: ‘The Family of Man’Ga naar eind2, waar de verzameling foto's gekoppeld aan zeer korte maar typerende en diepzinnige woordbeelden nieuwe horizonten opent voor onze levensvisie en ons gevoel en streven helpt bepalen. Hiermede hebben wij onze zienswijze aangaande schoolfotografie vastgelegd. Wij hebben wel een korte leidraad voor onze schoolfotoclub uitgegevenGa naar eind3, waar wij de gebruikelijke klassieke regels (van het licht, van de sterke punten, van de lijnen e.a.) eerst hebben vermeld, gevolgd daarna door die van de expressieve waarde. Ook zijn het deze regels die wij in de critische ontledingen van kenschetsende diapositieven (meestal zwart-wit) eerst trachten te doen vinden. Maar hoe verveelt het ons ten slotte deze regels steeds te moeten herhalen; wij voelen wel dat wij hiermede nog maar een primair niveau van kunstgenot bereikenGa naar eind4, en dat de werkelijke waarde van het filmbeeld ligt in zijn expressieve waarde in betrekking tot de zin van ons bestaan. Indien wij de fotografie zo opvatten, dan is het duidelijk, dat zij op de school een ruimere plaatsdient in te nemen samen met literatuur, geschiedenis, godsdienst en zedenleer, waar ook dezelfde problemen behandeld worden. Het leven is een open vraag voor de jeugd, meestal is het kind zelf niet bewust van de waarde van het leven: erfelijk belast met allerhande dwangvoorstellingen of strevingen die uit het onderbewuste opdoemen, vooral bepaald door de affectieve factor van lust en onlust, misschien niet eens gesublimeerd door een traditie van huize uit, ondergaat het dikwijls de roes van het moderne milieu zonder deze bewust te beheersen. Het ontleden van expressieve foto's, maar ook het beoefenen van de fotografie waardoor de jeugd leert zelf een visie op het leven rondom zich te vormen en meteen zichzelf, zijn eigen readies leert ontdekken, moet ongetwijfeld er toe bijdragen om de waarden van het leven te helpen bepalen, de prijs van het Leven te schatten. Schoolfotografie is derhalve op uitmuntende wijze functie van hogere levenswaarde. | |||||||||||||||
Toepassing van de schoolfotografieHet zou een vrome wens zijn eens te meer het budget van onze nationale opvoeding te verzwaren door de foto- | |||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||
grafie als een afzonderlijk leervak in te voeren. Wel blijkt dit een noodzakelijkheid te zijn in het technisch onderwijs. In het ander onderwijs zou men zich kunnen beperken tot het inschakelen van de fotografische techniek in de natuurkunde en de scheikunde en de culturele aspecten van het filmbeeld door de leraren tekenen (esthetische techniek)Ga naar eind5, godsdienst, zedenleer, talen en geschiedenis (stromingen en zin van het filmbeeld) te laten behandelen. Wij hopen reeds met dit betoog bij onze collega's belangstelling voor de enorme culturele betekenis van het filmbeeld opgewekt te hebben en hen aangespoord te hebben om het filmbeeld in de mate van het mogelijke met het woordbeeld te verbinden. De technische oefeningen in het fotograferen kan men best behandelen in een schoolfotoclub, ofwel in de school zelf, ofwel extra muros, maar steeds onder leiding van een opvoeder en niet aangesloten bij een club van volwassenen of zelfs bij autonome jeugdclubs. Hierdoor verdwijnt het hobby-karakter en wordt het accent steeds gelegd op de opvoedende functie. Reeds gedurende de tweede wereldoorlog waren wij tot het besef gekomen dat er in ons traditioneel onderwijs een leemte was: wel wordt er veel wetenschap en literatuur in de enge zin van het woord gezien, maar minder levensvisie vooral op de aktualiteit. Hierdoor bleek de jeugd een gemakkelijke prooi te worden voor irrationele machten die de psychotechniek van de propaganda en van de beheersing der massa op groteske maar toch meesterlijke wijze hanteerden. Nu meer dan ooit is dit waar. Men spreekt van een crisis van de jeugd en men werpt die meestal terug op de ouders, kortom een crisis van de ouders. Wij geloven er niets van. De ouders zijn toch ook het produkt van een voorgaande pedagogie. Het is nog niet genoeg dat die arme ouders zo hun best doen om de kleuters in leven te houden en een eerlijk plaatsje in de maatschappij te veroveren, om ze dan te zien ontglippen in het complex van moderne invloeden dat in coëfficient steeds maar stijgt en waartegen zij meestal machteloos staan. Aan wie komt die beheersing van nieuwe toestanden toe? Wij antwoorden: aan de ‘Intelligenten’ die steeds hun opvoedingssysteem moeten opnieuw denken en naar middelen zoeken om de jeugd bewust te doen worden van de echte levenswaarden. Na lang experimenteren en mede onder het initiatief van de directie van de school, volgden wij het volgende plan in onze schoolfotoelub:
De geest is niet klassikaal, niet formalistisch maar wel familiaal, waardoor sympathie en vertrouwen bevorderd worden. Menige leerling, die de fotografie slechts als een hobby beschouwde, kwam tot ernstiger opvattingen.
Dr. Michel Boven
Fotoclub Koninklijk Atheneum, Oostende. |
|