Het Nationaal Centrum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen
De geschiedenis der wetenschappen is een tamelijk recente tak van het historisch onderzoek: tot voor kort leidde de beoefening ervan praktisch alleen tot resultaten in de Verenigde Staten (dank zij het pionierswerk van de uitgeweken Gentenaar George Sarton) en in de kommunistische landen. West-Europa had sinds de Tweede Wereldoorlog een behoorlijke achterstand, en is die slechts de laatste jaren beginnen inlopen. Dit geldt in het bijzonder ook voor ons land, waar het tot het einde der jaren vijftig geduurd heeft, voor van verschillende kanten initiatieven genomen werden. Eén dezer leidde tot de oprichting van het Nationaal Centrum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen.
Dit Centrum werd opgericht op 30 maart 1957, en op 22 april 1958 omgevormd tot een vereniging zonder winstgevend doel, waarvan de statuten op 5 juli 1958 in het Belgisch staatsblad verschenen.
De raad van beheer van het Centrum wordt voorgezeten door Ir. H. Michel. Beheerder-sekretaris is Dr. Antoine De Smet, adjunkt-konservator aan de Koninklijke Bibliotheek. Van de raad maken verder deel uit de heren M.A. Arnould, professor aan de Vrije Universiteit te Brussel, J. Gillis, ere-rector van de Rijksuniversiteit te Gent, J. Hoyoux, bibliothecaris aan de Rijksuniversiteit te Luik, H. Liebaers, hoofdkonservator van de Koninklijke Bibliotheek, kanunnik A. Rome, professor emeritus aan de Katholieke Universiteit te Leuven en mevrouw E. Sauvenier-Goffin, bibliothecaris aan de Rijksuniversiteit te Luik.
Als doel van het Centrum wordt in de statuten vermeld ‘het bevorderen van het onderzoek op het gebied van de geschiedenis der wetenschappen’. Meer in het bijzonder omvat het werkprogramma het opstellen van inventarissen van de onuitgegeven bronnen der wetenschapsgeschiedenis die zich in België bevinden (handschriften, drukwerken, archieven, briefwisseling, instrumenten, enz.). In het raam van dit programma verschenen reeds: de inventaris van de wetenschappelijke handschriften der Luikse Universiteitsbibliotheek, door J. Hoyoux (5 delen verschenen); de inventaris der wetenschappelijke drukwerken van dezelfde bibliotheek, door E. Sauvenir-Goffin (2 delen); en de inventaris van de in België bewaarde wetenschappelijke instrumenten, door W. Lemoine (2 delen). Verder bereidt Mevrouw L. Wellens-De Donder, wetenschappelijk navorser bij het Centrum, de inventaris voor van de briefwisseling van Adolphe Quetelet (2.500 korrespondenten!), terwijl schrijver dezes hoopt in de loop van dit jaar een eerste deel te publiceren van de inventaris der wetenschappelijke handschriften van de Koninklijke Bibliotheek.
Beheer en personeel van het Centrum publiceren ook regelmatig bijdragen in verschillende gespecialiseerde tijdschriften (artikels, boekbesprekingen, enz.). In het bijzonder moet hier gewezen worden op de studie van Dr. A. De Smet over de Leuvense periode van de grote kartograaf Gerard Mercator, oorspronkelijk verschenen als tijdschriftartikel, doch ook afzonderlijk uitgegeven door het Centrum. Ten slotte moet ook de bibliografische arbeid van het Centrum vermeld worden: sinds 1960 verzorgt het de publikatie van de halfjaarlijkse ‘Notes Bibliographiques’ van het ‘Comité Belge d'Histoire des Sciences’. Ook staat in de lokalen van de Koninklijke Bibliotheek van België - die nu reeds zes jaar een gastvrij onderkomen aan het Centrum biedt - een gespecialiseerde analytische en voortdurend aangevulde catalogus met meer dan 100.000 steekkaarten ter beschikking der navorsers die zich wensen toe te leggen op die laat tot ontwikkeling gekomen, doch zeer boeiende tak der historische studie: de geschiedenis der wetenschappen.
Roger Calcoen
Wetenschappelijk navorser bij het Nationaal Centrum voor de Geschiedenis van de Wetenschappen.
Het flight-center van de T.W.A. door Eero Saarinen.