Gewijde kunst
De voorbije jaargang van ‘Art d'Eglise’ bracht wederom vier uiterst verzorgde nummers. (Driemaandelijks, St.-Andriesabdij, Brugge 3, 1963, 31e Jrg., Abonn. 250 F, Gironr. 5543.80).
Het nr. 122 presenteert een paar kerken: het kerkje van Heer-Agimont bij Givet (Arch. Bastin en van Oost) uiterst economisch gebouwd en toch in zijn soberheid zeer mooi; St.-Paulus te Dielsdorf bij Zürich (Arch. J. Dahinden) uit beton en dennenhout, vooral dennenhout, met grillige bedaking. Verder wordt het interessante probleem van het Mariabeeld in de moderne kerk behandeld, met enkele voorbeelden van goede oplossingen; de auteur P. Theo Aerts meent dat nog geen ideale oplossing bestaat en dat elk geval afzonderlijk met de architect dient opgelost te worden. Wij hebben in West-Vlaanderen te veel voorbeelden van kerken, die door dwaze toevoegingen op eigen hand, verknoeid zijn om dit punt niet nadrukkelijk te onderlijnen.
De moderne Spaanse kerkbouw, die bij ons zeer weinig gekend is, maakt het onderwerp uit van nr. 123. Als tekenen van de esthetische vernieuwing wordt gewezen naar het retraitenhuis voor studenten te Madrid van J.L.F. del Amo, de parochiekerk van O.L.Vr. bekroning te Vitoria van M. Fisac, de kapel van de dam van Grado te Barbastro van R.V. Molezun en J. de la Mata, het heiligdom Virgen del Camino te Leon van F. Coello de Portugal O.P. met merkwaardig beeldhouwwerk van J.M. Subirachs. Andere beeldhouwers van belang zijn: Coomonte (een vlakkere, minder grillige, minder getormenteerde Bonduel) en J.L. Sanchez. Verder o.m. belangrijke gegevens over de renovatiebeweging van P. de Aguilar O.P.
Met nr. 124 blijven wij hoofdzakelijk in West-Vlaanderen: de kapel der zusters van Pittem te Brugge van Bonduel, de kloosterkapel van Werken van Jan Tanghe, de gastenkapel van Zevenkerken van Marc Dessauvage, het kerkje van Veurne-Nieuwstad van Arthur De Geyter. Van Prof. Felix toont men ons zijn kapel van het Antwerpse O.L. Vrouwcollege. Zeer mooie foto's o.m. van kunstfotograaf de Meester geven aan de werken een irreële schoonheid; de verklarende teksten komen van personen, die rechtstreeks bij het ontstaan der werken betrokken waren, wat de betrouwbaarheid der beschrijvingen ten goede komt.
Tenslotte keren wij met nr. 125 terug naar Spanje 1963: het klooster der Visitatie Turris Eburnea van Sierra de Cordova (R. de Lahoz), het beeldhouwwerk van L. Munoz te Aranzazu, het glas en beton van C. Munoz de Pablos, het schilder- en tekenwerk van J.V. Turcios met expressionistische inslag, het emailwerk van A. de Clavo en M. Mainar. Daarnaast enkele mooie voorbeelden van kunstsmeedwerk, o.m. rond Montserrat ontstaan en aansluitend bij de beweging van de Aguilar. Een kennisname met voor ons soms bevreemdende vormen, die het actuele met het typisch Spaanse weten te verbinden.
Het Cultureel maanblad voor Limburg De Tijdspiegel heeft zijn laatste nummer helemaal aan de moderne kerkbouw gewijd. (Red. A. Dusar, Prov. Cult. Dienst, Hasselt; Abonn. 125 F; Gironr. 1120.19).
Het nummer bestaat uit een zeer uitvoerige studie van Kan. Vander Donck en is goed geïllustreerd met een tiental typische bouwwerken. De auteur, die Secretaris is van het Diocesaan bureel voor Liturgie, bekijkt het probleem vooral vanuit het liturgische standpunt. Uitgaande van de totaal vernieuwde verschijning van het kerkgebouw, dat de moderne architecten hebben gebracht, pleit hij voor een nieuwe dispositie van de kerk. Hij benadrukt niet zozeer het estetische dan het functionele: het is de liturgische doelmatigheid van het gebouw die het beslissende element moet zijn bij het beoordelen van een kerk; hierbij sluit hij aan bij de vernieuwde visie over de liturgische functies, die in de laatste jaren gegroeid is. De auteur, die reeds meerdere waardevolle studies liet verschijnen over liturgie en ook aan dit nummer van ‘West-Vlaanderen’ zijn gewaardeerde medewerking schonk, brengt heel wat nieuwe ideeen; bovendien weet hij de stof in een voor iedereen begrijpelijke eenvoudige taal voor te stellen, wat niet de geringste zijner verdiensten is.
Vermelden wij nog dat de Provincie Limburg een eerste deel liet verschijnen van de beschrijvende inventaris der Limburgse kunstschatten. Het geldt een studie van P.W. Sangers O.S.C. en arch. M. Hendrickx ‘De Kerkschat van de Sint-Catharinakerk te Maaseik’, een der oudste en merkwaardigste ensembles van ons land, vooral wat het kunstsmeedwerk betreft. De reeks verschijnt onder de auspiciën van de Limburgse permanente deputatie en wordt beheerd door de Prov. Culturele dienst (dir.A. Dusar).
L'Architecture d'aujourd'hui, het groot Frans tweemaandelijks bouwkundig blad onder de dir. van A. Bloc, gaf in juli een speciaal nummer uit, gewijd aan de kerkelijke bouwkunst over de wereld, dat samengesteld werd door Danielle Valeix en Alex. Persitz. Wij mogen volstaan met een opsomming van de voornaamste behandelde kerken. Voor Frankrijk: Montrouge, Epinal, Saint-Cloud, Beauregard-Nancy, Colombes, O.L. Vr. van de Rozenkrans te Nantes, Maizières bij Metz, Verenigingskerk van Taizé, St. Rouin te Argonne, Corbeil-Essonnes, Marly-les-grandes-Terres, St. Lucas Brest, O.L. Vr. van Vrede te Tourcoing. Voor Duitsland: Luth. kerk van Klettham, Rielasingen, Leverkussen, Stuttgart, Duisburg (arch. Kallmeyer). Voor de Ver. St.: Air Forcekapel te Colorado Springs, Muskegon-Michigan, Rowayton-Connecticut, Garden Grove-California (Neutra), Saint-Louis kapel, Klooster van Palm Beach. Voor Engeland en de Commonwealth: Kathedraal van Coventry, New Norcia te Perth. Voor Finland: Hyvinkaa, Lauritsala en Orivesi. Verder: St. Pauls van Diesdorf (Zwitserland), Kathedraal van Tokio, Fasta (Zweden), De Ark te Amsterdam-Slotervaart, Kathedraal van Algiers, Luth. kerk van Effretikon (Zwitserland). Aansluitend hierbij worden ook een aantal heldenkerkhoven vooral uit de Oostelijke landen getoond.
Als algemene tendensen die in de hedendaagse kerkbouw, zij het niet terzelfdertijd, zich laten voelen citeert Persitz: Eenvoud (Lourdes), Grootsheid (Coventry), Plastische expressie, ‘Teken’ karakter. Functionalisme, Structuur. Op zijn geheel is de hedendaagse kerkbouw z.i. niet bevredigend, vooral omdat bouwheren en bouwcommissies te weinig bevoegd zijn. De keus is door de auteurs zo gedaan geworden, dat voorkeur schijnt te bestaan voor de meer grillige en ongewone vormen met eigentijds karakter, boven de vlakke orthogonale constructies zonder fantasie. Dit nummer is een uitstekende aanvulling bij de internationale nummers over kerkbouw van ‘West-Vlaanderen’ (sept. '55) en ‘Nieuwe Stemmen’ (oogst '61). De opgenomen gebouwen zijn immers zeer recent en tonen goed dat poëzie en verbeelding in de kerkbouw stilaan meer en meer hun rechten opeisen, zodat de doosjesarchitectuur erg begint te verouderen; sommige mensen in Vlaanderen zullen hun standpunten misschien dienen te herzien.
A.S.