[In memoriam Louis Sourie, vervolg]
Kunstenaarsverbond, waarvan gij stichtend lid waart, te betuigen.
Uw leven was werkelijk rijk gevuld. Naast uw dagelijkse zorg voor uw schoon gezin en uw dagelijkse plichtmatige arbeid volgden uw essays of andere literaire uitgaven elkaar op. Het heilig avontuur - Inleiding tot de geschiedenis van ‘Van nu en straks’ - Een essay over Stijn Streuvels, over Emiel Van Hemeldonck, Jozef Simons, Ernest Claes, Het Vlaams letterkundig lexicon. Daarnaast artikels en verhalend proza, waarin gij uw eigen hart uitdrukte, zoals in uw roman Het Hart van mijn Stad. Doch ook de jeugd boezemde U belang in en voor de Vlaamse jeugd en haar culturele opgang wildet gij uw beste krachten inspannen. Daarom o.a. gaaft gij in 1955 uw Albrecht Rodenbach uit. Ik citeer uit uw voorwoord:
‘Dichter en dramaturg, zal het werk van de geniale jongeling, in ruimte en tijd, het jonge geslacht blijven boeien, bekoren en leiden...
Dit essay wordt onze studerende jeugd aangeboden’.
Enkele jaren voordien reeds was Louis Sourie actief lid geworden van de vereniging Kunstenaars voor de jeugd, die er op aanstuurde de jeugd meer aan de kunst te interesseren en ten behoeve van deze jeugd te ijveren, opdat de kunstenaars naast hun andere creaties, werk zouden voortbrengen dat meer rechtstreeks voor de jongeren zou geschikt zijn en hen zou aanspreken, om deze op die wijze een ware artistieke opvoeding te geven.
Thans was hij ondervoorzitter geworden van deze vereniging. Haar voorzitter, de dichter Albe, in het buitenland vertoevende, heeft mij gevraagd hier tevens in naam van de Kunstenaars voor de Jeugd een laatste hulde te brengen aan hun geëerde en geliefde ondervoorzitter.
Hij is het geweest, die, in zijn vurig enthousiasme, de eerste proeven van prospectus heeft gemaakt om het nieuwe tijdschrift, waarvan hij droomde, aan te kondigen. Uit het kontakt van deze vereniging met een groep Westvlaamse vrienden, aanvankelijk bedoeld om een Westvlaamse afdeling van Kunstenaars voor de Jeugd op te richten, werd een ruimer plan geboren, namelijk de christelijk denkende kunstenaars van deze provincie in een verbond te groeperen, mede om, naast het behartigen van de beroepsbelangen, de spiritualistische en christelijke tradities te handhaven.
Op deze kontaktvergaderingen was onze vriend Louis Sourie één van de meest bezielende elementen. Ook voor het daarmede gepaard gaande stichten van een nieuw tijdschrift dat het orgaan van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond zou zijn, was Louis Sourie één van de meest stuwende krachten.
Het verbond werd gesticht in de abdij te Loppem op 20 oktober 1951 en het eerste nummer van het tijdschrift West-Vlaanderen verscheen in januari 1952.
Thans 10 jaar later, staan wij hier, leden van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, in houwe trouw aan het graf van deze idealistische en bezielende stichter. Goede vriend Louis, groot was uw ideaal, gij hebt gestreden en geleden in dienst van uw geliefde medemensen, in dienst van uw schoonheidsideaal, in dienst van Hem, die de Bronader is van alles wat goed en mooi en groots is.
Wij kunnen slechts povere woorden van piëteit stamelen en staan onthutst bij dat al te vroege heengaan van een goed mens en een ware, trouwe vriend.
Ga binnen in de vreugde uws Heren. Gij kunt met een gerust gemoed aan uw Heer zeggen: Heer, hier ben ik. Vijf talenten had Gij mij gegeven: Zie, Heer, nog vijf heb ik erbij gewonnen tot uw meerdere eer en glorie.
Vandaag herdenken wij het feest van de Heilige Lodewijk, uw patroon.
Uw naamfeest zult gij thans met eeuwige luister vieren in het gezelschap van Gods lieve engelen en heiligen..
Geachte Mevrouw Sourie, wij weten hoe dicht en hoe innig gij bij uw geëerde echtgenoot stond, hoe gij voor hem een sterke steun geweest zijt bij zijn werk, ook in de dagen dat het zwaar woog.
Wij hebben eerbied voor uw smart, doch voor U en voor uw kinderen is het de grootste troost te weten dat uw echtgenoot en vader met zijn groot en goed hart over U blijft waken hierboven.
Want wij weten immers dat voor uw gelovigen, o Heer, het leven slechts wordt verwisseld, niet weggenomen, en nadat het huis van dit aards verblijf is ontbonden, er in de hemel een eeuwige woonstede wordt verkregen.
Goede vriend Louis, gij hebt de goede strijd gestreden, gij leeft voort, niet alleen hierboven, bij de Bron van alle leven, doch ook in de harten van uw vrienden.
Rust in vrede.