anders, en de dingen krijgen een ander uitzicht, zelfs de klederdracht neemt nieuwe vormen aan. Succes, tegenslag, lijden, alles gaat nu liggen in nevel en stilte. De daden van voorheen worden iets dat heel ver is en heel schoon en dat verdient verder te leven in de poezie en de legende.
Filips de Goede, Groothertog van het Westen, een van de machtigste vorsten van zijn tijd, wilde de plechtigheid van zijn huwelijk bezegelen met de stichting van een nieuwe ridderorde. In de geesten leefde nog de gedachte aan de Kruistochten die de adelbrief van de westerse ridderschap waren. Bij de stichting van de nieuwe Orde moge deze gedachte hebben medegespeeld samen met de praalzucht, de politieke berekening en wat al andere verheven en minder verheven bedoelingen... De orde werd gesticht - zo luidt het in de officiële stichtingsbrief - ‘pour révérence de Dieu et soutènement de notre foi chrétienne, pour honorer le noble ordre de Chevalerie, pour faire honneur aux anciens chevaliers, pour l'encouragement des chevaliers actuels...’
Het Westen telde alsdan heel wat ridderorden die in minder of meerder aanzien stonden naar gelang de macht en het prestige van de vorst. Het Huis van Bourgondië zou echter aan zijn nieuwe Orde een meer dan gewone luister schenken. De hertog wist niet alleen beroemde prinsen aan zijn dynastie te hechten, hij slaagde er vooral in een keur van uitstekende ridders in houwe trouw aan zijn persoon te verbinden. De Orde deelde in de uitzonderlijke grootheid van het Hof van Bourgondië dat in protocolaire luister veruit aan de spits stond. Tornooien, steekspelen, schitterende hoffeesten, kapittelvergaderingen in de grote kerken, pralerige stoeten, indrukwekkende uitvaarten van gestorven ridders, een ongeëvenaarde luxus van tapijtkunst en boekverluchting, van borduur- en edelsmeedwerk: dat alles verfraaide het leven van Hof en Orde. En last not least was er het juweel van de Orde, het Gulden Vlies, dat op vorst en ridders iets van zijn eigen mysterie afstraalde.
Midden een woelige tijd, waar oorlog en vete veel bloed deden vloeien, riepen de ridders een soort liturgie in het leven om een droom, een bedreigd ideaal in stand te houden. Een vlucht uit de werkelijkheid moge men dat noemen. Was het niet veeleer een drang naar een vernieuwing waarvoor zij richtlijnen en spelvormen konden ontwerpen, doch waarin ze zelf niet meer als spelers noch als scheidsrechters zouden optreden...
Bij gelegenheid van de Tentoonstelling van het Gulden Vlies te Brugge heeft het tijdschrift West-Vlaanderen beroep gedaan op een groep bevoegde medewerkers om enkele aspecten van de geschiedenis van de beroemde Orde in het licht te stellen. Want heden nog roept de naam Gulden Vlies een ontroerende droom op, prachtig als een avond met een zon die ondergaat: eindeloos ligt de vlakte waar mensen wonen en waarover een kleurorgie van karmozijn, blauw en goud natrilt.
BARON E. VAN DER ELST