Prof. dr. B.F. Nel
Onderwijs in de Republiek Zuid-Afrika
Onderwijs aan blanken
1. Historisch overzicht
Wegens de beperktheid van het artikel zullen slechts grepen uit de geschiedenis van het onderwijs in Zuid-Afrika, vanaf 1910, gegeven worden. Wat de voorafgaande jaren betreft, kan gezegd worden dat de regeringen van de afzonderlijke gebieden voor de onderwijsbehoeften van de blanken hebben gezorgd, terwijl de zendelinglichamen het initiatief namen voor de voorziening in de onderwijsbehoeften van de kleurlingen (degenen van gemengde, alsook dezen van Maleise afkomst) en van de Bantoes of naturellen. Onder de regeringen van de afzonderlijke gebieden wordt verstaan de vroegere Nederlandse en latere Engelse koloniale regering in Natal en de latere Republikeinse regering van Oranje Vrijstaat en van de Zuidafrikaanse Republiek (later Transvaal genoemd).
Tegen 1910 was, voor zo ver het blanke kinderen betreft, ruim voorzien in algemeen vormend, nijverheidsen technisch onderwijs, alsmede huishoudkundig en landbouwonderwijs.
Met de tot standkoming van de Unie van Suid-Afrika in 1910 werden de hierboven genoemde gebieden - die sinds 1902 onder Engels regime kwamen - in provincies veranderd, die elk hun eigen onderwijsstelsel bezaten. Het grote probleem was al deze stelsels onder de nieuwe Unie-wetgeving te coördineren of desnoods onder een gezag te plaatsen. Volgens artikel 85 van de Suid-Afrikawet hebben de verschillende provincies (Natal, Transvaal, Oranje-Vrijstaat en de Kaapprovincie) volle beheer over heel het lager en middelbaar onderwijs gekregen. Alle hoger onderwijs werd onder het beheer van het toenmalige Departement van Onderwijs van de Unie-regering geplaatst.
Wat precies onder hoger onderwijs verstaan wordt, bleef jarenlang een twistpunt tussen de Uniale Regering en de verschillende provincies. Er was bijvoorbeeld de aangelegenheid van de opleiding van onderwijzers voor de primaire of lagere school, die als post-middelbare schoolopleiding toch onder hoger onderwijs moest ressorteren. De verschillende provincies hebben echter volgehouden dat de opleiding en diplomering van deze onderwijzers door de previncies moet geschieden. Spijt talrijke conferenties hierover gingen de provincies voort met de opleiding van lagere onderwijzers, zodat, in de Republiek Zuid-Afrika, heden elke provincie haar eigen lagere onderwijzers opleidt.
Een tweede aangelegenheid, die strijd teweegbracht, is, of het technisch onderwijs onder de bevoegdheid moest vallen van de centrale regering, dan wel van de provincie. Het departement van Unie-onderwys, later genoemd het Departement van Onderwys, Kuns en Wetenskap, heeft echter in dit opzicht de strijd gewonnen, zodat alle scholen van praktische beroepsaard, zoals technische scholen, scholen voor huishoudkunde, kunst-, handelsscholen en zo meer, heden onder het Departement van Onderwys en Wetenskap ressorteren. Deze toestand kreeg zijn uiteindelijk beslag met de wet op het Beroepsonderwijs, nl. wet nr. 70 van 1955.
Het universitair onderwijs hing doorgaans af van het toenmalige Unieonderwysdepartement en het latere (en huidige) Departement van Onderwys, Kuns en Wetenskap. In tegenstelling met de scholen, zijn de universiteiten in de Republiek autonome lichamen, die aanzienlijke geldelijke steun van de staat ontvangen. Vroeg in de 19de eeuw werden in de oude Kaap-Kolonie pogingen aangewend om hoger onderwijs te bevorderen. In 1829 werd bv. in Kaapstad het South African College gesticht. Ettelijke andere Colleges kwamen daarna tot stand en iedereen trachtte het post-middelbare onderwijs te bevorderen, hoewel hun werk op middelbaar peil stond. Het Victoria College te Stellenbosch en het South African College te Kaapstad besloten in 1894 zich uitsluitend toe te leggen op post-middelbaar onderwijs. In 1873 werd de University of the Cape of Good Hope gesticht. Het was een examinerend en geen docerend lichaam. Bij het begin van deze eeuw hebben de bestaande Colleges de gevorderde examens van de University of the Cape of Good Hope afgelegd. De wet van 1916 heeft drie zelfstandige universiteiten in het leven geroepen: de universiteit van Kaapstad, met zijn zetel