Charles Eglington
Aspecten van de huidige Zuidafrikaanse schilderkunst
De geschiedenis van de Zuidafrikaanse schilderkunst is kort. Strict genomen reikt zij niet verder in de tijd terug, dan het begin van deze eeuw en een aantal van haar voornaamste grondleggers leven en werken momenteel nog steeds. Daarbij aansluitend is het mogelijk van zeer nabij en zonder onderbrekingen te onderzoeken, hoe, op kunstgebied, overgeërfde tradities evolueerden, veranderden en ontwikkelden met een ontzaglijke levenskracht en diversiteit, bijzonder gedurende de jongste drie decaden.
Terzelfder tijd is het mogelijk na te gaan hoe specifiek Europese stijlen en tradities zich hebben aangepast aan de visuele en psychologische ervaringen, die een nieuwe omgeving met zich meebracht, vermits een aantal belangrijke schilders van Europa naar Zuid-Afrika emigreerde.
Het bestek van mijn artikel laat mij niet toe al té breedvoerig uit te wijden over deze levenskracht en diversiteit, over de wisselwerking tussen gevestigde en nieuwe tradities, en uiteraard kan ik niet het hele veld van de Zuidafrikaanse schilderkunst van de voorbije zestig jaar bestrijken. De acht schilders, die ik voor mijn bespreking gekozen heb, omvatten nochtans een zekere belangrijkheid en hun werken vertegenwoordigen vitale strekkingen en contrasten. Zij vertegenwoordigen enkele van de vele aspecten van de Zuidafrikaanse schilderkunst.
De meeste van de grondleggers der Zuidafrikaanse schilderkunst zijn, zoals wij heden weten, Zuid-Afrikanen, die in Europa studeerden en die onafhankelijk en onveranderlijk alleen, aan het werk togen, binnen de conventies van een welomlijnde traditie, eigen aan hun tijd. Af en toe emigreerden echter in Europa geboren en gevormde kunstenaars naar Zuid-Afrika en namen daar belangrijke en invloedrijke posities in.
Onder deze is Maurice Van Essche - én als schilder én als leraar - één van de belangrijksten. Hij werd te Antwerpen geboren in 1906, studeerde aan de St.-Lucas-academie, evenals te Parijs en te Nice bij Henri Matisse. Hij trok naar Congo toen hij 33 jaar oud was en het daaropvolgende jaar, in 1940, vestigde hij zich in Zuid-Afrika. Gedurende vele jaren gaf hij les aan de Michaelis School voor Kunst, die een afdeling is van de Universiteit van Kaapstad. Hoewel hij zich niet beperkte tot één thema, heeft hij veel van zijn werken gewijd aan het Afrikaanse volk en het Afrikaanse landschap - en daardoor is hij ook het best bekend. Men vindt in deze schilderijen een sterk exotisch element: de kleuren zijn warm en sterk, de vormen over het algemeen eenvoudig en fors en zwart omlijnd. Men ontdekt er niet enkel de invloed van de Parijse scholen uit de dertigerjaren in, maar eveneens van de brandramen van kathedralen en kerken. De visuele en psychologische invloed van Afrika op Van Essche is gemilderd geworden door een gevoel van rust: hij buit het exotische niet uit om het exotische, doch vereenvoudigt en vermenselijkt het. Hij ziet het leven van de Afrikaanse inboorling sub specie aeternitatis en beeldt het uit met onromantische sympathie, die zowel religieus als humanistisch is.
In tegenstelling daarmee is het exotisme in de schilderijen van het Afrikaanse inboorlingenleven, die Lawrence Scully (o1921) borstelde, veel meer absoluut. Geboren en gevormd in Zuid-Afrika, is zijn recent werk meer abstract geworden, maar gedurende zijn belangrijke beginperiode legde hij in zijn werk met Afrikaanse thema's een bijna sinistere kwaliteit. Forse, schitterende kleuren contrasteren sterk met volkomen zwarte massa's en lijnen. Het realisme, dat aan de basis lag van deze schilderijen, hun pijnlijk nauwkeurige details en hun atmosfeer van intieme, barbaarse onbekendheid, spanden samen om er sterke documenten uit het werkelijk leven van te maken, getransformeerd dan door een verbeelding, die - niet zoals bij Van Essche - onstuimig was en die geen rust vond in een reeds gevormde techniek. Zuid-Afrika heeft altijd kunstenaars met een zonderlinge individualiteit voortgebracht, bij wie de poëtische kwaliteit van hun verbeeldingskracht hen in staat stelde de invloeden van hun vorming of gekozen meesters te overtreffen. Tot deze groep behoort Cecil Higgs (o1908). Ontegensprekelijk is zij één van de fijnste en origineelste Zuidafrikaanse schilders. Zij studeerde veel jaren in Londen en in Parijs, onder André Lhote. Toen zij terugkeerde naar Zuid-Afrika, vertoonde haar werk invloeden van Walter Sickert en de Franse impressionisten, hoewel zij ongetwijfeld veel leerde van latere Franse schilders, in het bijzonder van Matisse. Hoewel zij een uitstekende portret-, landschap- en stillevenschilderes is, verwierf zij tijdens de jongste vijftien jaar vooral bekendheid door haar zeegezichten. Het is onbetwistbaar zeker dat haar hoogst persoonlijke techniek haar subliemste en origineelste expressie vond in haar marinen en werken, die het zeeleven of zeevoorwerpen als onderwerp hebben. Zij is essentieel een kunstenares, die haar onderwerpen hetzij in close-up, hetzij in poëtische con-